Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/741174-16 onder 1 en 2 primair ten laste gelegde en het onder parketnummer 10/682014-17 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden met aftrek van voorarrest;
- herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling voor een periode van 862 dagen in de zaak met VI-nummer 99/000421-44.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
1.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft aangevoerd dat hij een bedrag van € 2.983,- aan schade heeft geleden. Omdat een bedrag van € 2.508,- reeds is vergoed, vordert de benadeelde partij thans nog een bedrag van € 475,-.
9.Vordering herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling
22 april 2005 van de politierechter in deze rechtbank is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 weken, met aftrek van voorarrest.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden;
€ 475,- (zegge: vierhonderdenvijfenzeventig euro),bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
13 februari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 475,- (zegge: vierhonderdenvijfenzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 februari 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 475,- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
9 (negen) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,