In deze zaak vordert eiser, wonende te [plaatsnaam], betaling van een bedrag van € 786,50 van gedaagde, Wonen MVM B.V., wegens onverschuldigde betaling van bemiddelingskosten. Eiser heeft MVM ingeschakeld voor de bemiddeling bij de huur van een woning, maar stelt dat MVM niet recht heeft op de vergoeding omdat zij zowel voor de huurder als de verhuurder heeft bemiddeld, wat volgens artikel 7:427 jo. 7:417 lid 4 BW niet is toegestaan. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de procedure, waaronder de dagvaarding, het schriftelijk antwoord en de comparitie van partijen die op 21 april 2016 heeft plaatsgevonden. MVM is niet verschenen op de comparitie.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat MVM als makelaarskantoor bemiddelt bij de huur van onroerend goed en dat eiser via MVM een woning heeft gevonden. Eiser heeft een vergoeding van € 786,50 betaald, maar heeft deze later teruggevraagd. De kantonrechter oordeelt dat MVM zowel met de verhuurder als met de huurder een bemiddelingsovereenkomst is aangegaan, wat in strijd is met de wet. De kantonrechter wijst de vordering van eiser toe en oordeelt dat de betaling onverschuldigd is gedaan. De gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen vanaf 15 januari 2016.
Daarnaast worden de kosten van het geding aan MVM opgelegd, terwijl de gevorderde buitengerechtelijke kosten niet worden toegewezen, omdat eiser procedeert op basis van een toevoeging. De kantonrechter concludeert dat MVM de kosten van het geding moet vergoeden en wijst het meer of anders gevorderde af. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter L.J. van Die op 13 mei 2016.