In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 22 mei 2014, staat de openbaarheid van de namen van oud-wethouders en de door hen ontvangen wachtgelden centraal. Eiser had op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verzocht om openbaarmaking van deze informatie, maar het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Spijkenisse had slechts een geanonimiseerd overzicht verstrekt. Eiser stelde dat dit niet voldeed en dat hij recht had op volledige openbaarmaking. De rechtbank oordeelde dat de weigering om de namen openbaar te maken niet gerechtvaardigd was. De rechtbank benadrukte dat wethouders zich in hun functie presenteren in de openbaarheid en dat de informatie over hun wachtgelden ook van maatschappelijk belang is. De rechtbank concludeerde dat het belang van openbaarheid zwaarder weegt dan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de oud-wethouders. Daarnaast oordeelde de rechtbank dat verweerder ten onrechte had afgezien van het vergoeden van de proceskosten in bezwaar. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en verplichtte verweerder om de namen van de oud-wethouders openbaar te maken, alsook de gemaakte proceskosten te vergoeden. De uitspraak benadrukt de belangrijke rol van transparantie in het openbaar bestuur en de noodzaak om de belangen van de openbaarheid af te wegen tegen de privacy van betrokkenen.