ECLI:NL:RBROT:2017:5898

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 juli 2017
Publicatiedatum
27 juli 2017
Zaaknummer
10/750137-14
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal in vereniging en oplichting van zeecontainers met ferro nikkel

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 12 juli 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van diefstal in vereniging en oplichting met betrekking tot acht zeecontainers met ferro nikkel. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. V.C. van der Velde, werd beschuldigd van het medeplegen van deze misdrijven, waarbij de officier van justitie een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf eiste. De rechtbank heeft vastgesteld dat op 30 juni 2014 aangifte is gedaan van de diefstal van de containers, die waren opgeslagen bij de Euromax terminal. De verdachte had chauffeurs ingeschakeld om de containers op te halen, waarbij hij gebruik maakte van valse pincodes. De rechtbank oordeelde dat de verdachte willens en wetens de kans had aanvaard dat de vervoersopdracht betrekking had op de diefstal van de containers. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan zowel diefstal als oplichting, en hem een taakstraf van 240 uren opgelegd, alsook een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de benadeelde partij, die materiële schade had geleden door de diefstal.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/750137-14
Datum uitspraak: 12 juli 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres,
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. V.C. van der Velde, advocaat te Almere.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 19 en 20 juni 2017.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. T.H. Slieker heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis, alsmede een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaar.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijsoverweging feiten 1 en 2
4.1.1.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit. Het standpunt van de raadsman is (kort samengevat) dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen, het medeplegen dan wel de medeplichtigheid aan de ten laste gelegde diefstal en oplichting. Hiertoe heeft de raadsman het volgende aangevoerd. Er was sprake van een legitieme vervoersopdracht. De verdachte heeft geheel te goeder trouw gehandeld bij het inschakelen en begeleiden van de chauffeurs, het huren van de trailers, het ophalen van de chassis, het verstrekken van de lijst met pincodes en het laten ophalen en loskoppelen van de containers. De verdachte heeft achteraf bezien gedwaald met betrekking tot de feiten. De verdachte heeft nimmer de wetenschap gehad dat het uiteindelijk om een diefstal van containers met daarin ferro-nikkel ging. De containers zijn opgehaald uit de haven en naar de [plaats delict] gebracht en vanuit daar uiteindelijk naar Mijdrecht gebracht en vervolgens is de inhoud van de containers doorverkocht. De betrokkenheid van de verdachte ziet alleen op het eerste gedeelte, het vervoer vanuit de terminal naar de [plaats delict] . De verdachte heeft zelf geen feitelijke uitvoeringshandelingen verricht. Er was geen sprake van ongebruikelijke handelingen binnen de transportwereld of binnen het bedrijf waarvoor de verdachte werkzaam was. De medeverdachten verklaren de verdachte niet te kennen, noch op enig moment met hem te hebben samengewerkt. Ook is niet gebleken dat de verdachte enig belang heeft gehad bij de diefstal dan wel daar iets aan heeft overgehouden.
4.1.2.
Beoordeling
Vaststaande feiten en omstandigheden
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 30 juni 2014 is aangifte gedaan van de diefstal van acht containers met daarin ferro-nikkel. De containers waren opgeslagen bij de Euromax terminal en zijn opgehaald door vier chauffeurs die waren ingeschakeld door de verdachte [naam verdachte] . De containers zijn vervolgens vervoerd naar de [plaats delict] in Rotterdam alwaar deze werden opgehaald door andere chauffeurs.
Over de wijze van totstandkoming van de vervoersopdracht van de acht gestolen containers heeft de verdachte als volgt verklaard. De verdachte was op 25 juni 2014 op het terrein van een autoverhuurbedrijf waar hij een groep mensen hoorde praten over het transport dat op 26 juni 2014 nodig was voor het vervoer van meerdere containers. De medeverdachte [naam medeverdachte 1] maakte deel uit van deze groep. De overige mensen waren onbekend voor de verdachte. De verdachte heeft op 25 juni 2014 de vervoersopdracht geaccepteerd zonder enig onderzoek dienaangaande in te stellen, ook niet toen de vervoersopdracht een dag later per e-mail werd bevestigd door het bedrijf genaamd ‘ [naam bedrijf] ’. Er waren geen vrachtbrieven aangaande het transport.
