ECLI:NL:RBROT:2014:4043
Rechtbank Rotterdam
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Openbaarheid van namen oud-wethouders en wachtgelden in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 mei 2014 uitspraak gedaan in een geschil over de openbaarmaking van de namen van oud-wethouders en de door hen ontvangen wachtgelden, naar aanleiding van een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiser had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Binnenmaas, dat had geweigerd de namen van de oud-wethouders openbaar te maken. De rechtbank oordeelde dat de verweerder ten onrechte had afgezien van de openbaarmaking en dat de belangen van de openbaarheid zwaarder wogen dan de privacy van de betrokken oud-wethouders. De rechtbank stelde vast dat de functie van wethouder een publieke rol is en dat de informatie over wachtgelden en salarissen van oud-bestuurders als openbare informatie moet worden beschouwd. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en oordeelde dat de namen van de oud-wethouders alsnog openbaar gemaakt moesten worden. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiser. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie in het openbaar bestuur en de rol van de Wob in het waarborgen van deze transparantie.