Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
;
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 26 maart 2014 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het tussenvonnis van 10 juni 2014 waarbij een comparitie van partijen werd gelast, maar geen doorgang vond;
- de conclusie van repliek, tevens akte wijziging van eis, met producties;
- de conclusie van dupliek met producties.
2.De vaststaande feiten
meerdere face to face vergaderingen met de employees”te hebben aangegeven dat er geen salarisverhogingen per 1 april 2009 kunnen worden ingevoerd, in verband met de “
huidige financiële situatie”.In een overlegvergadering met de OR gehouden op 28 februari 2010 heeft Lyondell herhaald zich niet gebonden te achten aan het Protocol en (in de toekomst) slechts te willen onderhandelen op basis van overleg aan de hand van het dan beschikbaar gestelde budget.
In dit memo wordt een voorzet gedaan voor de totstandkoming van een nieuw arbeidsvoorwaardenprotocol, waarbij de wensen van zowel de OR als Lyondell in acht worden genomen (…). Wij stellen voor, één vaste consultant te kiezen, die voor een langere periode salarisonderzoeken in de regio uitvoert (…) Tevens willen we overgaan naar een systeem van ”vooruit” onderhandelen, waarbij in gezamenlijk overleg een methode moet worden overeengekomen, zodat afwijkingen uit het verleden in de toekomst worden gecorrigeerd. (…) We bevinden ons nu in een overgangssituatie, waarbij de wens van Lyondell is, voortaan niet meer “achteruit” maar “vooruit” te onderhandelen. Tevens bestaat de wil om in het vervolg van één vaste externe consultant gebruik te maken, evt. aangevuld door specifieke, bij voorbeeld locale, survey gegevens. (…) Verder hopen wij in het vervolg consistentie te bereiken, zodat we een afspraak aangaan voor de langere termijn (…) Wij stellen daarom het volgende voor: 1. Eén vaste consultant te kiezen, die over een langere periode onderzoeken uitvoert bij bedrijven in de regio (…) 2. Duidelijke afspraken maken over het achteraf corrigeren van overeengekomen arbeidsvoorwaarden in geval van “vooruit” onderhandelen. (…). Met dit voorstel willen wij een aanzet geven voor een discussie, die uiteindelijk zal leiden tot een gezamenlijk, positief resultaat, dat zowel beter past binnen de Enterprise als leidt tot een professionalisering van de jaarlijkse onderhandelingsronde.”
In het najaar zal conform het AVW protocol de definitieve arbeidsvoorwaardelijke verhoging en de secundaire arbeidsvoorwaarden voor 2008 (en het voorschot voor 2009) d.m.v. onderhandelingen worden vastgesteld (…)”.
3.De vordering en het verweer
achteraf corrigeren van overeengekomen arbeidsvoorwaarden in geval van “vooruit onderhandelen”.” Eisers verwijzen voorts naar de brief van de OR van 2 april 2010, waarin het navolgende is vermeld: “
(…) De bijstelling van de primaire arbeidsvoorwaarden hebben altijd plaatsgevonden op basis van area vergelijk met de door ons wederzijds overeengekomen bedrijven en na intensieve onderhandelingen. Het eenzijdig afschaffen van dit systeem is niet acceptabel voor de OR (…)”. Eisers verwijzen tevens naar een sheet uit de presentatie van Lyondell “Protocol “structurele” salarisverhoging in april” waaruit blijkt dat het Protocol is ingevoerd om het salarisverhogingsproces bij Lyondell te stroomlijnen en te vereenvoudigen en mogelijke conflicten met nieuwe wetgeving te voorkomen.
4.De beoordeling van de vordering
tweejarige overeenkomst arbeidsvoorwaarden 2006 – 2008”, dat het Protocol voor bepaalde tijd is aangegaan en is geëindigd op de datum waarop de tweejarige overeenkomst arbeidsvoorwaarden is geëindigd, derhalve per 31 maart 2008.
“Als integraal onderdeel van de tweejarige overeenkomst arbeidsvoorwaarden 2006-2008 wordt bovenomschreven protocol ingevoerd per 1 april 2007”.Dat het Protocol integraal onderdeel uitmaakt van voornoemde overeenkomst, leidt echter bij een taalkundige uitleg naar het oordeel van de kantonrechter niet tot de conclusie dat het Protocol dan ook eindigt op het moment dat de overeenkomst arbeidsvoorwaarden is geëindigd. In het Protocol is voorts niet bepaald dat het voor bepaalde tijd geldt. Als het daadwerkelijk de bedoeling van partijen was dat het Protocol tegelijkertijd met de overeenkomst arbeidsvoorwaarden 2006-2008 zou eindigen, waarvan uiteraard al bekend was op het moment van inwerkingtreden van het Protocol (per 1 april 2007, toen de overeenkomst arbeidsvoorwaarden 2006-2008 al lang liep) dat deze overeenkomst per 31 maart 2008 zou eindigen, dan had het voor de hand gelegen dat dit ook in het Protocol was vastgelegd. Dat is niet gebeurd.
het voorschot voor 2009zou worden vastgesteld. Die uitleg heeft Lyondell in de onderhavige procedure ook niet gegeven.
De looptijd van de overeenkomst bedraagt 24 maanden en begint op 1 april 2006 en eindigt op 31 maart 2008’heeft betrekking op de arbeidsvoorwaardenovereenkomst 2006-2008 en niet op het Protocol. Immers, verderop in die memo wordt verwezen naar het Protocol, met de tekst “
Als integraal onderdeel van deze tweejarige overeenkomst wordt per 1 april 2007 een arbeidsvoorwaardenprotocol ingevoerd; dit protocol beschrijft nauwkeurig het proces van aanpassen van salarisschalen op voorschot en corrigeren achteraf”.
voor de langere termijn.
verhogingzal worden afgesproken voor de jaren 2009 en 2010 en een salaris
verlagingniet denkbaar is, valt bovendien niet in te zien hoe eventuele onderhandelingen met de OR tot een ‘ongunstige uitkomst’ voor de Werknemers kan leiden. Immers, zij hebben over de jaren 2009 en 2010 niets te verliezen. Dit verweer wordt dan ook verworpen.
Nederlandniet dermate slecht was, dat dit leidt tot de conclusie dat sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 6:248 lid 2 BW. Daarbij gaan eisers echter voorbij aan het gegeven dat de Nederlandse vestigingen van Lyondell onderdeel zijn van de Lyondell groep, waarvan Lyondell onweersproken heeft gesteld dat die in 2009 onder de zogenaamde “Chapter 11-wetgeving” viel en op de rand van faillissement stond, met een netto schuld van USD 24 miljard. Daarbij komt dat eisers niet hebben weersproken dat bij Lyondell in Nederland eind 2008 sprake was van een omzetdaling van meer dan 40%, een personeelsreductie van tenminste 15% heeft plaatsgevonden en een tijdelijke sluiting van de fabriek op de Maasvlakte. In deze omstandigheden is het naar oordeel van de kantonrechter naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar om Lyondell voor de jaren 2009 en 2010 aan het Protocol te houden.