In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, zijn meerdere gedaagden betrokken, waaronder Selectica Fund Ltd en Diversica Financial Group B.V. De zaak betreft een geschil over de verdeling van griffierechten en proceskosten na een eerdere uitspraak. De rechtbank heeft op 3 september 2014 een deeleindvonnis gewezen, waarin de verdeling van de proceskosten en griffierechten tussen de verschillende gedaagden is vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagden die in het gelijk zijn gesteld, recht hebben op een deel van de griffierechten, terwijl de gedaagde die ongelijk krijgt, verantwoordelijk is voor een ander deel. Dit vonnis volgt op eerdere tussenvonnissen, waarin de rechtbank al beslissingen had genomen over de ontvankelijkheid van de eisers en de vorderingen tegen de verschillende gedaagden. De rechtbank heeft in dit vonnis ook de hoogte van de te vergoeden bedragen aan griffierechten en proceskosten vastgesteld, inclusief wettelijke rente. De rechtbank heeft de vorderingen van de eisers tegen bepaalde gedaagden afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden die in het gelijk zijn gesteld. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en de procedure tegen een van de gedaagden is geschorst, wat betekent dat deze gedaagde niet verder in deze procedure wordt behandeld.