Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 5 juli 2016 met producties;
- de conclusie van antwoord met productie;
- de brief van 28 september 2016, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de akte van 13 januari 2017 waarbij de laatste pagina van de conclusie van antwoord is vervangen;
- het proces-verbaal van comparitie van 13 januari 2017.
2.De feiten
Onze opdrachtgever is bereid een prijs van € 500.000,- k.k. te bieden voor het pand. De overige voorwaarden dienen dan nog overeen gekomen te worden.’
3.Het geschil
4.De beoordeling
Aanbod en aanvaarding van de overeenkomst?
Sanitas gaat akkoord met de gestelde verkoopprijs van € 585.000,00 alsook de overige voorwaarden’). Daarnaast wordt in reactie op een namens [eiseres] opgesteld en aan Sanitas toegestuurd concept van de koopovereenkomst namens Sanitas op 17 september 2015 positief gereageerd met als enige opmerking aanvullende gegevens van de koper en notaris. Nu partijen reeds lange tijd met elkaar in gesprek waren over de koop van de bedrijfsruimte, Sanitas tot twee maal akkoord heeft gegeven op alle voorwaarden en nadat de voorwaarden in een concept waren vastgelegd heeft volstaan met enkele formele opmerkingen, heeft [eiseres] er redelijkerwijs op kunnen vertrouwen dat daarmee een koopovereenkomst, met het daarin opgenomen financieringsvoorbehoud en de vermelde uiterste datum waarop deze kon worden ingeroepen, tot stand was gekomen. Dat Schoeman niet bevoegd zou zijn namens Sanitas akkoord te geven, zoals Sanitas eerst ter zitting heeft verklaard, doet aan het voorgaande niet af. Sanitas heeft immers deze stelling op geen enkele wijze nader toegelicht ter zitting. Ook wordt deze stelling op geen enkele wijze ondersteund door hetgeen in het geding is gebracht. Het oordeel dat tussen partijen een koopovereenkomst tot stand is gekomen, vindt daarnaast steun in de handelwijze en woordkeuze van Sanitas na het toezenden van een door [eiseres] getekend exemplaar van de koopovereenkomst. Als onvoldoende gemotiveerd betwist is namelijk komen vast te staan dat eerst op 6 oktober 2015 door Sanitas is aangegeven dat de termijn voor het financieringsvoorbehoud een probleem zou opleveren. Daarbij is door Sanitas expliciet verzocht om ‘uitstel’ en ‘verlenging’ van de datum voor het financieringsvoorbehoud. Daaruit leidt de rechtbank af, dat ook Sanitas er kennelijk vanuit ging dat de in artikel 16 lid 1 van de koopovereenkomst opgenomen datum van 15 oktober 2015 tussen partijen was overeengekomen. Indien dit niet het geval was geweest, had het immers voor de hand gelegen dat Sanitas een opmerking of voorbehoud ten aanzien van de datum van de ontbindende voorwaarde zou hebben gemaakt in haar reactie op het toegezonden concept van 21 augustus 2015 of de toegezonden ondertekende definitieve versie. Voorts overweegt de rechtbank, dat het daarnaast voor de hand gelegen dat Sanitas haar bericht van 7 oktober 2015 zodanig had geformuleerd dat hieruit viel af te leiden dat zij zich op het standpunt stelde dat partijen nog geen overeenstemming over de datum voor financieringsvoorbehoud hadden bereikt en dat daarmee tussen partijen nog geen koopovereenkomst tot stand was gekomen. Pas op 17 november 2015 is namens Sanitas onder verwijzing naar een taxatierapport aangegeven dat de optie koop voor haar definitief is komen te vervallen zonder daarbij een afwijzing van een bankinstelling te overleggen.
- dagvaarding € 86,17
- griffierecht € 941,00
- salaris advocaat