4.3.1Motivering bewezenverklaarde
De rechtbank heeft acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal van politie wordt -tenzij anders vermeld- bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
Feit 1:
De rechtbank acht dit feit wettig en overtuigend bewezen op grond van:
- Een proces-verbaal van aangifte d.d. 9 oktober 2012 met proces-verbaalnummer PL17F0 2012498720-1, opgenomen als bijlage in het proces-verbaal van de politie Rotterdam Rijnmond met proces-verbaalnummer 2012498720 inhoudende de verklaring van [benadeelde partij];
- De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 4 april 2013.
De rechtbank volstaat met deze opsomming van de bewijsmiddelen, omdat verdachte dit feit heeft bekend en de situatie van artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering zich voordoet.
Feiten 2 en 3:
De rechtbank acht deze feiten wettig en overtuigend bewezen op grond van:
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 9 oktober 2012 met proces-verbaalnummer PL17F0 2012498720-1 opgenomen als bijlage in het proces-verbaal van de politie Rotterdam Rijnmond met proces-verbaalnummer 2012498720 inhoudende – zakelijk weergegeven - de verklaring van [benadeelde partij]:
Gisterenavond,8 oktober 2012 (..)
Ik weet niet precies hoe laat, maar op gegeven moment kwamen we aan bij dat treinstation in Capelle aan den IJssel. Bij een viaduct aldaar, zag ik dat ineens twee jongens bij ons stonden. Ik heb ze niet op ons af zien lopen. Ik kende deze jongens niet en ik had hen nog nooit eerder gezien. Ik begreep later dat zij "[medeverdachte 1]" en "[verdachte]" (fonetisch) heetten.
Ik hoorde dat [medeverdachte 1] mij aansprak en zei: "Loop je even mee?". Ik voelde dat hij me bij mijn bovenarm beetpakte en mee trok.
Ik zag dat [medeverdachte 1] een wapen pakte, een vuurwapen en dit in zijn hand vasthield. Ik voelde mij erg bedreigd. Toen [medeverdachte 1] mij een meter of 20 had meegetrokken bij mijn arm, kreeg ik ineens uit het niets van hem een harde klap in mijn gezicht. De klap was zo hard, ik voelde een enorme pijn en ik zag als het ware sterretjes.
Ik moest ook doen wat er gezegd werd, want als ik niet zou meewerken dan zouden [medeverdachte 1] en [verdachte] ons neerschieten.
Eén van de twee, [medeverdachte 1] of [verdachte], heeft op het vuurwapen een rond ding gezet op de voorkant, een soort demper of zo.
[medeverdachte 1] was echt boos hoorde ik en hij zei: "Je loopt ons te fucken". [medeverdachte 1] richtte hierbij het vuurwapen op mij. Ik dacht op dat moment echt dat het over was voor me en dat hij me dood zou schieten.
Ik liep veel met [medeverdachte 1]. [medeverdachte 2] en [verdachte] liepen vooruit. We zijn ook in woonwijken geweest, via bruggetjes.
Uiteindelijk zijn we weer teruggelopen naar de auto. Nogmaals werd duidelijk gemaakt hoe het "spel" gespeeld moest worden. [medeverdachte 2] hoefde hun geen geld te betalen, maar iemand anders en nu werd gezegd, als er vandaag tussen 1200 en 1500 uur niet betaald werd, dan, zo zeiden ze "wisten ze precies waar wij woonden".
[medeverdachte 2] heeft me nog gezegd dat [naam] en papa er echt niets van af mochten weten.
Ik heb vervolgens nog met [verdachte] in de Alfa gezeten en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] stonden buiten.
Toen ze terugkwamen zei [medeverdachte 1] dat hij zijn nek voor [medeverdachte 2] had uitgestoken bij zijn baas, om vandaag eerst 3000 euro te betalen en in termijnen de rest.
De afspraak was dus eerst voor die 3000 euro te zorgen. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zouden vervolgens terugrijden naar de plek, waar de auto van [medeverdachte 2] nog stond, die Fiat. Daarna zouden ze weer terugkomen. Ik moest bij [verdachte] blijven.
[verdachte] en ik werden door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] afgezet bij een ouderencentrum, dat heette Amandelhof of zo. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] reden weg in de Alfa.
[verdachte] heeft me verteld dat hij een doorgeladen wapen in zijn broeksband had. Ik heb dat niet gezien.
Ik heb samen met [verdachte] gewacht in de tuin van Amandelhof. Hij was erg schichtig.
We hebben gewacht en gewacht. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] kwamen niet terug. Naast het feit dat we bij Amandelhof hebben gezeten, hebben wij ook weer gelopen.
In die tijd dat wij zaten te wachten op [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft [verdachte] heel vaak geprobeerd om [medeverdachte 1] te bellen met zijn mobiel. Hij kreeg in ieder geval geen contact met [medeverdachte 1]. Hij werd steeds zenuwachtiger naarmate het licht begon te worden buiten.
[verdachte] zei tegen mij dat hij bang was dat er iets verkeerd gegaan moest zijn bij het ophalen van de auto van [medeverdachte 2]. Dat "de baas" toch van gedachten zou zijn veranderd en [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] zou hebben neergeschoten. Hij was later, toen het echt lang duurde, ook bang dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] opgepakt waren bij een politiecontrole, vanwege wapen(s) in de auto.
We hebben weer gelopen en kwamen weer uit in de buurt van het treinstation in Schollevaar. Het was toen licht buiten. Ik hoorde dat [verdachte] zei: "Geen politie! Kan ik je vertrouwen?" Hij zei ook dat hij het jammer vond dat wij op zo'n manier kennis hadden moeten maken.
