Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 maart 2016, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende eis in reconventie, met producties;
- de brief van de rechtbank van 8 juni 2016, waarbij partijen zijn opgeroepen voor de comparitie van partijen;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
- de akte overlegging productie van 20 september 2016, met productie;
- het proces-verbaal van de op 20 september 2016 gehouden comparitie;
- de brief van mr. Geuze van 14 oktober 2016 in reactie op het proces-verbaal.
2.De feiten
letter of intent(hierna: LOI) opgesteld, welke door Bilfinger en Hertel op 17 mei 2013 voor akkoord is getekend.
, met dien verstande echter dat Uitlener gerechtigd is de tarieven jaarlijks in december aan te passen in verband met extern kostprijsverhogende factoren zoals, maar niet daartoe beperkt, wettelijke maatregelen en CAO-afspraken.
Looptijd tarieven:
.Voorstel: De door ons eerder gedane toevoeging reduceren tot de volgende bepaling:
Tenzij in deze raamovereenkomst anders bepaald, worden alle opdrachten door Uitlener
en aan haar gelieerde
De in het hierboven weergegeven overzicht genoemde tarieven zijn voor Uitlener aanvaardbaar, indien en voor zover Bilfinger gedurende 2013 tot en met 2015 jaarlijks een bedrag ad € 420.411,75 betaalt aan Uitlener ter zake de margeverbetering ten opzichte van de tarieven 2012, zoals weergegeven in het als bijlage bijgevoegde overzicht.'
De in het hierboven weergegeven overzicht genoemde tarieven zijn voor Uitlener aanvaardbaar, indien en voor zover Bilfinger gedurende 2013 tot en met 2015 jaarlijks een bedrag ad € 420.411,75 betaalt aan Uitlener ter zake de margeverbetering ten opzichte van de tarieven 2012, zoals weergegeven in het als bijlage bijgevoegde overzicht.
Omzetgarantie
18.Geldigheid en verlenging
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
e-mailcorrespondentie als hierboven weergegeven onder 2.6 en 2.8 tot en met 2.11. Voorts heeft Friday na het sluiten van de raamovereenkomst ook steeds conform deze afspraken gefactureerd. Pas vanaf oktober 2015 vermeldde zij het woord 'voorschot' op haar facturen. De facturen ter zake van de 'nafacturatie' zijn bovendien allemaal op dezelfde datum verstuurd, namelijk 25 november 2015.
e-mailcorrespondentie over de redactie van bijlage 2 (zoals hiervoor weergegeven in 2.6 en 2.8 tot en met 2.11) kan naar oordeel van de rechtbank namelijk niet anders geconcludeerd worden dan dat het partijen steeds voor ogen heeft gestaan om uit te gaan van de tarieven van 2012 en het totaal per jaar te vermeerderen met het bedrag van € 420.441,75. Dit vindt ook steun in het tariefvergelijk, waarvan Friday c.s., anders dan zij betoogde in haar conclusie van antwoord in reconventie, ter zitting heeft erkend dat zij daarmee bekend was. Uit het tariefvergelijk blijkt dat het verschil tussen het bedrag aan omzet op basis van de tarieven voor 2012 en het bedrag aan omzet op basis van de tarieven voor 2013 precies gelijk is aan het in bijlage 2 opgenomen bedrag van € 420.441,75. Dit strookt met de uitleg die Bilfinger ten aanzien van de afgesproken tarieven geeft, terwijl het onwaarschijnlijk is dat in de uitleg die Friday c.s. hieraan geeft, het bedrag precies op het verschil tussen de omzet op basis van de tarieven 2012 en die van 2013 uit zou komen.
due diligence-onderzoek dat zij voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst heeft gedaan. Daarnaast heeft Bilfinger gedurende de looptijd van de raamovereenkomst steeds bevestigd dat de cao metaal en techniek van toepassing was, onder meer in het kader van door haar verrichte audits. Friday c.s. mocht er dus op vertrouwen dat de cao metaal en techniek van toepassing was. Op 21 september 2015 heeft Bilfinger echter eenzijdig besloten de door Friday aan Bilfinger ter beschikking gestelde werknemers te verlonen onder de bouw-cao. De hogere loonkosten die daar het gevolg van zijn, dienen dus voor rekening van Bilfinger te komen.
due diligence-onderzoek ter beschikking gestelde informatie geeft geen blijk van een relatie met enige cao. Voorts is in bijlage 2 overeengekomen dat de tarieven vastlagen gedurende de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2015. Bij de besprekingen over de redactie van de relevante bepaling in bijlage 2 zoals weergegeven onder 2.6 en 2.7 is bovendien expliciet door Bilfinger uitonderhandeld dat de tarieven niet gekoppeld zijn aan enige cao. Daarnaast was Bilfinger verplicht de nieuwe cao door te voeren op grond van de Wet aanpak schijnconstructies en de nieuwe cao Bouw & Infra.
6.422,00(2,0 punt × tarief € 3.211,00)
e-mailberichten is niet af te leiden dat Friday c.s. bedoelde overeen te komen dat de tarieven in bijlage 2 te gelden hebben als marktconforme tarieven. Bilfinger heeft op basis van die
e-mailberichten niet hoeven begrijpen dat Friday c.s. dat wenste overeen te komen.
3.211,00(2,0 punt × factor 0,5 × tarief € 3.211,00)