In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 mei 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een stichting en haar directeur Financiën & Control, [verweerder]. Het verzoek is ingediend door de stichting, die stelde dat er sprake was van disfunctioneren van [verweerder] en een onherstelbare vertrouwensbreuk. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verweerder] sinds 26 april 2012 arbeidsongeschikt is en dat hij sinds 15 juni 1992 in dienst was bij de stichting. De stichting heeft grote financiële problemen ondervonden, mede door een complexe derivatenportefeuille, en heeft onderzoek laten verrichten naar de rol van [verweerder] hierin. De kantonrechter oordeelde dat [verweerder] onvoldoende had gefunctioneerd in zijn rol, vooral door een passieve houding en gebrek aan kennis over de derivatenportefeuille. Dit heeft geleid tot een vertrouwensbreuk die de voortzetting van de arbeidsrelatie onmogelijk maakte. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding toegewezen en een ontbindingsvergoeding van € 100.000,00 bruto aan [verweerder] toegekend, ondanks zijn disfunctioneren, vanwege zijn arbeidsongeschiktheid en leeftijd. De proceskosten werden gecompenseerd, en de stichting kreeg de mogelijkheid om het verzoek in te trekken.