7.In artikel 2, eerste lid, van de Wob is bepaald dat een bestuursorgaan bij de uitvoering van zijn taak, onverminderd het elders bij wet bepaalde, informatie verstrekt overeenkomstig deze wet en daarbij uitgaat van het algemeen belang van openbaarheid van informatie.
In artikel 3, eerste lid, van de Wob is, voor zover hier van belang, bepaald dat een ieder kan verzoeken om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid. Op grond van artikel 3, vijfde lid, van de Wob wordt een verzoek om informatie ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 10 en 11 van de Wob. Van deze artikelen zijn de volgende bepalingen relevant in deze zaak:
Artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wob bepaalt:
“Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit:
(…)
c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;
(…)”
Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob blijft het verstrekken van informatie ingevolge deze wet eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden.
Artikel 10, vierde lid, van de Wob bepaalt:
“Het eerste lid, aanhef en onder c (…) zijn niet van toepassing voorzover het milieu-informatie betreft die betrekking heeft op emissies in het milieu. Voorts blijft in afwijking van het eerste lid, aanhef en onder c, het verstrekken van milieu-informatie uitsluitend achterwege voorzover het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het daar genoemde belang.”
Artikel 10, zesde lid, van de Wob bepaalt dat het tweede lid, aanhef en onder g, niet van toepassing is op het verstrekken van milieu-informatie.
Artikel 10, achtste lid, van de Wob bepaalt dat voorzover het vierde lid, eerste volzin niet van toepassing is, bij het toepassen van het eerste, tweede en zevende lid op milieu-informatie in aanmerking wordt genomen of deze informatie betrekking heeft op emissies in het milieu.
Op grond van artikel 1, aanhef en onder g, van de Wob wordt in deze wet en de daarop berustende bepalingen onder milieu-informatie verstaan wat daaronder wordt verstaan in artikel 19.1a van de Wet Milieubeheer (Wm).
In artikel 19.1a, eerste lid, van de Wm, voor zover thans van belang, wordt onder milieu-informatie verstaan alle informatie, neergelegd in documenten, over:
a. de toestand van elementen van het milieu, zoals lucht en atmosfeer, water, bodem, land, landschap en natuurgebieden met inbegrip van vochtige biotopen, kust- en zeegebieden, biologische diversiteit en haar componenten, met inbegrip van genetisch gemodificeerde organismen, en de interactie tussen deze elementen;
b. factoren, zoals stoffen, energie, geluid, straling of afval, met inbegrip van radioactief afval, emissies, lozingen en ander vrijkomen van stoffen in het milieu die de onder a bedoelde elementen van het milieu aantasten of waarschijnlijk aantasten;
c. maatregelen, met inbegrip van bestuurlijke maatregelen, zoals beleidsmaatregelen, wetgeving, plannen, programma’s, milieuakkoorden en activiteiten die op de onder a en b bedoelde elementen en factoren van het milieu een uitwerking hebben of kunnen hebben, alsmede maatregelen of activiteiten ter bescherming van die elementen;
d (…).
e. kosten-baten- en andere economische analyses en veronderstellingen die worden gebruikt in het kader van de onder c bedoelde maatregelen en activiteiten.
f. (…)
In artikel 1.1 van de Wm, voor zover thans van belang, wordt onder emissie verstaan: stoffen, trillingen, warmte, die of geluid dat direct of indirect vanuit een bron in de lucht, het water of de bodem worden, onderscheidenlijk wordt gebracht.