Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaardingen van 22 april 2016, met drie producties;
- de conclusie van antwoord van Strong France, met twee producties;
- de oproepingsbrief van de rechtbank van 5 oktober 2016 waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- de zittingsagenda van 2 november 2016;
- de brief van de advocaat van Van Wijngen van 16 november 2016, met één productie;
- het proces-verbaal van comparitie van 15 december 2016;
- de brief van de advocaat van Van Wijngen van 22 december 2016 met opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil
- Er is een vervoerovereenkomst tot stand gekomen tussen Strong France en Van Wijngen die EFB als expediteur van Strong France heeft doen sluiten;
- Van Wijngen heeft bewust roekeloos gehandeld in de zin van artikel 29 CMR juncto artikel 8:1108 BW, zodat zij volledig aansprakelijk is voor de door Strong France geleden schade.
4.De beoordeling
bevoegdheid en toepasselijk recht
904,00(2 punten × tarief € 452,00)