ECLI:NL:RBROT:2014:7690

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 augustus 2014
Publicatiedatum
17 september 2014
Zaaknummer
2440275 CV EXPL 13-50036
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot aanpassing van de markering van een parkeerplaats in appartementsrecht

In deze zaak vorderden eisers, bewoners van een appartementsrecht aan de Maasboulevard/Oosterkade in Rotterdam, dat de Vereniging van Eigenaars (VVE) de markering van hun parkeerplaats zou aanpassen. Eisers stelden dat de markering na herbestratingswerkzaamheden in 2012 was versmald van 2,30 meter naar 1,80 meter, waardoor zij belemmerd werden in het gebruik van hun parkeerplaats. De VVE betwistte de vordering en stelde dat de markering geen inbreuk maakte op het eigendomsrecht van eisers. De kantonrechter oordeelde dat de markering van de parkeerplaats diende overeen te komen met de grootte waar eisers recht op hadden, zoals vastgelegd in de splitsingsakte. De rechter concludeerde dat er sprake was van onrechtmatig handelen door de VVE, omdat de markering niet overeenkwam met het zakelijke recht van eisers. De zaak werd verwezen naar een rolzitting voor het nemen van een akte met betrekking tot een te houden descente, waarbij de situatie ter plaatse zou worden opgenomen. De VVE had de bewijslast om aan te tonen dat een wijziging van de markering feitelijk onmogelijk was. De verdere beslissing werd aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 2440275 CV EXPL 13-50036
uitspraak: 1 augustus 2014
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam
in de zaak van

1.[eiser 1]

2. [eiser 2],
beiden wonende te Rotterdam,
wonende te Rotterdam,
eisers,
gemachtigde: mr. D.L. Spierings,
tegen
de vereniging van eigenaars Vereniging van Eigenaars van Gebouw Maasboulevard/Oosterkade te Rotterdam,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.M. Roepel.
Partijen worden aangeduid als [eisers].” en “de VVE”.

1.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter heeft kennis genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 4 oktober 2013, met producties;
  • de conclusie van antwoord;
  • het tussenvonnis van 11 december 2013;
  • het proces-verbaal van de op 27 januari 2014 gehouden comparitie van partijen;
  • de conclusie van repliek, met producties;
  • de conclusie van dupliek, met producties.
De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de in zoverre niet weersproken inhoud van de producties, staat tussen partijen het volgende vast.
2.1
[eisers]. hebben in 1987 het appartementsrecht met betrekking tot een parkeerplaats met beugel (buiten) aan de Maasboulevard/ Oosterkade in Rotterdam, met appartementsindex [ X] gekocht.
2.2
De parkeerplaatsen met de appartementsindices 187 tot en met 190 waren aanvankelijk gesitueerd in een schuine hoek op het talud. In 2008 zijn voornoemde parkeerplaatsen langs het talud gesitueerd, overeenkomst de splitsingstekening bij de splitsingsakte van 20 februari 1987.
2.3
In of omstreeks begin 2012 zijn er herbestratingswerkzaamheden uitgevoerd door de VVE op het parkeerterrein naar aanleiding van een besluit van de VVE. Bij de herbestrating zijn nieuwe markeringen van de parkeerplaatsen aangebracht.
2.4
De parkeerplaats van [eisers]. is na de herbestrating en opnieuw aanbrengen van de markering 1,80 meter breed.
2.5
Tijdens de ledenvergadering van de VVE op 5 juni 2012 hebben [eisers]. naar voren gebracht dat zij wensen dat de markering van de vier westelijke parkeerplaatsen, gelegen langs de dijk, wordt aangepast tot gelijke maten als de overige parkeerplaatsen buiten.

