ECLI:NL:RBROT:2016:3435
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in bestuursrechtelijke klachtbehandeling
In deze zaak heeft eiser op 3 april 2015 een klacht ingediend bij de Externe klachtencommissie van de Raad voor de Kinderbescherming. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn klacht. De rechtbank Rotterdam heeft op 3 mei 2016 uitspraak gedaan in deze zaak. De rechtbank heeft allereerst de vraag beantwoord of zij bevoegd is om kennis te nemen van het beroep. Volgens artikel 9:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan tegen een besluit inzake de behandeling van een klacht geen beroep worden ingesteld. Eiser heeft betoogd dat er sprake is van een met een besluit gelijk te stellen weigering om een besluit te nemen, maar dit betoog faalt. De rechtbank concludeert dat de wetgever met de regeling van hoofdstuk 9 van de Awb de wijze van klachtbehandeling op een bijzondere manier heeft geregeld, waardoor de gebruikelijke rechtsmiddelen van bezwaar en beroep niet openstaan voor beslissingen betreffende een klacht. De rechtbank verklaart zich onbevoegd om van het bij haar ingestelde beroep kennis te nemen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 3 mei 2016.