Over de wijze van uitvoering van de vervoersopdracht blijkt uit het dossier het volgende. Op 26 juni 2014 heeft de verdachte van de medeverdachte [naam medeverdachte 1] een briefje gekregen met daarop containernummers met daarachter pincodes om containers bij de Euromax terminal op te halen, alsmede het adres waar de containers losgekoppeld moesten worden en zouden worden opgehaald door chauffeurs. De door de verdachte ingeschakelde chauffeurs hebben op zijn aanwijzingen de trailers opgehaald, dagkaarten bij de Euromax terminal gekocht, aldaar geïnformeerd naar de containernummers, de containers opgehaald en vervoerd naar de [plaats delict] alwaar deze zonder kingpin-slot stonden en werden opgehaald door andere chauffeurs. In totaal hebben de door de verdachte ingeschakelde chauffeurs op 26 juni 2014 tussen 11.33 uur en 23.59 uur acht containers opgehaald en vervoerd naar de [plaats delict] . Gedurende die periode hadden de verdachte en de medeverdachte [naam medeverdachte 1] meermalen persoonlijk en telefonisch contact.
Medeplegen diefstal
Gelet op de wijze waarop de vervoersopdracht van de acht gestolen containers tot stand is gekomen, alsmede op de uitvoering daarvan, waarbij de containers niet werden afgeleverd op hun plaats van bestemming maar op straat werden losgekoppeld, later weer door andere chauffeurs werden opgehaald en zonder de benodigde papieren werden vervoerd, kan het niet anders, gezien de uiterlijke verschijningsvorm van het handelen van de verdachte, dat hij willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het doel van de vervoersopdracht was de diefstal van de containers.
De complexiteit van de diefstal en de verschillende handelingen die daarvoor door de verdachte en de medeverdachte(n) verricht zijn, maakt dat de betrokkenheid van de verdachte voldoende is om aan te nemen dat er sprake is van gezamenlijke uitvoering. Dat de verdachte geen feitelijke uitvoeringshandelingen heeft verricht, doet hieraan niet af. De verdachte en zijn medeverdachte [naam medeverdachte 1] en/of de mensen rondom de medeverdachte [naam medeverdachte 1] hebben immers de door de verdachte ingeschakelde chauffeurs gebruikt om de acht containers te stelen.
Medeplegen oplichting
Naar het oordeel van de rechtbank kan de hiervoor gegeven motivering onder het kopje ‘
medeplegen diefstal’ ook het oordeel dragen dat de verdachte samen met een of meer anderen zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 2 ten laste gelegde oplichting. In aanvulling hierop overweegt de rechtbank dat de verdachte en zijn medeverdachte [naam medeverdachte 1] en/of de mensen rondom de medeverdachte [naam medeverdachte 1] de door de verdachte ingeschakelde chauffeurs hebben gebruikt en op die wijze zich (indirect) hebben voorgedaan als chauffeurs die gerechtigd waren om de containers van de Euromax terminal weg te nemen.
Conclusie
Gelet op het voorgaande slagen de verweren van de raadsman niet.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
Primair
hij op één of meer tijdstippen op of omstreeks 26 en/of 27 juni 2014 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (vanaf de Euromaxterminal gelegen aan de Maasvlakteweg) heeft weggenomen acht, althans één of meer, zeecontainer(s) (totaal inhoudende ongeveer 191.000 kilogram Ferro-Nikkel, althans een grote hoeveelheid Ferro-Nikkel), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of (telkens) de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door (telkens) met een (valselijk verkregen) pincode, die hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren te gebruiken, die zeecontainers (met die Ferro-Nikkel) van voornoemde Euromax-terminal op te halen en/of weg te voeren en/of (vervolgens) naar Mijdrecht te vervoeren;
2.
Primair
hij op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 26 en/of 27 juni 2014 te Rotterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, één of meer medewerker(s) van de Euromaxterminal (gelegen aan de Maasvlakteweg) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten acht, althans één of meer, (zee)container(s) (totaal inhoudende ongeveer
191.000 kilogram Ferro-Nikkel, althans een grote hoeveelheid Ferro-Nikkel), hebbende verdachte en/of zijn mededader(s)
  • zich voorgedaan als (een) chauffeur(s) die gerechtigd was/waren om voornoemde (zee)containers van de Euromaxterminal op te halen en weg te voeren, en/of
  • (aldus) bij de beveiliging van Euromaxterminal een of meer dagkaart(en) gekocht, en/of
  • (aldus) aan de beveiliging (een lijstje met) (een) containernummer(s) en de daarbij behorende PINnummer(s) overhandigd/doorgegeven en gevraagd of die container(s) nog binnen op het terrein stond(en).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1.

Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutel;

2.

Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte en zijn mededader(s) hebben ervoor gezorgd dat acht containers van het beveiligde terrein van een containerterminal naar een openbare weg zijn verplaatst en aldaar zijn opgehaald en weggenomen. De verdachte heeft zich als zodanig schuldig gemaakt aan diefstal en oplichting. Door het plegen van deze feiten hebben de verdachte en zijn mededader(s) er aan bijgedragen dat niet alleen de eigenaar van de lading van de containers grote financiële schade heeft geleden, maar ook andere daarbij betrokken partijen. In het voordeel van de verdachte is wel meegewogen dat de rol van zijn mededader(s) groter was dan die van hem.
