Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 28 september 2012, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie en van (voorwaardelijke) eis in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis van 26 november 2012, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de akte wijziging eis tevens houdende conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie van 22 januari 2013 aan de zijde van [eiser];
- het proces-verbaal van de op 31 januari 2013 gehouden comparitie van partijen;
- de nadere conclusie van 22 april 2013 aan de zijde van [eiser], met producties;
- de antwoordconclusie na comparitie van partijen van 27 mei 2013 aan de zijde van [gedaagde], met producties;
- de nadere antwoordconclusie na comparitie van partijen van 24 juni 2013 aan de zijde van [eiser].
2.De vaststaande feiten
Wij zeggen met deze brief de arbeidsovereenkomst met U op.
3.De vordering en het verweer in conventie
4.De vordering en het verweer in reconventie
5.De beoordeling van de vorderingen in conventie en in reconventie
Voor de regering is uitgangspunt dat de limitering tot 70% van het loon geldt als in het tweede ziektejaar niet wordt gewerkt. Uiteraard zal sprake zijn van situaties waarin in het tweede ziektejaar weer gedeeltelijk wordt gewerkt. In dat geval zou limitering tot 70% van het loon betekenen dat iemand er door werken niet op vooruit zou gaan. Dat wordt niet beoogd. Werken moet immers lonen. De regering heeft voor dergelijke situaties voor ogen dat de maximering tot 70% alleen geldt voor het arbeidsongeschiktheidsdeel.”
In artikel 7:629 BW is bepaald dat de werknemer in de eerste twee jaar van de ziekte recht heeft op tenminste 70% van het overeengekomen loon. Ingevolge het vijfde lid van deze bepaling mag de werkgever op dit loon de inkomsten die de werknemer heeft in mindering brengen. De betreffende regeling in het BW is een minimum regeling. Het staat de werkgever en de werknemer vrij om over de aftrek van de nieuwe inkomsten andere afspraken te maken, zodat de werknemer meer inkomsten overhoudt dan zonder te werken.”
de inkomsten(cursivering kantonrechter), door de werknemer in of buiten dienstbetrekking genoten voor werkzaamheden die hij heeft verricht gedurende de tijd dat hij, zo hij daartoe niet verhinderd was geweest, de bedongen arbeid had kunnen verrichten”. Enig voorbehoud ten aanzien van de omvang van de korting wordt in de wettekst niet gemaakt.