ECLI:NL:RBROT:2014:4041
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Openbaarheid van namen oud-wethouders en wachtgelden in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 mei 2014 uitspraak gedaan in een geschil over de openbaarmaking van de namen van oud-wethouders en de wachtgelden die zij ontvangen. Eiser had op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verzocht om deze informatie, maar het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bernisse had dit verzoek afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk was verklaard zonder dat hij de kans had gekregen om een vermeend verzuim te herstellen. De rechtbank vond de verklaring van eiser over de handtekening onder het Wob-verzoek geloofwaardig en toereikend. De rechtbank oordeelde verder dat de namen van de oud-wethouders openbaar gemaakt moesten worden, omdat wethouders zich in de openbaarheid presenteren en het ontvangen van wachtgeld samenhangt met hun functie. De rechtbank concludeerde dat het belang van openbaarheid zwaarder weegt dan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in dit geval. De rechtbank vernietigde zowel het bestreden besluit 1 als het bestreden besluit 2 en verklaarde het beroep van eiser gegrond. Verweerder werd veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan eiser.