Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 juli 2016, met producties 1 tot en met 15;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met producties 1 en 2;
- de brief van deze rechtbank van 5 oktober 2016, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- het proces-verbaal van comparitie van 20 januari 2017;
- de brief van 30 januari 2017 mr. Z.H. van Dorth tot Medler, waarin opmerkingen over het proces-verbaal zijn gemaakt;
- de brief van 3 februari 2017 mr. Pfeiffer, waarin opmerkingen over het proces-verbaal zijn gemaakt.
2.De feiten
Vervreemding parkeerplaatsen
(…) Cliënte wenst thans de appartementsrechten op de parkeerplaatsen te verkopen en dient daarbij de hiervoor geciteerde regeling in acht te nemen. Aan de mede-eigenaars van de andere appartementsrechten behorende tot het complex zijn de parkeerplaatsen reeds te koop aangeboden. Van de mede-eigenaars was echter geen interesse in de parkeerplaatsen. Volgens de hiervoor geciteerde regeling, is de Vereniging van Eigenaars (hierna: VVE) thans verplicht de parkeerplaatsen van cliënte te kopen.’
3.Het geschil
in conventie
a) gedaagde sub 1 te veroordelen om haar terugkoopverplichting zoals vermeld op bladzijde 25 onder e. van de splitsingsakte zoals verleden op 29 mei 1996, luidende “Indien geen der mede-eigenaars tot aankoop wenst over te gaan zal de vereniging van eigenaars tot aankoop moeten overgaan. In alle voornoemde gevallen van de verplichte aanbieding zal de prijs in onderling overleg of bij gebreke daarvan door drie beëdigde makelaars in onroerende goederen worden vastgesteld, in welk laatste geval de verkoper en de aspirant-koper ieder een makelaar en deze twee makelaars tezamen een derde makelaar benoemen.” na te komen en in dat kader de appartementsrechten, kadastraal bekend als gemeente [gemeente] , sectie P., complexaanduiding 3083 A, appartementsindici: 55, 56, 57, 94, 95, 96, 97 welke aan eisers toebehoren, ieder voor de onverdeelde helft, aan haar te laten overdragen;
eiseressen hoofdelijk, des de een betaalt de ander zal zijn gekweten, te veroordelen aan gedaagden te betalen
4.De beoordeling
in conventie
los van het alsdan eventueel te vervreemden appartementsrecht, recht gevende op het gebruik van een woning’. Er moet dus sprake zijn van een appartementseigenaar die zowel een appartementsrecht heeft dat recht geeft op een woning als een appartementsrecht dat recht geeft op een parkeerplaats en die zijn parkeerplaats wenst te vervreemden. In dat geval dient de parkeerplaats eerst te worden aangeboden aan de mede-appartementseigenaars, bij voorkeur aan diegenen die nog geen parkeerfaciliteit hebben binnen het complex. Indien de mede-eigenaars niet geïnteresseerd zijn, dan zal de VvE de parkeerplaats dienen aan te kopen. Marupa c.s. heeft echter geen appartementsrecht dat recht geeft op het gebruik van een woning. Daarmee voldoet zij niet aan de voorwaarde die in de bepaling is opgenomen. Voorts staat in de eerste zin van de bepaling ‘uitdrukkelijk bepaald’ dat de parkeerplaatsen uitsluitend kunnen worden overgedragen aan mede-appartementseigenaars. Echter, Marupa c.s. is eigenaar geworden van parkeerplaatsen terwijl het (nog) geen eigenaar van een appartementsrecht in het complex was. De parkeerplaatsen zijn derhalve in handen van ‘een niet-bewoner’ gevallen. Niet valt in te zien waarom Marupa c.s. in dat geval deze parkeerplaatsen niet aan een andere niet-bewoner zou kunnen overdragen en evenmin valt in te zien waarom in dat geval bij de VvE een verplichting bestaat om deze parkeerplaatsen in eigendom aan te nemen.
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)
5.De beslissing
2221