18.3Deze berekening en de keuzes die ACM daarin gemaakt heeft, acht de rechtbank niet in strijd met artikel 57 van de Mw en evenmin onredelijk. Daarbij merkt de rechtbank op dat eiseres geen gronden tegen deze berekening van de hoogte van de boete heeft aangevoerd.
19. Eiseres heeft aangevoerd dat de boete vanwege verminderde verwijtbaarheid op nul gesteld dient te worden dan wel aanzienlijk verlaagd dient te worden. Bij de berekening van de boete zijn volgens eiseres ten onrechte de volgende boeteverlagende omstandigheden niet dan wel onvoldoende meegenomen:
a. het transitoire karakter van de markt en tegenstrijdige signalen vanuit de politiek;
b. de rol van de aanbestedende diensten/gemeenten en door eiseres betrachte transparantie over de samenwerking met [onderneming 3]; en
c. de onbekendheid met het aanbesteden.
Ten aanzien van a. zijn naast het transitoire karakter van de markt en de tegenstrijdige signalen uit de politiek volgens eiseres de volgende zaken van belang:
- de hybride structuur van de markt;
- eerdere beleidsopvattingen van de ACM;
- door de overheid aan de zorgsector gegeven tegenstrijdige signalen;
- de opvattingen van een Hoog College van Staat als de Algemene Rekenkamer;
- de oproep van het ministerie van VWS aan de ACM om meer guidance aan de sector te geven; en
- het gebrek aan bruikbare voorlichting door ACM.