4.3.1Motivering bewezenverklaarde
De rechtbank heeft acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal van politie wordt -tenzij anders vermeld- bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
De rechtbank volstaat met betrekking tot de feiten 1, 2 en 3 met een opsomming van de bewijsmiddelen, omdat verdachte dit feit heeft bekend en de situatie van artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering zich voordoet. Dat verdachte stelt dat hij om andere redenen tot zijn handelen is gekomen, doet hier niet aan af.
Feit 1:
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen op grond van:
- Een proces-verbaal van aangifte d.d. 9 oktober 2012 met proces-verbaalnummer PL17F0 2012498720-1, opgenomen als bijlage in het proces-verbaal van de politie Rotterdam Rijnmond met proces-verbaalnummer 2012498720 inhoudende de verklaring van [benadeelde partij];
- De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 4 april 2013.
Feit 2:
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen op grond van:
- Een proces-verbaal van aangifte d.d. 9 oktober 2012 met proces-verbaalnummer PL17F0 2012498720-1, opgenomen als bijlage in het proces-verbaal van de politie Rotterdam Rijnmond met proces-verbaalnummer 2012498720, inhoudende de verklaring van [benadeelde partij];
- Een omschrijvingsproces-verbaal Wet Wapens en Munitie d.d. 10 oktober 2012 met proces-verbaalnummer 2012498720 opgenomen als bijlage in het proces-verbaal van de politie Rotterdam Rijnmond met proces-verbaalnummer 2012498720, inhoudende het relaas van verbalisanten dan wel een van hen;
- De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 4 april 2013.
Feit 3:
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen op grond van:
- Een proces-verbaal van aangifte d.d. 9 oktober 2012 met proces-verbaalnummer PL17F0 2012498720-1, opgenomen als bijlage in het proces-verbaal van de politie Rotterdam Rijnmond met proces-verbaalnummer 2012498720, inhoudende de verklaring van [benadeelde partij];
- Een omschrijvingsproces-verbaal Wet Wapens en Munitie d.d. 10 oktober 2012 met proces-verbaalnummer 2012498720 opgenomen als bijlage in het proces-verbaal van de politie Rotterdam Rijnmond met proces-verbaalnummer 2012498720, inhoudende het relaas van verbalisanten dan wel een van hen;
- De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 4 april 2013.
Feit 4:
De rechtbank heeft acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen.
Een proces-verbaal van verhoor d.d. 10 oktober 2012 met proces-verbaalnummer PL17F0 2012498720-37 opgenomen als bijlage in het proces-verbaal van de politie Rotterdam Rijnmond met proces-verbaalnummer 2012498720 inhoudende – zakelijk weergegeven - de verklaring van verdachte [medeverdachte 2]:
[naam] bracht mij op een gegeven moment in contact met ene [verdachte] uit Rotterdam. Ik ben toen samen met [naam] naar [verdachte] gegaan. De jongens hadden het over dat zij geld nodig hadden om een kluis ergens open te kraken waar zwart geld in zou liggen. Als dat zou lukken zou ik mijn geld terug krijgen. Dat met die kluis was niet gelukt want die jongens waren opgepakt en daarom was ik mijn geld kwijt. Ik heb in die periode [verdachte] meerdere malen contant geld gegeven, dat waren verschillende bedragen. Ik kan nakijken op mijn rekening wanneer en hoeveel dat allemaal geweest is.
Een proces-verbaal van verhoor d.d. 30 oktober 2012 met proces-verbaalnummer PL17F0 2012498720-57 opgenomen als bijlage in het proces-verbaal van de politie Rotterdam Rijnmond met proces-verbaalnummer 2012498720 inhoudende – zakelijk weergegeven - de verklaring van verdachte [medeverdachte 2]:
Ik heb [naam] (de rechtbank begrijpt: [naam]) verteld dat ik geld geërfd had van mijn tante en iedereen binnen het gezin 20.000 euro had.