3.De stellingen van partijen

3.1
[eisers]. hebben gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de VVE te veroordelen binnen twee weken na het te wijzen vonnis de markering van de parkeerplaats van Cremers c..s. aan de Maasboulevard/ Oosterkade, appartementsindex [ X], zodanig aan te laten passen dat de parkeervakbreedte 2,30 meter is, zulks op straffe van een dwangsom van € 100,00 voor elke dag of deel daarvan dat de VVE daarmee in gebreke blijft, alsmede de VVE te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten van € 300,00, met veroordeling van de VVE in de kosten waaronder tevens de nakosten.
3.2
Aan hun vordering hebben [eisers]. het navolgende ten grondslag gelegd. Ten tijde van de aankoop van het appartementsrecht van de parkeerplaats buiten met indexnummer [ X] was de breedte van de parkeerplaats 2,30 meter. Na de herbestratingswerkzaamheden waarbij nieuwe markering is aangebracht is de breedte van de parkeerplaats verkleind naar 1,80 meter. Dat geldt voor alle vier de parkeerplaatsen evenwijdig aan de dijk. De overige 29 parkeerplaatsen zijn ongewijzigd gebleven. Als gevolg van deze versmalling kan het portier aan de zijde van de dijk niet geopend worden. Daarvoor is nu onvoldoende ruimte. De versmalling van de plaats betekent ook dat deze niet te verkopen is althans voor een lagere waarde. [eisers]. vorderen aanpassing van de markering naar een breedte van 2,30 meter. Het besluit tot herbestrating is nietig op grond van artikel 5:129 lid 1 jo. 2:14 BW en kan derhalve geen rechtvaardiging vormen voor de versmalling. Verder is er sprake van onrechtmatig handelen door de VVE jegens [eisers]. Door de versmalling van de parkeerplaats is er inbreuk gemaakt op het exclusieve recht van [eisers]. om te parkeerplaats te gebruiken.
3.3
De VVE heeft de vordering van [eisers]. betwist. De VVE heeft aangevoerd dat [eisers]. een parkeerplaats hebben gekocht zijnde het 33/100.000ste onverdeeld aandeel in de gemeenschappelijke onroerende zaak. Maten zijn niet aangegeven. De markering is niet meer dan een paar strepen op de grond. Een versmalling van de parkeerplaats, voor zover daarvan al sprake is, door de gewijzigde markering maakt geen inbreuk op het eigendomsrecht van [eisers]. Cremers kan nog steeds van het exclusieve recht op de parkeerplaats gebruik maken. Hij kan bijvoorbeeld deels buiten de markering gaan staan. De afmetingen van de parkeerplaats in 2008 zijn niet bekend. [eisers]. weten dat ook niet. In ieder geval was er in de periode 1987-2008 een markering van de parkeerplaats van 2,50 meter bij 2,20 meter. De huidige plek is 2 meter (binnen de lijnen 1,80 meter) breed bij 5,53 meter. Dit is een verbetering ten opzichte van voor 2008. De markering kan thans ook feitelijk niet worden aangepast in verband met de ruimte die nodig is om de vuilniswagen van Roteb erdoor te laten.
3.4
De VVE betwist dat er sprake is van een onrechtmatigde daad. Er is geen sprake van verkleining van de parkeerplaats. Zowel de markering als het onverdeeld aandeel is niet gewijzigd ten opzichte van 2008. Cremers wordt ook niet gehinderd in het exclusieve gebruik om de parkeerplaats te gebruiken. Evenmin is er sprake van een nietig besluit. Er is een rechtsgeldig besluit genomen tot herbestrating van het terrein. De eigendomsverhoudingen zijn niet gewijzigd en [eisers]. worden niet gehinderd in het exclusieve gebruiksrecht.
3.5
Hetgeen partijen verder nog hebben aangevoerd wordt hierna, voor zover relevant voor de beoordeling, besproken.

