Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 november 2015, met producties;
- de conclusie van antwoord van 25 mei 2016, met producties;
- de brief van 15 juni 2016 van de rechtbank, waarbij partijen zijn opgeroepen voor een comparitie van partijen;
- de brief van 15 augustus 2016 van de rechtbank, waarbij partijen nader zijn geïnformeerd over de comparitie van partijen;
- de akte houdende producties van 4 oktober 2016 van VOG;
- de pleitnotitie van mr. Hermsen;
- het proces-verbaal van comparitie van 4 oktober 2016;
- de brief van 31 oktober 2016 van mr. Hermsen;
- de brief van 2 november 2016 van de rechtbank aan partijen;
- het faxbericht van 3 november 2016 van mr. Hermsen, met bijlagen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
indien de financiering van de inkoop door DOB niet mogelijk of wenselijk is. Bij uitleg van de bewoordingen die zijn gebruikt bij het opstellen van een bepaling als de onderhavige komt het aan op de zin die partijen daaraan in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Over de uitleg van de hiervoor door de rechtbank gecursiveerde bewoordingen hebben partijen niet gedebatteerd. De rechtbank zal dan ook uitgaan van de betekenis van de bewoordingen zoals zij die in de context van de overeenkomst begrijpt.
6.422,00(2,0 punten × tarief € 3.211,00)