In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 juli 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de vakvereniging Bewust Verder en de Ondernemingsraad van RET N.V. Bewust Verder, die zich als vakbond inzet voor werknemers bij RET, had bezwaar gemaakt tegen de uitslag van de verkiezingen voor de Ondernemingsraad die van 20 tot en met 27 maart 2014 hadden plaatsgevonden. Bewust Verder had geen zetel behaald, terwijl zij bij de vorige verkiezingen drie zetels had. De vakvereniging stelde dat er meerdere schendingen van het OR-reglement hadden plaatsgevonden, waaronder het niet tijdig verstrekken van stemcodes aan kiesgerechtigde werknemers en het ontbreken van de mogelijkheid om blanco te stemmen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er inderdaad substantiële schendingen van het OR-reglement en de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) hebben plaatsgevonden. Dit had gevolgen voor de legitieme vertegenwoordiging van het personeel in de ondernemingsraad. De rechter oordeelde dat de Ondernemingsraad niet correct had gehandeld door de verkiezingen niet opnieuw te organiseren, ondanks de bezwaren van Bewust Verder. De kantonrechter heeft de Ondernemingsraad veroordeeld om binnen 15 dagen na de uitspraak nieuwe verkiezingen te organiseren, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag bij niet-nakoming.
Daarnaast is de Ondernemingsraad veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 208,80 aan verschotten en € 400,00 aan salaris voor de gemachtigde van Bewust Verder. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de Ondernemingsraad onmiddellijk aan de veroordeling moet voldoen, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.