In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 25 april 2014, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een geschil tussen een huurder, aangeduid als [eiser], en de Stichting Waterweg Wonen, de verhuurder. De eiser, wonende in een seniorencomplex te Vlaardingen, vorderde dat het camerasysteem van zijn buren, de familie B., zodanig zou worden verplaatst dat zijn voordeur niet meer zichtbaar zou zijn. Eiser stelde dat de huidige positie van het camerasysteem een ongeoorloofde inbreuk op zijn privacy vormde, wat niet gerechtvaardigd kon worden door de veiligheidsdoeleinden van het systeem. Hij voerde aan dat de buren door het camerasysteem in staat waren om hem te bespieden, wat leidde tot een onveilige en onprettige woonsituatie.
De kantonrechter heeft de procedure gevolgd op basis van verschillende processtukken, waaronder de dagvaarding en de comparitie van partijen. De rechter heeft vastgesteld dat er bemiddelingsgesprekken hebben plaatsgevonden tussen eiser en de buren, maar dat deze niet tot een oplossing hebben geleid. De rechter heeft de werking van het camerasysteem beoordeeld en geconcludeerd dat, hoewel het systeem de mogelijkheid biedt om de voordeur van eiser te zien, er geen bewijs is dat de buren daadwerkelijk gebruik maken van deze mogelijkheid om hem te bespieden. De kantonrechter oordeelde dat de inbreuk op de privacy van eiser, indien deze al aanwezig was, van een zodanig beperkte aard was dat het belang van de veiligheid, waarvoor het camerasysteem was geïnstalleerd, zwaarder woog.
Daarnaast heeft de kantonrechter de subsidiaire vordering van eiser, die stelde dat Waterweg Wonen op grond van artikel 7:204 lid 3 BW verplicht was om de overlast van de buren aan te pakken, verworpen. De rechter oordeelde dat er geen sprake was van een situatie die een gebrek in de zin van deze bepaling opleverde. Eiser werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 350,00 aan salaris voor de gemachtigde van Waterweg Wonen. De vorderingen van eiser zijn afgewezen, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.