Uitspraak
1.Het procesverloop en de processtukken
2.Het verzoek en het verweer daartegen
3.De beoordeling
4.De beslissing
mr. H.C.A. de Groot.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 juni 2015 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker zonder vaste woon- of verblijfplaats, die op dat moment verbleef in een psychiatrisch ziekenhuis. Het wrakingsverzoek was gericht tegen mr. H.C.A. de Groot, rechter in de rechtbank Rotterdam, afdeling privaatrecht, team familie 1. De verzoeker stelde dat de rechter hem geen afschrift van het dossier wilde verstrekken en dat dit onredelijk was, aangezien hij geen kennis had van de inhoud van het dossier. De rechter had echter aangeboden het dossier voor te houden voordat de inhoudelijke behandeling van het verzoek zou plaatsvinden. De rechtbank oordeelde dat het enkele feit dat de rechter geen afschrift verstrekte, niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid. Bovendien had de verzoeker de mogelijkheid om het dossier met zijn advocaat te bespreken, maar had dit nagelaten. De rechtbank concludeerde dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor een vrees van vooringenomenheid van de rechter. Het verzoek werd daarom ongegrond verklaard en afgewezen.