ECLI:NL:RBROT:2017:10301

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 december 2017
Publicatiedatum
11 januari 2018
Zaaknummer
C/10/528406 / HA ZA 17-564
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van bindend advies van geschillencommissie in civiele zaak tussen eiser en gedaagde

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft eiser [eiser] een vordering ingesteld tegen gedaagde [gedaagde] naar aanleiding van een bindend advies van de Geschillencommissie van de Vereniging voor Pianotechnici Nederland. Eiser vordert vernietiging van dit bindend advies, dat op 28 maart 2017 is gegeven, en stelt dat de Commissie niet op een zorgvuldige wijze heeft gehandeld. Eiser heeft klachten over de kwaliteit van de aangekochte vleugel en de door gedaagde uitgevoerde werkzaamheden. De rechtbank heeft de procedure in detail beschreven, inclusief de correspondentie tussen partijen en de stappen die zijn ondernomen in de procedure. De rechtbank oordeelt dat de Commissie voldoende gelegenheid heeft geboden aan eiser om zijn klachten te uiten en dat de wijze van totstandkoming van het bindend advies niet onaanvaardbaar is. De rechtbank concludeert dat de vorderingen van eiser niet kunnen worden toegewezen, omdat er geen ernstige gebreken zijn aangetoond in het bindend advies. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/528406 / HA ZA 17-564
Vonnis van 20 december 2017
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. R.M.S. Carli te 's-Gravenhage,
tegen
[gedaagde]
,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. L.V. Sloot te 's-Gravenhage.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de conclusie van antwoord met producties
  • de oproepbrief voor een mondelinge behandeling van de griffier van 23 augustus 2017
  • het B8-formulier van [eiser] van 3 oktober 2017 met productie 13
  • het proces-verbaal van comparitie van 19 oktober 2017
  • de aantekeningen mondelinge behandeling van mr. Carli
  • de brief van mr. Sloot van 30 oktober 2017
  • de fax van mr. Carli van 3 november 2017.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] voert onder de naam [gedaagde] een eenmanszaak. Hij is pianotechnicus en houdt zich bezig met pianostemmen, piano-onderhoud en -reparatie. Daarnaast is hij PTD-installateur. PTD staat voor “Precision Touch Design”. Het is een relatief nieuwe techniek, waarmee de aanslag en klank van een vleugel wordt geoptimaliseerd.
2.2.
[eiser] heeft op 20 februari 2015 aan [gedaagde] een e-mail geschreven, waarin staat:
“(…) Zoals telefonisch afgesproken hierbij de gegevens over de plek van de Schimmel vleugel. Het gaat dus om een ‘keuring’ ivm PTD. (…) Er is een bestaand keuringsrapport uit 2009, daar is alles ‘goed’.
Ik ben vrij kritisch, en wil een goed spelend en mooi klinkend instrument, voor de komende 20 jaar. Ik zou dan ook graag willen dat jij nagaat of jij vindt dat dan er meer moet gebeuren dan PTD afregeling.
  • bijv. hamerkoppen vervangen.
  • zijn de bassen ok (klank + snaren)
  • ???? (…)”
2.3.
[gedaagde] heeft hier gevolg aan gegeven. Eveneens op verzoek van [eiser] heeft hij een vleugel in Zeeland op deze kenmerken beoordeeld.
2.4.
Op 19 maart 2015 te 21:07 uur heeft [eiser] aan [gedaagde] een e-mail geschreven, waarin staat:
“(…) Zou je even willen controleren ik het goed heb onthouden?
Of (…) dit de bedragen zijn EN of dit alles is wat volgens jou nodig is?
Zwart Zeeland
9000 aanschaf + vervoer naar DH
2000 - 2500 ptd
1000 - 1500 groot onderhoud (incl zangbodem)
600 kraan
12600 - 13600 SAMEN (incl vervoer naar DH + kraan)
Bruin Den Bosch
4850 aanschaf
2000 - 2500 ptd
4500 - 5000 snaren/pennen/groot onderhoud inclusief koppen
1000 vervoer + kraan
12350 - 13350 SAMEN (incl vervoer + kraan)”
2.5.
[gedaagde] heeft hierop geantwoord:
“Transport + werkzaamheden aan huis zijn nooit inbegrepen.
Servicebeurt mechaniek na een half jaar (of zoveel eerder als nodig) is wel inbegrepen. (…)
Prijzen nu inclusief een marge van € 1000,= en het zijn de totaalprijzen, alhoewel ik nog niet precies begrijp hoe je aan de transport en kraanprijzen komt. (…)
PS: Wanneer je binnenkort beslist, neem ik niet de moeite om een factuur te maken. Die zou ik namelijk weer in mindering brengen op de uit te voeren werkzaamheden….”
