In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 2 februari 2017, heeft de kantonrechter zich gebogen over een geschil tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde die in persoon procedeerde. De eiseres, Zilveren Kruis, vorderde betaling van een bedrag van € 260,66, vermeerderd met wettelijke rente, op basis van een ziektekostenverzekering die de gedaagde had afgesloten. De gedaagde had de premies voor de periode van november 2012 tot en met februari 2013 niet volledig en op tijd voldaan, wat leidde tot de vordering van Zilveren Kruis. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat er een betalingsregeling was getroffen die nagekomen werd.
De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde inderdaad in verzuim was geraakt door de premies niet tijdig te betalen. De rechter wees de hoofdsom van € 438,- en de verschenen rente van € 10,88 toe, maar wees de gevorderde buitengerechtelijke kosten af. Dit gebeurde omdat de aanmaning aan de gedaagde niet voldeed aan de wettelijke vereisten, waardoor Zilveren Kruis geen recht had op deze kosten. De rechter vond het onaanvaardbaar dat Zilveren Kruis zonder enige navraag over de betaling van de gedaagde direct een gerechtelijke procedure was gestart, en besloot de proceskosten te compenseren, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.
De beslissing van de kantonrechter was dat de gedaagde € 212,26 moest betalen aan Zilveren Kruis, vermeerderd met wettelijke rente, en dat de proceskosten werden gecompenseerd. Dit vonnis is uitgesproken door mr. G.A.F.M. Wouters.