De rechtbank heeft kennis genomen van de justitiële documentatie van de verdachte, waaruit blijkt dat de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor strafbare feiten.
De rechtbank zal in strafverminderende zin laten meewegen dat sprake is van een geringe overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM.
Gezien de ernst van de feiten en voornoemd strafblad zal een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd. Bij de bepaling van de duur daarvan heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.

8.Vorderingen benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam benadeelde] ter zake van het ten laste gelegde. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 503.569,84 aan materiële schade, inclusief rente en kosten met hoofdelijke toewijzing van de vordering en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de vordering van [naam benadeelde] hoofdelijk zal toewijzen tot een bedrag van € 14.554,12 (de waarde van de acht weggenomen containers van [naam benadeelde] ), ter zake van dat bedrag tevens een schadevergoedingsmaatregel zal opleggen en voor het overige niet-ontvankelijk zal verklaren.
8.2.
Standpunt verdediging
De raadsman stelt primair, in het verlengde van de door hem bepleite vrijspraak, dat de vordering van [naam benadeelde] niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Subsidiair stelt de raadsman dat het gevorderde schadebedrag aanzienlijk moet worden gematigd omdat niet is gebleken dat de verdachte enig voordeel uit het ten laste gelegde heeft genoten. Voorts verzoekt de raadsman de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel niet op te leggen en de vordering voor wat betreft de proceskosten af te wijzen. Als de gevorderde kosten al voor vergoeding in aanmerking komen, dient dit gebaseerd te worden op het liquidatietarief, aldus de raadsman.
8.3.
Beoordeling
Op grond van artikel 51a, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering kan degene die rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit, zich ter zake van zijn vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij voegen in het strafproces. Van rechtstreekse schade is sprake indien iemand is getroffen in een belang dat door de overtreden strafbepaling wordt beschermd. In het algemeen beschermen strafbepalingen niet het belang van rechtsopvolgers noch dat van derde belanghebbenden, zodat doorgaans alleen het slachtoffer zelf zich als benadeelde partij kan voegen in het strafproces.
De rechtbank stelt vast dat [naam benadeelde] door de bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks materiële schade heeft geleden tot een bedrag van € 14.554,12, de onbetwiste waarde van de gestolen containers die haar eigendom waren. Dit deel van de vordering zal daarom worden toegewezen en wel (omdat de verdachte de feiten in vereniging met een of meerdere anderen heeft gepleegd) op hoofdelijke basis.
De rechtbank stelt verder vast dat het overige gedeelte van de vordering van [naam benadeelde] ziet op de schade die zij heeft geleden doordat zij in rechte is betrokken door [naam verzekeringsmaatschappij] , de (hoofd)verzekeraar van [naam slachtoffer 1] (de expediteur van de onderhavige containers). [naam verzekeringsmaatschappij] vorderde vergoeding kennelijk (mede) uit hoofde van een of meerdere cessies, zoals beschreven op p. 3 van de overgelegde uitspraak van het Hanseatisches Oberlandesgericht uit Hamburg. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat deze kosten in een te ver verwijderd verband met de bewezen verklaarde strafbare feiten staan. De enkele stelling dat [naam benadeelde] ook zonder de schikking gehouden zou zijn tot schadevergoeding – wat daar verder ook van zij – maakt dit niet anders: zij heeft betaald aan [naam verzekeringsmaatschappij] op de wijze en basis zoals hiervoor geschetst. [naam benadeelde] wordt daarom in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaard.
Nu de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 900,-, aan salaris voor de advocaat (1 punt voor het indienen van het verzoek om schadevergoeding en 1 punt per zittingsdag voor het verschijnen ter terechtzitting met een waarde per punt van € 300,-, waarbij de rechtbank aansluiting heeft gezocht bij het in Nederlandse civiele procedures voor kosten van rechtsbijstand gebruikelijke liquidatietarief voor kantonzaken).