Ik heb [naam] gevraagd of we iets samen zouden kunnen gaan doen. Ik heb verteld dat ik geld had. Het idee kwam, als ik [naam] geld zou geven, zo’n 300-400 euro, dan zou [naam] pillen gaan halen. Ik heb hem geld gegeven. De pillen zijn ook allemaal verkocht. Maar ik heb er geen winst op gemaakt. Ik zou nog geld van [naam] terug krijgen. In de zomervakantie belde [naam] dat hij een oplossing had. Dan zou hij mijn geld terug geven. Hij vertelde dat hij 2600 euro nodig had van mij, er was een heel plan. Als ik dat geld aan [naam] zou geven, zou inleggen, dan zou ik aan het eind van de week mijn geld terugkrijgen. Ik heb 2600 gegeven. Daarna begon weer het gekloot. [naam] zei dat hij nog 350 euro extra nodig had. Het geld moest naar Rotterdam gebracht worden. Ik heb [naam] ook 350 euro gegeven. Ik ben toen met [naam] en een vriend van hem naar Capelle aan den IJssel gereden, eerst naar het station en daarna naar de wijk Schollevaar. [naam] heeft het geld aan [verdachte] gegeven, zij zijn gaan rondlopen en wij hebben een paar uur gewacht op het nieuws. [naam] werd gebeld met het bericht "Wat ze ook van plan waren, ze zijn opgepakt". Ongeveer een maand hierna belde [naam]: "ze zijn vrij, goed nieuws". Wat ze van plan waren, ze zouden kampers van een woonwagenkamp met contant geld overvallen. Ze hadden het er ook over dat het mislukt was. Ze waren opgepakt en hadden een maand gezeten. Het nieuwe plan was, dat er een huis in Capelle was waar kampers wonen en in dat huis stond een kluis. Het bedrag wat in die kluis zou liggen, zou 150.000 euro bedragen. Eigenlijk iedere keer als het plan was om het huis te overvallen, was er wel iets waarom het niet door ging. Ze hadden meer geld nodig en andere wapens. De persoon die daar binnen in zat, wilde geld vooraf hebben, als hij dan de kluis zou leeg halen. Er was steeds een reden, waarom het niet doorging maar er moest wel steeds meer geld naar hun toe. Geld van mij dan.
Om hoeveel geld gaat het?
Er is ongeveer 19000 euro van mijn bankrekening in twee a drie weken tijd van mij naar hun gegaan. Dat was voor dat project om dat huis te overvallen en wat daar voor nodig was. Ik heb toen ook naar anderen geld overgemaakt op rekening. Twee keer naar ene [getuige 1] en één keer naar ene [getuige 2]. Ik heb 13000 euro contant van de bank afgehaald en aan de jongens gegeven. Eerst dus aan [naam], die 2600 en 350 euro, de rest in contant heb ik aan [verdachte] in persoon afgegeven.
[verdachte] had mij overtuigd dat [naam] dingen moeilijker maakte en mij belazerd had. Vanaf dat moment was ik ervan overtuigd dat [naam] mij oplichtte.
Wanneer wist jij dat je met [verdachte] te maken had?
Die avond in Schollevaar denk ik, maar ik heb hem toen niet gesproken of een hand geschud. Ik heb hem pas gesproken na zijn vrijlating. Ik weet de datum niet meer. Toen ben ik weer met hem, via [naam], in contact gekomen. Ik ben toen ook bij [verdachte] thuis geweest. Althans we hebben rondjes gelopen in de omgeving van zijn huis. En toen werd ook dat plan besproken om die woning met die kluis te overvallen. Dit speelde zich in één week af. Op verzoek van [verdachte] ben ik een keer alleen naar Capelle aan den IJssel gegaan. Toen heeft [verdachte] mij overtuigd wat ik al zei dat [naam] mij belazerde en geld van mij achterhield. Ik vertrouwde [verdachte] en dat hij het goed met me voor had. Ik ben op een zaterdag bij [verdachte] geweest. Er was meer geld nodig voor wapens, maar ik zat met mijn rekening. Ik heb toen ook geld overgemaakt op rekening aan [getuige 1] en later ook op rekening naar [getuige 2].
Het geld naar [getuige 1] heb ik gestort op haar bankrekening. U zegt mij eenmaal 1700 euro en eenmaal 600 euro.
Dat klopt.
Een proces-verbaal van verhoor d.d. 26 oktober 2012 met proces-verbaalnummer PL17F0 2012498720-55 opgenomen als bijlage in het proces-verbaal van de politie Rotterdam Rijnmond met proces-verbaalnummer 2012498720 inhoudende – zakelijk weergegeven - de verklaring van [getuige 1]
Heb jij wel eens geld gestort gekregen op je bankrekening wat niet voor jou was?
Ja dat klopt. Ongeveer 2 maanden geleden zei [verdachte] tegen mij dat hij wat geld op mijn rekening had gestort. Hij vroeg mij of ik dit geld voor hem eraf wilde halen. Ik heb dit toen ook gedaan. Ik weet niet meer hoeveel geld dit was maar het was meer dan 1000 euro. Ik heb dit toen aan [verdachte] gegeven. Ik zag toen wel dat dit geld van ene van Dijk af kwam.
Een proces-verbaal van verhoor d.d. 30 oktober 2012 met proces-verbaalnummer PL17F0 2012498720-54 opgenomen als bijlage in het proces-verbaal van de politie Rotterdam Rijnmond met proces-verbaalnummer 2012498720 inhoudende – zakelijk weergegeven - de verklaring van [getuige 2]:
Je hebt een gunst verleend aan [verdachte] wat was dat?
Hij vroeg mij of hij op mijn rekening mocht storten omdat zijn rekening geblokkeerd was. Die [medeverdachte 2] waar hij mee opgepakt is, zou geld op mijn rekening storten en dat is dan ook gebeurd. Het was een geldbedrag van 5000 euro.
