ECLI:NL:RBROT:2017:3323
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- M.G.L. de Vette
- A.M.P. Meijer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake woningsluiting op grond van de Opiumwet
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 6 april 2017 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoekster uit Spijkenisse. De verzoekster had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Nissewaard, die haar een last onder bestuursdwang had opgelegd op basis van artikel 13b van de Opiumwet. Dit besluit hield in dat de woning van verzoekster voor een periode van drie maanden gesloten zou worden vanwege de aanwezigheid van een hennepkwekerij met 295 hennepplanten, die op 13 november 2016 door de politie was aangetroffen. De verzoekster, die minder-valide is en onder behandeling staat voor psychische problemen, voerde aan dat het beleid van de burgemeester onredelijk was en dat er onvoldoende rekening was gehouden met haar persoonlijke omstandigheden en die van haar minderjarige zoon.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Hij oordeelde dat de burgemeester in redelijkheid had kunnen besluiten tot sluiting van de woning, gezien de ernst van de overtreding en de professionele aard van de hennepkwekerij. De voorzieningenrechter benadrukte dat de burgemeester beleidsvrijheid heeft en dat er bij de beoordeling van de situatie rekening moet worden gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden. De voorzieningenrechter vond dat de burgemeester voldoende had onderbouwd dat de sluiting noodzakelijk was en dat de belangen van de verzoekster niet zwaarder wogen dan het algemeen belang van handhaving van de Opiumwet. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.