Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1. primair (doodslag) en 2. primair (poging tot doodslag) ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1. subsidiair (mishandeling, de dood ten gevolge hebbend), 2. subsidiair (mishandeling) en 3 (rijden onder invloed) ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 177 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, alsmede een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van 18 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994.
4.Waardering van het bewijs
- dat de verdachte alcohol heeft genuttigd en vervolgens een motorrijtuig heeft bestuurd;
- dat de slachtoffers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zich tijdens die rit in de laadbak bevonden;
- dat die laadbak niet was ingericht voor het vervoer van personen;
- dat de verdachte van de ene weghelft naar de andere weghelft heeft gestuurd.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden,
6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarde overtreedt;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
18 (achttien) maanden;
- gelast de teruggave aan de rechthebbende eigenaar [rechthebbende] van: