Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 29 mei 2013 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de akte wijziging van eis tevens houdende akte producties van de zijde van [eiser];
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 14 oktober 2013;
- de akte na comparitie van ABN AMRO;
- de akte na comparitie van [eiser].
2.De feiten
“Tot ons genoegen kunnen wij u berichten dat Nieuw Rotterdam Leven N.V. op grond van de overgelegde medische gegevens het risiko van de aangevraagde verzekering (…) zal aanvaarden per de datum van passeren der hypotheekakte, mits dit binnen 3 maanden na heden plaatsvindt.
(…)
De verzekering heeft een duur van 25 volle jaren vanaf de passeerdatum van de akte en geeft dekking voor:
f 133.350,- (€ 60.579,66; opmerking rechtbank) kapitaal bij in leven zijn van de verzekerde op de
einddatum, en
f 205.000,- (€ 93.024,94; opmerking rechtbank) kapitaal bij overlijden van de verzekerde vóór de
(…)”
Hypotheekrente : 7.300% 10 jaar vast
Verzekerd kapitaal bij overlijden : F 205000
Verzekerd kapitaal bij leven op einddatum : F 186433
(…)
Bij de berekening van het kapitaal en de afkoopwaarde is uitgegaan van een winstprognose gebaseerd op de huidige hypotheekrente.
5.1.a De op het polisblad vermelde uitkering bij in leven zijn van de verzekerde op de
einddatum is gebaseerd op een door de verzekeraar over de gehele looptijd van de
verzekering gehanteerd rendement van het spaardeel van de premie;
b. het in de premie begrepen spaardeel wordt door de verzekeraar belegd bij de bank tot
het moment, gelegen een vol aantal jaren na de ingangsdatum van de verzekering, dat de
bereikte afkoopwaarde groter is dan de pro resto-hoofdsom van de hypothecaire
geldlening. De bank heeft de verzekeraar een rendement op het aldus belegde bedrag
toegezegd, dat steeds gelijk is aan het voor de hypothecaire geldlening geldende
rentepercentage verminderd met één;
(…)
5.2.a Indien de in 5.1.b en 5.1.c genoemde rendementen hoger zijn dan het in 5.1.a bedoelde rendement, komt dit hogere rendement ten goede aan de verzekeringnemer in de vorm van een verhoging van de op het polisblad vermelde verzekerde uitkering bij in leven zijn van de verzekerde op de einddatum:
(…).
LEVEN IS.
F 205.000,00 INEENS UIT TE KEREN BIJ
OVERLIJDEN VAN DE VERZEKERDE,
VOOR 31-08-2013.
(…)”
Per 1 oktober 1998 worden de condities van uw hypotheek herzien.
Op deze datum kunt u gebruik maken van de mogelijkheid om kosteloos een andere renteperiode te kiezen.
De keuzemogelijkheden zijn:
(…)
Indien u geen verandering van renteperiode wenst, gelden voor u per 1 oktober 1998 de navolgende condities:
Rentepercentage : 6,300% per jaar
Renteperiode : 10 jaar vast
(…)”
Wel wijzen wij u erop dat de berekening van de vergoeding afhankelijk is van de op dat moment geldende rente.
Voor vragen over uw hypothecaire geldlening kunt u contact opnemen met één van onze hypotheekmedewerkers (…).”
Polisnummer: [polisnummer]
(…)
De verzekering gekoppeld aan de hypotheek kan niet in de vorm van “hypotheekaflossing” blijven bestaan zonder dat daaraan een ABN AMRO Hypotheek gekoppeld is.
1. Af te kopen;
2. Premievrij voort te zetten;
3. Voort te zetten op standaard maatschappij condities;
4. Te koppelen aan een nieuwe ABN AMRO Hypotheek.
(…)
Bijgaand treft u een afkoopkwitantie, een voortzettingsvoorstel, een hypotheekformulier en een akkoordverklaring aan.
(…)”
(…).”
Alleen in geval van overlijden voor de einddatum zou afkoop geen goede stap zijn geweest.
(…)”
€ 60.467,00. Door de winstbijschrijving is dit bedrag verhoogd tot € 65.199,00. Het verzekerde kapitaal bij overlijden van de verzekerde voor de einddatum bedraagt € 93.026,00.
Deze waarden zijn ons onder voorbehoud meegedeeld. Het winstkapitaal is vastgesteld op basis van de bij ons bekende hypotheekrentepercentages. Deze zijn:
Vanaf ingangsdatum: 7,3%; vanaf 01-10-1998: 6,0% ; vanaf 01-01-2000: 4%.
3.De vordering
I. primair ABN AMRO te veroordelen tot betaling aan [eiser] van € 27.905,94 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 1 januari 2000;
II. subsidiair ABN AMRO te veroordelen tot betaling aan [eiser] van € 19.480,57 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 1 januari 2000;
III. meer subsidiair ABN AMRO te veroordelen tot betaling aan [eiser] van
4.Het verweer
5.De beoordeling
6.De beslissing
dinsdag 2 juni 2014 van 13.30 tot 15.30uur als bedoeld in rechtsoverweging 5.9., laatste alinea;