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 47, 57, 310, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, zich aan een strafbaar feit schuldig maakt;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
234 (tweehonderdvierendertig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
117 dagen;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededader(s), des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde] , te betalen een bedrag van
€ 14.554,12 (zegge: veertienduizendvijfhonderdvierenvijftig euro en twaalf euro cent), aan materiële schade;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met diens mededader(s) in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op € 900,- aan salaris voor de advocaat;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 14.554,12(hoofdsom,
zegge: veertienduizendvijfhonderdvierenvijftig euro en twaalf euro cent); beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 14.554,12 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
107 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader/mededaders, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. N. Doorduijn, voorzitter,
en mrs. I.W.M. Laurijssens en D.L. Spierings, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. G.F. Meiland, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
Primair
hij op één of meer tijdstippen op of omstreeks 26 en/of 27 juni 2014 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (vanaf de Euromaxterminal gelegen aan de Maasvlakteweg) heeft weggenomen acht, althans één of meer, zeecontainer(s) (totaal inhoudende ongeveer 191.000 kilogram Ferro-Nikkel, althans een grote hoeveelheid Ferro-Nikkel), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of (telkens) de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door (telkens) met een (valselijk verkregen) pincode, die hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren te gebruiken, die zeecontainers (met die Ferro-Nikkel) van voornoemde Euromax-terminal op te halen en/of weg te voeren en/of (vervolgens) naar Mijdrecht te vervoeren;
Subsidiair
[naam medeverdachte 2] en/of [naam medeverdachte 1] en/of één of meer andere perso(o)n(en) op één of meer tijdstippen op of omstreeks 26 en/of 27 juni 2014 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (vanaf de Euromaxterminal gelegen aan de Maasvlakteweg) heeft weggenomen acht, althans één of meer, zeecontainer(s) (totaal inhoudende ongeveer 191.000 kilogram Ferro-Nikkel, althans een grote hoeveelheid Ferro-Nikkel), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [naam medeverdachte 2] en/of die [naam medeverdachte 1] en/of die andere personen en/of aan verdachte, waarbij die [naam medeverdachte 2] en/of die [naam medeverdachte 1] en/of die andere perso(o)n(en) en/of zijn/hun mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of (telkens) de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door (telkens) met een (valselijk verkregen) pincode, die [naam medeverdachte 2] en/of die [naam medeverdachte 1] en/of die andere perso(o)n(en) en/of zijn/hun mededader(s) niet gerechtigd was/waren te gebruiken, die zeecontainers (met die Ferro-Nikkel) van voornoemde Euromax-terminal op te halen en/of weg te voeren en/of (vervolgens) naar Mijdrecht te vervoeren, bij het plegen van welk misdrijf verdachte op 26 juni 2014 te Roosendaal en/of Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
  • één of meer chauffeur(s) in te schakelen en/of trailer(s) te huren, en/of
  • aan die chauffeur(s) de opdracht te geven voornoemde zeecontainer(s) op te halen en/of (daarbij) aan die chauffeur(s) de (valselijk verkregen) pincode(s) te verstrekken;
2.
Primair
hij op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 26 en/of 27 juni 2014 te Rotterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, één of meer medewerker(s) van de Euromaxterminal (gelegen aan de Maasvlakteweg) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten acht, althans één of meer, (zee)container(s) (totaal inhoudende ongeveer
191.000 kilogram Ferro-Nikkel, althans een grote hoeveelheid Ferro-Nikkel), hebbende verdachte en/of zijn mededader(s)
  • zich voorgedaan als (een) chauffeur(s) die gerechtigd was/waren om voornoemde (zee)containers van de Euromaxterminal op te halen en weg te voeren, en/of
  • (aldus) bij de beveiliging van Euromaxterminal een of meer dagkaart(en) gekocht, en/of
  • (aldus) aan de beveiliging (een lijstje met) (een) containernummer(s) en de daarbij behorende PINnummer(s) overhandigd/doorgegeven en gevraagd of die container(s) nog binnen op het terrein stond(en);
Subsidiair
[naam medeverdachte 2] en/of [naam medeverdachte 1] en/of één of meer andere perso(o)n(en) op één of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 26 en/of 27 juni 2014 te Rotterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, één of meer medewerker(s) van de Euromaxterminal (gelegen aan de Maasvlakteweg) heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten acht, althans één of meer, (zee)container(s) (totaal inhoudende ongeveer 191.000 kilogram Ferro-Nikkel, althans een grote hoeveelheid Ferro-Nikkel), hebbende [naam medeverdachte 2] en/of [naam medeverdachte 1] en/of één of meer andere perso(o)n(en) en/of zijn mededader(s)
  • zich voorgedaan als (een) chauffeur(s) die gerechtigd was/waren om voornoemde (zee)containers van de Euromaxterminal op te halen en weg te voeren, en/of
  • (aldus) bij de beveiliging van Euromaxterminal een of meer dagkaart(en) gekocht, en/of
  • (aldus) aan de beveiliging (een lijstje met) (een) containernummer(s) en de daarbij behorende PINnummer(s) overhandigd/doorgegeven en gevraagd of die container(s) nog binnen op het terrein stond(en),
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 26 juni 2014 te Roosendaal en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
  • één of meer chauffeur(s) in te schakelen en/of trailer(s) te huren, en/of
  • aan die chauffeur(s) de opdracht te geven voornoemde zeecontainer(s) op te halen en/of (daarbij) aan die chauffeur(s) de (valselijk verkregen) pincode(s) te verstrekken;