2.6.
[eiser] heeft op 19 maart 2015 te 22:46 uur aan [gedaagde] een e-mail geschreven, waarin staat:
“(…) Zeeland stuurde mij net nog een mail, 8000 euro als ik morgen beslis. (…)
En de diskant is dus even parelend bij beide vleugels? (…)”
2.7.
[eiser] heeft op 20 maart 2015 de vleugel die in Zeeland stond, kleur zwart, merk Schimmel, serienummer 275 286, bouwjaar 1988, gekocht.
2.8.
[gedaagde] heeft in opdracht van [eiser] aan de vleugel werkzaamheden verricht. Op 26 maart 2015 heeft hij € 2.050,= gefactureerd betreffende
“te reviseren mechaniek”, op 13 mei 2015 € 2.542,16 betreffende
“werkzaamheden”: uitgebreid groot onderhoud aan alles, installeren van PTD, materialen, arbeid, transport. [eiser] heeft de gefactureerde bedragen voldaan.
2.9.
Tussen 10 juli 2015 en 22 december 2015 hebben partijen veelvuldig e-mails uitgewisseld naar aanleiding van klachten van [eiser] over de vleugel. In die periode heeft [gedaagde] verdere werkzaamheden verricht aan de vleugel.
2.10.
Op advies van [gedaagde] heeft [eiser] zich eind december 2015 gewend tot de Geschillencommissie van de Vereniging voor Pianotechnici Nederland (hierna: de Commissie). De Commissie bestaat uit vier leden, waarvan tenminste drie leden, onder wie de voorzitter pianotechnici zijn. Eén lid kan de hoedanigheid van meester in de rechten hebben en behoeft alsdan geen pianotechnicus te zijn. Aan de behandeling van voorgelegde geschillen nemen drie leden van de Commissie deel.
2.11.
Partijen hebben een verklaring ondertekend, [eiser] op 7 februari 2016 en [gedaagde] op 31 mei 2016, waarin zij zich akkoord verklaren met de behandeling van hun geschil door de Commissie volgens het Reglement van de Commissie en dat zij zich zullen onderwerpen aan het bindend advies van de Commissie.
2.12.
Artikel 13 van het Reglement van de Commissie luidt - voor zover relevant -:
“Indien de Commissie dit nodig acht of indien één partij of beide partijen hiertoe de wens te kennen geeft of geven, worden beide partijen opgeroepen teneinde mondeling te worden gehoord. De Commissie stelt plaats, dag en uur vast en stelt partijen daarvan op de hoogte.”
2.13.
Overeenkomstig artikel 14 van het Reglement van de Commissie heeft de Commissie twee deskundigen aangesteld om onderzoek te doen. De door hen uitgebrachte deskundigenrapporten zijn aan partijen gestuurd met het verzoek daarop te reageren. Voorts heeft de Commissie aan partijen afzonderlijk vragen gesteld die schriftelijk door hen zijn beantwoord.
2.14.
Bij wijze van bindend advies heeft de Commissie op 28 maart 2017 - verkort weergegeven -: (i) [gedaagde] opgedragen binnen 60 dagen kosteloos opnieuw de vleugel te intoneren en het afspeelmechanisme af te regelen geheel volgens de geldende specificaties en mogelijkheden van het type vleugel, alsmede de zangbodem van de vleugel deugdelijk te repareren op de beschadigde plek; (ii) [eiser] opgedragen [gedaagde] in staat te stellen deze werkzaamheden uit te voeren en (iii) het meer of anders door [eiser] gevorderde afgewezen.
2.15.
Op 18 mei 2017 heeft [gedaagde] met [persoon] een kleine servicebeurt aan de vleugel uitgevoerd. Op 27 september 2017 heeft [persoon] de vleugel gestemd.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - verkort weergegeven - dat de rechtbank de uitspraak van de Commissie vernietigt en bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een vergoeding aan [eiser] voor de onvoldoende kwaliteit van de aangekochte vleugel en de door [gedaagde] uitgevoerde werkzaamheden, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten en de kosten van de procedure bij de Commissie.
3.2.
