ECLI:NL:RBROT:2017:1198

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 februari 2017
Publicatiedatum
15 februari 2017
Zaaknummer
5484694
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betwisting van betalingsverplichtingen en proceskosten in zorgverzekeringskwestie

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 2 februari 2017, heeft de kantonrechter zich gebogen over een geschil tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde die in persoon procedeerde. De eiseres, Zilveren Kruis, vorderde betaling van een bedrag van € 260,66, vermeerderd met wettelijke rente, op basis van een ziektekostenverzekering die de gedaagde had afgesloten. De gedaagde had de premies voor de periode van november 2012 tot en met februari 2013 niet volledig en op tijd voldaan, wat leidde tot de vordering van Zilveren Kruis. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat er een betalingsregeling was getroffen die nagekomen werd.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde inderdaad in verzuim was geraakt door de premies niet tijdig te betalen. De rechter wees de hoofdsom van € 438,- en de verschenen rente van € 10,88 toe, maar wees de gevorderde buitengerechtelijke kosten af. Dit gebeurde omdat de aanmaning aan de gedaagde niet voldeed aan de wettelijke vereisten, waardoor Zilveren Kruis geen recht had op deze kosten. De rechter vond het onaanvaardbaar dat Zilveren Kruis zonder enige navraag over de betaling van de gedaagde direct een gerechtelijke procedure was gestart, en besloot de proceskosten te compenseren, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

De beslissing van de kantonrechter was dat de gedaagde € 212,26 moest betalen aan Zilveren Kruis, vermeerderd met wettelijke rente, en dat de proceskosten werden gecompenseerd. Dit vonnis is uitgesproken door mr. G.A.F.M. Wouters.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 5484694 CV EXPL 16-8380
uitspraak: 2 februari 2017

vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,

in de zaak van

de naamloze vennootschap Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,

gevestigd te Utrecht,
eiseres,
gemachtigde: GGN Mastering Credit N.V.,
tegen

[gedaagde],

wonende te [plaatsnaam],
gedaagde,
in persoon procederend.
Partijen worden hierna aangeduid als Zilveren Kruis en [gedaagde].

Het verloop van het proces

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken:
  • het exploot van dagvaarding van 28 oktober 2016, met producties;
  • de aantekeningen van het mondelinge antwoord van [gedaagde], met producties;
  • de conclusie van repliek, met producties;
  • de conclusie van dupliek.

De omschrijving van het geschil

De vaststaande feiten

1.1
[gedaagde] heeft destijds bij Agis Zorgverzekeringen N.V. en Agis Ziektekostenverzekeringen N.V. een ziektekostenverzekering afgesloten. Op grond van deze tussen partijen gesloten overeenkomst is [gedaagde] (onder meer) premie verschuldigd. De premies dienen maandelijks bij vooruitbetaling te worden voldaan.
1.2
De premies met betrekking tot de periode van november 2012 tot en met februari 2013 zijn niet (volledig en/of op tijd) voldaan.
1.3
Door cessie en/of rechtsopvolging is Zilveren Kruis eigenaresse van de vordering geworden.
De vordering, de grondslag en het verweer
2.1
Zilveren Kruis heeft gevorderd om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen een totaal van € 260,66, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, met proceskostenveroordeling.
2.2
Aan haar vordering legt Zilveren Kruis ten grondslag nakoming van de overeenkomst. Naast een hoofdsom van € 438,- vordert Zilveren Kruis een bedrag van
€ 48,40 aan buitengerechtelijke kosten en € 10,88 aan verschenen rente minus betalingen na sommatie voor een totaalbedrag van € 236,62.
2.3
[gedaagde] betwist de vordering. Voor de betalingsachterstand is een betalingsregeling getroffen met de gemachtigde van Zilveren Kruis. Deze betalingsregeling wordt nagekomen zodat [gedaagde] geen bijkomende kosten verschuldigd is.

