Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[eiseres],
1.Het verloop van het proces
2.De vaststaande feiten
“Hiermee is de vordering bij Rijnland voldaan achterstallige huur + termijn augustus”.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 16 mei 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vereniging als eiseres en een gedaagde die in persoon procedeerde. De eiseres vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, alsook betaling van huurachterstand en buitengerechtelijke kosten. De huurovereenkomst betrof een woning met een huurprijs van € 380,40 per maand. Eiseres stelde dat gedaagde in gebreke was gebleven met de huurbetalingen, ondanks meerdere aanmaningen. Gedaagde betwistte echter de vordering en stelde dat hij de huur voor augustus 2013 had voldaan, evenals de huur voor september 2013. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betaling van 8 augustus 2013 expliciet was bedoeld voor de huurtermijn van augustus en dat gedaagde de huur voor september tijdig had voldaan. De kantonrechter oordeelde dat eiseres niet gerechtigd was om de betalingen op een andere huurperiode of op annuleringskosten af te boeken. Aangezien gedaagde zijn huurverplichtingen had nagekomen, werden de vorderingen van eiseres afgewezen. Eiseres werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die op nihil werden vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie over betalingen en de noodzaak voor verhuurders om huurbetalingen correct te verwerken.