[eiser] stelt dat het bindend advies vernietigd dient te worden omdat het door de wijze van totstandkoming en de inhoud in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Daartoe voert hij het volgende aan. [eiser] heeft geen stukken van de Commissie ontvangen betreffende het verweer van [gedaagde] . Er heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden. Hij heeft niet uit eerste hand kennis kunnen nemen van wat [gedaagde] aan de Commissie heeft verklaard, waardoor het beginsel van hoor en wederhoor is geschonden. [gedaagde] heeft aankoopkeuringen gedaan en heeft geadviseerd bij de aankoop in de wetenschap wat de specifieke wensen van [eiser] waren. Derhalve waren de klachten bij aankoop van de vleugel nog niet aanwezig en zijn die ontstaan door de werkzaamheden van [gedaagde] , danwel waren de klachten al bij de aankoopkeuring aanwezig en had [gedaagde] daarvan melding moeten maken. De Commissie heeft dit miskend.
De twee deskundigen verschilden regelmatig van mening en dan velde de Commissie zelf ongemotiveerd maar een oordeel, hetgeen onaanvaardbaar en onzorgvuldig is.
3.3.
[gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van artikel 7:904 lid 1 BW is een bindend advies vernietigbaar als de gebondenheid daaraan in verband met de inhoud of wijze van totstandkoming in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Volgens vaste rechtspraak kan niet elke onjuistheid in het advies worden ingeroepen om de bindende kracht daarvan te bestrijden (HR 25 maart 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1311). Alleen ernstige gebreken kunnen meebrengen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is de wederpartij te houden aan een bindend advies (zie o.m. HR 22 december 2009, ECLI:NL:HR:2009:BK3585). De burgerlijke rechter kan in dit verband slechts een marginale toetsing uitvoeren en niet het hele geschil tussen [eiser] en [gedaagde] (opnieuw) beoordelen. Waar het om gaat is of de grenzen waarbinnen redelijk denkende mensen van mening kunnen verschillen, zijn overschreden (conclusie A-G Huydecoper vóór HR 8 juli 2011, ECLI:NL:PHR:2011:BQ5081, nr. 8).
4.2.
Hetgeen [eiser] ter onderbouwing van zijn vordering aanvoert is niet voldoende is om de uitspraak van de Commissie te vernietigen.
[eiser] is de procedure begonnen. Het standpunt van [gedaagde] inzake de klachten was [eiser] al bekend voordat de behandeling bij de Commissie plaatsvond gelet op de uitgebreide e-mailwisseling tussen hen, in het bijzonder die van december 2015. Bij de Commissie heeft [eiser] schriftelijk zijn klachten kunnen toelichten, stukken kunnen overleggen, nadere vragen kunnen beantwoorden en kunnen reageren op de deskundigenberichten. Vervolgens heeft [eiser] de mogelijkheid gehad een mondelinge behandeling aan te vragen, hetgeen hij niet heeft gedaan. Niet is gebleken dat de behandeling van het geschil dat is uitgemond in het bindend advies zodanig gebrekkig is geweest, dat [gedaagde] [eiser] niet aan dat advies zou mogen houden.
Dat de Commissie niet is uitgegaan van een aankoopkeuring is evenmin een gebrek. [eiser] heeft [gedaagde] bij e-mail van 20 februari 2015 expliciet verzocht te bezien of PTD-afregeling kon worden uitgevoerd aan de vleugel en of er nog ander onderhoud noodzakelijk was. Dit is geen opdracht tot een aankoopkeuring. Ook de uitlating van [gedaagde] in zijn e-mail aan [eiser] van 19 maart 2015 (
“Wanneer je binnenkort beslist, neem ik niet de moeite om een factuur te maken. Die zou ik namelijk weer in mindering brengen op de uit te voeren werkzaamheden….)”impliceert niet dat hij een aankoopkeuring zou hebben verricht. [gedaagde] heeft ter comparitie verklaard dat hij die ook niet kon verrichten omdat hij toen nog niet bekend was met het klankideaal van [eiser] .
Daar waar de deskundigen van mening verschilden (ten aanzien van bijgeluid/resonantie en hamerkoppen met lak behandeld) heeft de Commissie voldoende gemotiveerd waarom zij aan de bevinding van een van de deskundigen voorbijgaat.
De uitspraak van de Commissie lijdt niet aan ernstige motiveringsgebreken die aanleiding kunnen geven tot vernietiging op de voet van artikel 7:904 lid 1 BW.
4.3.
Bij deze stand van zaken is er geen aanleiding in te gaan op het bewijsaanbod van [eiser] , omdat hetgeen hij te bewijzen heeft aangeboden niet tot een andere uitkomst zal leiden.
4.4.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht € 287,00
- salaris advocaat €
904,00(2 x tarief € 452,00)
Totaal € 1.191,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 1.191,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.L. Tan en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2017. [1]

Voetnoten

1.type: 128