Een proces-verbaal van verhoor d.d. 31 oktober 2012 met proces-verbaalnummer: PL17F0 201249872-0-58 opgenomen als bijlage in het proces-verbaal van de politie Rotterdam Rijnmond met proces-verbaalnummer 2012498720 inhoudende – zakelijk weergegeven - de verklaring van verdachte:
[naam] had contact met [medeverdachte 2]. Ze hadden contact met elkaar vanuit school. [naam] wist op een gegeven moment dingen over [medeverdachte 2]. [naam] belde mij op.
(..)
Wat met dat meid en die jongen is gebeurd. Hij is afgegaan op verhalen die er niet waren, het was complete onzin. Hij is een andere dimensie beland. Ik heb [medeverdachte 2] gemanipuleerd.
[verdachte], hoeveel geld heb jij hier aan overgehouden? Hoe zit het met de meubels, de hond en de auto?
Die zijn daar van betaald. Dat geld is afkomstig van [medeverdachte 2]
De auto was 1250,-. De hond kostte 500,-. De meubels waren eethoek, de salontafel, tv kast, de banken en het bed waren bij elkaar ongeveer 3.150,- euro bij elkaar.
Het totale geld bij [medeverdachte 2] op zijn rekening was 22.000,- euro.
Een proces-verbaal van verhoor d.d. 29 oktober 2012 met proces-verbaalnummer PL17F0 2012498720-56 opgenomen als bijlage in het proces-verbaal van de politie Rotterdam Rijnmond met proces-verbaalnummer 2012498720 inhoudende – zakelijk weergegeven - de verklaring van [getuige 3]:
Sinds wanneer hebben jullie de nieuw spullen zoals: het dressoir, de bank, de salontafel, eethoek en het bed wat er nog aankomt of inmiddels is?
Sinds 16 oktober; althans toen heb ik het dressoir, salontafel en de eettafel binnen gekregen. We hebben ze in september 2012 besteld.
Door wie zijn deze meubels gekocht?
Door [verdachte].
Hoe is dat gegaan?
Wij zaten op internet te kijken en toen vroeg [verdachte]: "vind je dit mooi?" Toen zei ik "ja" en later zei hij tegen mij dat hij het had gekocht.
Op grond van de in de bewijsmiddelen weergegeven feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verdachte samen met anderen opzettelijk [benadeelde partij] wederrechtelijk van haar vrijheid heeft beroofd en beroofd heeft gehouden en daarbij een vuurwapen met demper en munitie voorhanden heeft gehad. Ook acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte meubels, een auto, een hond en geld heeft witgewassen.
Nadere bewijsmotivering witwassen
De rechtbank stelt vast dat verdachte samen met een ander [medeverdachte 2] heeft opgelicht en dat hij aldus in totaal een bedrag van € 17.350,- heeft ontvangen. [medeverdachte 2] heeft namelijk € 10.050,- in contanten aan verdachte gegeven. Tevens heeft [medeverdachte 2] € 1.700,- en € 600,- op de bankrekening van [getuige 1] en € 5.000,- op de bankrekening van [getuige 2] gestort. Ook dat geld is naar verdachte gegaan. Wat er verder ook zij van de voorgestelde wijze waarop dit geld besteed zou worden, [medeverdachte 2] was in de veronderstelling dat hij op enig moment al zijn geld terug zou krijgen en dit is hem ook beloofd door verdachte en zijn mededader. Uit de verklaringen van verdachte en zijn partner [getuige 3] volgt echter dat verdachte van dit geld onder meer een eethoek, een salontafel, een dressoir, een tv-kast, een bank, een bed, een auto en een hond heeft gekocht. Door het kopen van genoemde voorwerpen heeft verdachte gebruik gemaakt van een gedeelte van het tenlastegelegde geld. Verdachte heeft tevens de genoemde voorwerpen omgezet, verworven en er gebruik van gemaakt. Het overige gedeelte van het geld heeft verdachte op enig moment voorhanden gehad. Door aldus te handelen heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan witwassen.
Door verdachte en zijn raadsman is betoogd dat verdachte dit geld heeft ontvangen van [medeverdachte 2] om zijn speelschulden af te betalen. Hoewel verdachte tijdens de behandeling ter terechtzitting expliciet is gewezen op de omstandigheid dat deze voorstelling van zaken niet wordt ondersteund door het procesdossier, heeft verdachte volhard in zijn weigering om dit standpunt nader te onderbouwen, bijvoorbeeld door te benoemen aan wie [medeverdachte 2] deze speelschulden zou hebben en hoe deze afbetaald moesten worden. In het licht van het procesdossier, in het bijzonder de sms-berichten tussen verdachte, [medeverdachte 2] en andere betrokkenen over contante opnames die [medeverdachte 2] van bestaande of daarvoor aangevraagde rekeningen moest doen en het aan verdachte afstaan van bankpassen en pincodes, gaat de rechtbank uit van de verklaringen die [medeverdachte 2] heeft afgelegd over de betalingen aan verdachte en passeert zij de lezing van verdachte als onaannemelijk. De verweren hieromtrent worden verworpen.