Ten aanzien van het beroep van [gedaagde] op misbruik van omstandigheden door ABN
AMRO, overweegt de rechtbank als volgt. Artikel 3:44 lid 4 BW bepaalt dat misbruik van
omstandigheden aanwezig is indien iemand die weet of moet begrijpen dat een ander door
bijzondere omstandigheden wordt bewogen tot het verrichten van een rechtshandeling, het
tot stand komen van die rechtshandeling bevordert ofschoon hetgeen hij weet of moet
begrijpen hem daarvan zou behoren te weerhouden. Ten aanzien van de bijzondere
omstandigheden als bedoeld in deze bepaling kunnen, kort gezegd, twee categorieën worden
onderscheiden. In de eerste plaats omstandigheden waardoor iemand zich in een
noodsituatie of een dwangpositie bevindt. In de tweede plaats gevallen waarbij sprake is van
een abnormale geestelijke of psychische toestand. [gedaagde] heeft geen concrete feiten en
omstandigheden gesteld waaruit blijkt dat van een van deze situaties sprake is. De enkele omstandigheid dat [gedaagde] onervaren was, behoefde ABN AMRO niet te weerhouden van het sluiten van de borgtocht. Ook het beroep op misbruik van omstandigheden faalt.