ECLI:NL:RBROT:2017:3048
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor kosten buiten Nederland op grond van territorialiteitsbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 april 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van aanvragen voor bijzondere bijstand door eiser. Eiser had bijzondere bijstand aangevraagd voor kosten die voortvloeiden uit een rechtszaak in België, waaronder griffierechten en kosten voor rechtsbijstand door een Belgische advocaat. De rechtbank oordeelde dat de aanvragen terecht waren afgewezen op basis van het territorialiteitsbeginsel, zoals vastgelegd in de Participatiewet (Pw). Dit beginsel sluit bijstandsverlening uit voor kosten die buiten Nederland zijn opgekomen of die niet aan Nederland zijn verbonden. Eiser had de griffierechten al betaald voordat hij de aanvraag indiende, wat volgens de rechtbank betekent dat er geen recht op bijstand bestond. De rechtbank benadrukte dat de kosten van de Belgische advocaat en deurwaarder ook niet in aanmerking kwamen voor bijstand, omdat deze kosten verband hielden met een procedure in België. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.