Bij het treinstation in de buurt is [verdachte] weggelopen. Ik ben naar een Albert Heijn gelopen, die daar gevestigd was.
- De verklaring van verdachte, afgelegd ter zitting d.d. 4 april 2013:
Ik ben betrokken geweest bij de ontvoering van [benadeelde partij]. Ik ben de persoon die aangeefster ‘[verdachte]’ noemt. Het klopt dat mijn broer [medeverdachte 1] een pistool heeft getrokken.
Ik heb na de ontvoering van [benadeelde partij] bij mijn broer geslapen en de volgende dag ben ik bij mijn broer thuis aangehouden.
- Een omschrijvingsproces-verbaal Wet Wapens en Munitie d.d. 10 oktober 2012 met proces-verbaalnummer 2012498720 opgenomen als bijlage in het proces-verbaal van de politie Rotterdam Rijnmond met proces-verbaalnummer 2012498720 inhoudende – zakelijk weergegeven- het relaas van verbalisanten dan wel een van hen:
Op 10 oktober 2012 heb ik een onderzoek ingesteld naar de voorwerpen die zijn inbeslaggenomen op 9 oktober 2012 op het Wisselspoor 329 te Capelle aan den IJssel vanuit een zwarte handtas, welke in de kelderbox stond.
VDS 103292 / SIN AAEV8887NL:
Eén van deze voorwerpen is een pistool van het merk: ZASTAVA; model: 70 en voorzien van het serienummer 241835. Het kaliber van dit pistool is 7,65 MM.
Tevens is dit pistool voorzien van een verlengde loop met schroefdraad op het einde van deze loop. Dit is om een geluiddemper op de loop aan te brengen / schroeven.
Dit pistool is geschikt om projectielen door een loop af te schieten en de werking berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing.
(..)
Derhalve is dit pistool een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3°, gelet op artikel 2, lid 1, Categorie III onder 1° van de Wet wapens en munitie.
Met dit pistool heb ik proefschoten afgevuurd en daarbij vastgesteld dat dit pistool goed functioneert.
VOS 103293 SIN AAEV8888NL:
Een ander voorwerp is een geluiddemper voor vuurwapens als bedoeld in artikel 2, lid 1 onder f van de Regeling wapens en munitie. Derhalve is deze geluiddemper een wapen in de zin van artikel 2, lid 1, Categorie I, onder 3 van de Wet wapens en munitie.
Deze geluiddemper is geschikt om op de loop van het, in dit proces-verbaal, omschreven pistool [VDS 103292) aan te brengen 1 schroeven.
VDS 77260 ISIN AAEV8892NL:
Bij dit onderzoek zag ik, dat er in de patroonhouder 5 kogelpatronen aanwezig waren. Deze bij het pistool [VDS 103292] in beslag genomen 5 kogelpatronen zijn van het kaliber: 7,65 MM (..)
en zijn munitie in de zin van artikel 1, onder 4° gelet op artikel 2, lid 2, Categorie III van de Wet wapens en munitie.
(..)
Deze munitie is geschikt om te worden afgeschoten met het op dinsdag 9 oktober 2012 op het Wisselspoor 329 te Capelle aan den IJssel vanuit een zwarte handtas, welke in de kelderbox stond, aangetroffen en in beslag genomen pistool [VDS 103292].
Op grond van de in de bewijsmiddelen weergegeven feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel, dat verdachte samen met anderen opzettelijk [benadeelde partij] wederrechtelijk van haar vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden en daarbij een vuurwapen, een geluiddemper en munitie voorhanden heeft gehad.
Nadere bewijsmotivering feiten 2 en 3
Hoewel de verdachte heeft verklaard dat hij (feitelijk) geen wapen in zijn handen heeft gehad, is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het vuurwapen met de bijbehorende geluiddemper en munitie voorhanden heeft gehad in de zin van artikel 26, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie.
De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende.
Het begrip voorhanden hebben in de zin van voormeld artikel verondersteld een drietal factoren, te weten de aanwezigheid van het wapen, de bewustheid bij verdachte met betrekking tot de aanwezigheid van het wapen en het bestaan van een zekere relatie tussen verdachte en het wapen in die zin dat er met betrekking tot dat wapen een zekere vorm van machtsuitoefening bestaat. Hieraan is naar het oordeel van de rechtbank voldaan.
Uit de aangifte volgt dat het wapen zich in de nabije aanwezigheid van verdachte bevond en hij gedurende langere periode daarover kon beschikken. De machtsuitoefening bestaat uit het feit dat er werd gedreigd dat aangeefster zou worden neergeschoten door verdachte en zijn broer en verdachte of zijn broer de geluidsdemper op het wapen heeft gedaan. Uit de verklaring van verdachte volgt dat hij zich bewust was van het wapen op het moment dat zijn broer het wapen trok. Tot slot heeft verdachte aangeefster voorgehouden dat hij het wapen in zijn broekband droeg. Aangezien het wapen is aangetroffen in de woning van medeverdachte [medeverdachte 1], die zelf door zijn aanhouding niet in staat geweest kan zijn het wapen daar te brengen, en gezien het feit dat verdachte kort voor de vondst van dat wapen in die woning is aangehouden, gaat de rechtbank er van uit dat verdachte inderdaad de beschikking had over het vuurwapen. Aldus heeft verdachte het wapen, de geluidsdemper en munitie tezamen en in vereniging met een ander voorhanden gehad.