ECLI:NL:RBROT:2017:5120
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Niet-tijdige indiening van bezwaargronden tegen boetebesluit op grond van de Tabakswet
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 juli 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Eiser had een boete van € 4.500,- opgelegd gekregen wegens herhaalde overtredingen van de Tabakswet. Eiser diende op 10 februari 2016 een pro forma bezwaarschrift in, maar heeft de gronden van bezwaar niet tijdig ingediend. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de bezwaargronden tijdig ter post heeft bezorgd. De rechtbank paste artikel 6:9 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) analoog toe op artikel 6:6 Awb, wat betekent dat het risico van het ontbreken van bewijs van verzending voor de verzender komt. Eiser had verzocht om een extra termijn voor het indienen van zijn gronden, maar ook na verlenging heeft hij geen bewijs kunnen overleggen dat de bezwaargronden tijdig zijn verzonden. De rechtbank verwierp ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel, omdat de omstandigheden in een eerdere procedure niet vergelijkbaar waren. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en het bestreden besluit in stand.