Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[eier 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 29 juni 2005 en de daarin vermelde processtukken,
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 11 april 2013,
- de beschikking van de wrakingskamer van de rechtbank van 8 juli 2013,
- het tussenvonnis van 29 januari 2014 en de daarin vermelde processtukken,
- het deskundigenbericht,
- de beschikking loonbepaling d.d. 21 mei 2015,
- het verzoek tot wraking van [eisers] d.d. 5 november 2015,
- de conclusie na deskundigenbericht van [eisers] , met producties,
- de conclusie na deskundigenbericht van [gedaagde] , met producties,
- de beschikking van de wrakingskamer van de rechtbank d.d. 1 december 2015,
- de beslissing van de wrakingskamer van het gerechtshof Den Haag d.d. 19 februari 2016.
2.De verdere beoordeling
in conventie en reconventie
- verdeling door de rechtbank van de per 1 augustus 1996 ontbonden vennootschap onder firma Double Super (verder: Double Super) met benoeming van een door de rechtbank uit te kiezen vereffenaar, met dien verstande dat bij de verdeling rekening wordt gehouden met de door gebroeders [eisers] en door [gedaagde] geleden schade als nader in het proces-verbaal omschreven,
- een vordering van [eisers] tot veroordeling van [gedaagde] in buitengerechtelijke en proceskosten,
- een vordering van [gedaagde] tot veroordeling van [eisers] in de proceskosten.
- resteert na vereffening van Double Super nog vermogen dat tussen de vennoten verdeeld kan worden?
- welke verdeling van het eventueel resterend vermogen acht u het meest redelijk, rekening houdende naar billijkheid zowel met de belangen van partijen als het algemeen belang? Wilt u daarbij tevens betrekken de overwegingen in het arrest van het Hof onder 5.2 (de rechtbank leest: 5.3),
- welke opmerkingen zijn naar het oordeel van de deskundige verder van belang ten behoeve van de door de rechtbank te nemen beslissing?
- er geen vermogensbestanddelen van Double Super zijn aangetroffen en er evenmin is gebleken van vorderingen van derden (niet-vennoten) op Double Super;
- de deskundige onvoldoende aanknopingspunten heeft om de vordering van gebroeders [eisers] op [gedaagde] uit hoofde van de door hen gestelde onttrekking van het computerbedrijf uit Double Super door [gedaagde] te beoordelen en dat die vordering om die reden buiten beschouwing wordt gelaten;
- de deskundige op basis van een reconstructie van de situatie per 31 juli 1996 van mening is dat [gedaagde] een vordering op gebroeders [eisers] van € 29.381,- heeft.