Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser 1] ,
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 11 juni 2014, met producties;
- het verweerschrift van gedaagde van 18 juni 2014;
- het vonnis van 7 juli 2014 waarbij een comparitie is bepaald;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 17 oktober 2014;
- de akte van eisers van 19 november 2014, met producties;
- de akte uitlaten van gedaagde van 17 december 2014;
- de akte van eisers van 14 januari 2015, met producties.
2.De vaststaande feiten
- afdekken woning en slopen badkamer € 2.811,00
- aanschaf niet meer te gebruiken materialen € 1.735,00
- aanschaf overige materialen zoals lijm, verf, stuc, etc € 1.130,00
Met verwijzing naar mijn brief d.d. 8 juli jl. zend ik u bijgaand een afschrift van het deskundigenrapport van de ingeschakelde expert. Ik verwijs u kortheidshalve naar de inhoud.
3.De vordering
- plafond is niet goed geverfd en niet op de juiste wijze afgewerkt;
- uit de doucheput komt rioollucht naar boven;
- douchewand is niet deugdelijk afgekit;
- grondtegels zijn niet met goede polish bewerkt;
- er komt water uit de verwarmingsbuis van de radiator;
- ombouw van het toilet is verkeerd geconstrueerd;
- tegels in de doucheruimte zijn verzakt;
- doucheruimte is verkeerd gevoegd;
- afschot in de douche is verkeerd aangelegd, waardoor water onder de glazen deur door liep;
- wasbakje in het toilet is te hoog gemonteerd;
- toilet is veel te laag geplaatst;
- gehele afwerking is beneden peil.
5.De beoordeling
Kamerstukken II1992–1993, 23 095, nr. 3, p. 27–29). De kantonrechter zal het beroep van [gedaagde] op artikel 6:89 BW daarom behandelen als een beroep op artikel 7:758 lid 3 BW. Op grond van het bepaalde in artikel 7:758 lid 3 BW is een aannemer ontslagen van de aansprakelijkheid voor gebreken die de opdrachtgever op het tijdstip van oplevering redelijkerwijs had moeten ontdekken.