4.De beoordeling van de vordering

4.1
In de dagvaarding hebben [eisers]. een beroep gedaan op de nietigheid van een besluit van de VVE, althans [eisers]. stellen dat het besluit tot herbestrating van de parkeerplaats een nietig besluit is. In beginsel dient een dergelijke vordering gelet op het bepaalde in artikel 2:14 BW te worden voorgelegd aan de rechtbank. In het onderhavige geval zal de kantonrechter de zaak niet verwijzen naar de civiele rechter nu bij conclusie van repliek (onder punt 13) de grondslag is gewijzigd, althans anders is geformuleerd. [eisers]. stellen dat het besluit nietig is en derhalve geen rechtvaardigingsgrond kan zijn voor de gestelde onrechtmatige daad. Nu [eisers]. de vordering dusdanig formuleren zou reeds hebben moeten vast staan, voor aanvang van de huidige procedure, dat er sprake is van een nietig besluit en daarvan is geen sprake.
Overigens is het besluit waar het om gaat niet nader geduid door [eisers]., in die zin dat niet bekend is wat de datum van het besluit is en wat precies is besloten (de exacte bewoordingen). De kantonrechter zal derhalve slechts de vordering beoordelen op grond van onrechtmatige daad.
4.2
Op grond van artikel 5:106 lid 2 BW kan een stuk grond worden gesplitst in appartementsrechten, hetgeen hier het geval is geweest. Het stuk grond is gesplitst in appartementsrechten (de parkeerplaatsen). Voorts is in artikel 5:106 lid 4 BW bepaald dat in het geval van 5:106 lid 2 BW het aandeel de bevoegdheid omvat tot het uitsluitend gebruik van bepaalde gedeelten van het stuk grond die blijkens hun inrichting of aanduiding bestemd zijn of worden om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt. Door de markering wordt derhalve het privéaandeel in het geheel van [eisers]. aangeduid. [eisers]. hebben aangevoerd dat zij worden belemmerd in hun recht op het exclusieve gebruik van de parkeerplaats door het aanbrengen van de markering die een versmalling van de parkeerplaats betekent. De huidige parkeerplaats is binnen de lijnen 1,80 meter breed terwijl deze voorheen 2,30 meter was. Vooropgesteld wordt dat het aanbrengen van een markering van de parkeerplaats die niet overeenkomt met het zakelijke recht van [eisers]. een inbreuk vormt op het zakelijke recht van [eisers]., althans dat zij worden belemmerd in het gebruik van het zakelijke recht. De markering is niet slechts een ‘aantal lijnen op de grond’ zoals door de VVE is aangevoerd.
4.3
De markering dient qua grootte derhalve overeen te stemmen met de grootte waar [eisers]. recht op hebben. In de akte van splitsing zelf is geen aanduiding van de grootte van het appartementsrecht aangegeven. Daarin wordt (slechts) het indexnummer gegeven ([ X]) en het aandeel in het geheel (breukdeel 33/100.000). Dit breukdeel geldt voor de appartementsrechten met appartementsindices 167 tot en met 199. Deze appartementsrechten dienen derhalve een gelijke grootte te hebben. Van de akte van splitsing maakt onderdeel uit de splitsingstekening die door [eisers]. in het geding is gebracht (productie 9 bij de conclusie van repliek). De splitsingstekening geeft de begrenzing aan van de te onderscheiden gedeeltes van de grond die bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt en waarvan volgens de akte het uitsluitend gebruik in een appartementsrecht zal zijn begrepen. Op grond van de splitsingstekening dient de omvang van de parkeerplaats, binnen de lijnen, 2,30 meter breed bij 4,60 meter lang te zijn (inclusief de belijning 2,6 meter bij 5,2 meter). Zulks wordt als zodanig door de VVE ook niet betwist. De VVE stelt slechts dat [eisers]. eerder geen parkeerplaats hadden met een breedte van 2,30 meter en derhalve niet vaststaat dat de situatie ten nadele van hen is gewijzigd. De VVE lijkt te willen aanvoeren dat [eisers]. thans geen aanspraak kan maken op een aanpassing van de markering omdat er geen versmalling is ten opzichte van de eerdere situatie. Het gaat echter om een beperking van het zakelijke recht, het appartementsrecht waarop [eisers]. op grond van de akte van splitsing en splitsingstekening recht hebben, en niet om een beperking van het recht afgemeten tegen een eerdere - mogelijk ook met dat recht strijdige - situatie.
4.4
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat sprake is van onrechtmatig handelen door de VVE jegens [eisers]. De belemmerde partij heeft in beginsel recht op volledige schadevergoeding. In dit geval hebben [eisers]. geen schadevergoeding in geld gevorderd maar in natura. Zij vorderen aanpassing van de markering. Volgens de VVE is de aanpassing van de markering feitelijk onmogelijk omdat er dan onvoldoende ruimte overblijft voor de vuilniswagen van Roteb die de vuilcontainers komt legen. Indien zulks juist is dan is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar de VVE op te leggen de feitelijke toestand in overeenstemming te brengen met de juridische toestand. [eisers]. zijn van mening dat de vrachtwagen, ook na een aanpassing van de markering naar een breedte van 2,30 meter, voldoende ruimte heeft om erdoor te kunnen. [eisers]. hebben in dat verband aangevoerd dat medewerkers van het Kadaster bereid zijn de situatie ter plaatse uit te komen meten.
4.5
Op de VVE rust de bewijslast van haar stelling dat een wijziging van de markering van de parkeerplaats naar een breedte van 2,30 meter feitelijk onmogelijk is. Alvorens een bewijsopdracht te geven aan de VVE acht de kantonrechter het gewenst de situatie ter plaatse op te nemen. Ter comparitie van partijen is zulks reeds ter sprake gekomen. De VVE heeft toen voorgesteld een vuilniswagen van Roteb te regelen zodat direct kan worden gezien of de wagen voldoende doorrijruimte heeft. Tevens wordt partijen verzocht ter plaatse meetmateriaal en/of een persoon die kan meten (bijvoorbeeld van het Kadaster) beschikbaar te hebben, zodat het zakelijk recht gemarkeerd kan worden, of dit vooraf in onderleg te doen. Partijen worden in de gelegenheid gesteld, in onderling overleg en met de Roteb, een datum (of een aantal data) voor te leggen aan de kantonrechter bij voorkeur op een maandag, dinsdag of donderdag om 17:00 uur.
4.6
De zaak zal naar de rolzitting van dinsdag 19 augustus 2014 te 14:30 uur worden verwezen voor het nemen van een akte aan de zijde van partijen met betrekking tot een te houden descente.
4.7
Iedere verdere beslissing wordt in dit stadium aangehouden.

5.De beslissing

De kantonrechter:
verwijst de zaak naar de rolzitting
dinsdag 19 augustus 2014 te 14:30 uur voor het nemen van akte aan de zijde van [eisers]. als bedoeld onder 4.5 van dit vonnis;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.F.A. van Buitenen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
540