De beoordeling van de vordering

3.1
[gedaagde] betwist niet dat de gevorderde premies door haar onbetaald zijn gelaten zodat de hoofdsom (minus de gedane betalingen) zal worden toegewezen.
3.2
Op grond van de overeenkomst tussen Zilveren Kruis en [gedaagde] dient de premie voor de eerste van de nieuwe maand voldaan te zijn. De wet bepaalt dat als niet voor dit overeengekomen tijdstip betaald wordt, direct rente verschuldigd is. De gevorderde rente zal dan ook worden toegewezen op de hierna te vermelden wijze.
3.3
[gedaagde] is verantwoordelijk voor een tijdige betaling van de maandelijkse termijnen. Door dit niet te doen, is zij in verzuim geraakt en mag Zilveren Kruis volgens de wet aanspraak maken op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De gevorderde vergoeding komt echter niet voor toewijzing in aanmerking, nu in de aanmaning d.d. 21 november 2012 aan [gedaagde] niet een betalingstermijn van 14 dagen is gegeven ingaande de dag na ontvangst van de aanmaning, zoals vereist in artikel 6:96 lid 6 BW. In dit verband wordt verwezen naar het arrest van de Hoge Raad van 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2704.
3.4
[gedaagde] is derhalve aan Zilveren Kruis verschuldigd: € 438,- (hoofdsom) en € 10,88 (verschenen rente) minus € 236,62, ofwel € 212,26, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.5
[gedaagde] betwist proceskosten verschuldigd te zijn nu zij de eerder overeengekomen betalingsregeling nakomt.
Door Zilveren Kruis is bij conclusie van repliek het volgende aangevoerd. Op 7 maart 2016 hebben partijen een betalingsregeling getroffen van € 65,- per maand voor onderhavige vordering. Deze vordering heeft bij de gemachtigde van Zilveren Kruis het kenmerk 1329431. De betalingsregeling geldt ook voor de dossiers 1294374 en 1314321. Later is ook dossier 3602520 nog aan de betalingsregeling toegevoegd. De termijnen over de maanden maart tot en met september 2016 zijn door [gedaagde] voldaan. De termijn van oktober 2016 van deze betalingsregeling is niet door [gedaagde] voldaan zodat de regeling is komen te vervallen. De gemachtigde van Zilveren Kruis heeft in oktober 2016 wel een bedrag van € 65,- ontvangen van [gedaagde], maar bij deze betaling stond alleen het kenmerk 1294374 vermeld, zodat dat bedrag op dat dossier is afgeboekt, aldus Zilveren Kruis.
3.6
Wettelijk gezien staat Zilveren Kruis in haar recht om de betaling van oktober 2016 enkel op dossier 1294374 af te boeken nu [gedaagde] alleen dit dossiernummer als betalingskenmerk vermeld heeft. Toch zal de kantonrechter geen proceskostenveroordeling uitspreken en wel om het volgende. Zonder dat (de gemachtigde van) Zilveren Kruis de moeite heeft genomen om één telefoontje te plegen of één e-mail/brief te versturen om navraag te doen bij [gedaagde] over de vermeende ‘gewijzigde’ bestemming van de betaling – hier is uit de processtukken in ieder geval niets van gebleken – wordt twee dagen na ontvangst van de bewuste betaling de dagvaarding uitgebracht en een gerechtelijke procedure met alle bijkomende kosten van dien opgestart. Deze werkwijze siert Zilveren Kruis allerminst en hierom acht de kantonrechter het onaanvaardbaar dat [gedaagde] in de proceskosten wordt veroordeeld. De proceskosten zullen worden gecompenseerd in die zin dat ieder de eigen kosten draagt.

De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Zilveren Kruis tegen kwijting te betalen € 212,26, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf 28 oktober 2016 tot de dag der algehele voldoening;
wijst af het anders of meer gevorderde;
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.F.M. Wouters en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
745