2.21.Een ongedateerde conceptbrief van Goudstikker vermeldt (productie 11C bij dagvaarding):
'Ongeveer een half jaar geleden mocht ik mij in verbinding stellen met Dr. Hannema voor den aankoop voor Rotterdam van de verzameling Königs, hiertoe gemachtigd door den eigenaar en de Amsterdamsche Bankinstelling, die zooals U bekend zal zijn, mede zeggenschap over deze verzameling heeft.
(…)
Dat men mij verzocht mij in Augustus tot Rotterdam te wenden vindt zijn oorsprong hierin, dat allen die belang hadden bij de verzameling Königs, deze liever dan waar ook, voor goed in Rotterdam zouden zien, niet alleen omdat deze stad deze verzameling vele jaren achtereen gastvrijheid heeft verleend, maar mede omdat de verzameling, die de heer Königs met zooveel kennis van zaken en zooveel fijnen smaak bijeengebracht heeft, daardoor bijna in haar geheel voor Nederland behouden zou blijven.
Ik meen dan ook dat Rotterdam van de zijde der bezitters kan rekenen op belangrijke concessies, indien er naar een mogelijkheid gezocht wordt de verzameling te verwerven en zoo werden tot nu toe dan ook alle voorstellen van andere kant voorloopig terzijde gelegd.
Het ligt niet op mijn weg U te spreken over het belang dezer collectie. Voor zoover dit noodig was, heeft de voortvarende en veel meer daartoe bevoegde Directeur van het Museum Boymans, Dr. Hannema, dit ongetwijfeld gedaan, terwijl Gij, mijne Heeren, die het voorrecht bezat de verzameling langentijd binnen de dubbele muren van Uw stad en Museum te huisvesten, zeker doordrongen zijt van de wenschelijkheid van dit bruikleen een bezit te maken.
Alvorens op de details in te gaan, mag ik nu ondanks dit alles toch misschien terloops het feit vaststellen, hetgeen naar het mij wil voorkomen, door niemand betwijfeld wordt, dat het hier gaat om een verzameling van 1914 teekeningen, die geacht wordt de beste particuliere collectie van teekeningen ter wereld te zijn, (…)
De verzameling omvat 194 Nederlandsche teekeningen van vóór 1600. Hieronder bevinden zich werken van (…); verder 135 teekeningen van Rembrandt en diens school, daarenboven 260 teekeningen van andere Nederlanders uit de 17e eeuw, 106 Vlaamsche teekeningen, waarbij (…); 303 teekeningen der Fransche School van vóór 1800 met werken van (…); 560 Italiaanse teekeningen, o.a. van (…) en 281 Oud-Duitsche teekeningen, o.a. (…), benevens nog; 19 Engelsche teekeningen, 23 Duitsche teekeningen van nà 1900; 33 Spaansche teekeningen, terwijl zich in de verzameling nog twee boeken met teekeningen van Fra Bartolommeo bevinden.
Moge deze koele opsomming U wellicht herinneren aan den omvang dezer verzameling, waarin zich vele teekeningen bevinden die wereldberoemd zijn, ze kan toch daarom van nut zijn, omdat U hierbij Uzelf rekenschap geeft, dat deze verzameling eigenlijk tegelijkertijd een doorsnede geeft van de teekenkunst in Europa en ook als zoodanig een veelzijdigheid vertoont, die op dit gebied ongeëvenaard is in een particuliere collectie.
De geheele hier opgesomde verzameling bood ik in opdracht mijner lastgevers in Augustus 1939 aan het Museum Boymans aan voor het bedrag van Fl. 2.200.000,-, terwijl de Heer Koenigs mij toentertijd verzocht aan den Directeur Dr. Hannema te willen mededeelen, dat indien de aankoop tot stand zou komen, hij bereid zou zijn aan het Museum Boymans zijn verzameling oude schilderijen af te staan, die mede niet weinig tot de bekendheid van zijn verzameling hebben bijgedragen. Het zijn 47 stukken, waarbij 4 van Hieronymus Bosch en niet minder dan 26 van Rubens. Het beroemde schilderij, de "Kruisiging" van Grünswald valt hier buiten, ook al omdat de Heer Koenigs hieromtrent bindende afspraken met de Duitsche Regeering heeft.
(…)
Gedurende de ruim zes maanden die inmiddels verlopen zijn, hebben er groote veranderingen in de wereld plaats gevonden, desondanks heeft men gedurende dien tijd rustig willen afwachten of Rotterdam alsnog over den aankoop zou willen denken, temeer, daar men gaarne den Heeren zoveel mogelijk tijd zou willen laten om tot een decisie te komen. Deze opzet blijft ook nu onveranderd voortbestaan, zij het dat de uitvoering van dit voornemen technische moeilijkheden biedt waaraan misschien tegemoet gekomen zou kunnen worden.
De eenvoudigste en meest radicale oplossing blijft natuurlijk de aankoop der verzameling. Indien men hiertoe ondanks den oorlogstoestand in Europa nog zou willen overgaan, dan ben ik gemachtigd U te zeggen, dat U ook thans op alle denkbare medewerking van den kant der verkoopers kunt rekenen en dat zij bereid zijn iedere faciliteit te verleenen, die hun mogelijk voorkomt, met dien verstande echter, dat een transactie in de allernaaste toekomst tot stand komt. De omstandigheden maken het n.l. voor een der geïnteresseerden wenschelijk het onderpand van een belangrijke geldleening, n.l. de verzameling Koenigs, naar het buitenland te brengen, dit om redenen die men licht begrijpen zal en hier niet nader onder woorden gebracht behoeven te worden.
(…)
Mochten er echter bezwaren zijn voor een onmiddellijke aankoop, zelfs indien daarbij groote faciliteiten verleend worden en wil men toch de kans benutten de unieke verzameling op den duur te verwerven, dan lijkt dit mogelijk op de volgende wijze;
De Stichting of namens haar een bank verstrekt op onderpand der verzameling Koenigs een som geld van fl. 1.800.000,--, terwijl daardoor Rotterdam het recht verkrijgt tegen een nader overeen te komen som gedurende een bepaald aantal jaren de verzameling over te nemen door aankoop. (…)
Het wil mij voorkomen dat aan deze transactie weinig risico verbonden mag heeten, daar de heer Koenigs bereid is als meerdere zekerheid, als overwaarde dus, als onderpand naast de indertijd tekoop aangeboden deelen zijner verzameling, ook de andere deelen af te staan n.l. de Fransche schilderijen der 19e eeuw. 17 in getal, waarbij 2 schilderijen van Manet, 5 van Degas, en 7 van Toulouse-Lautrec, 1 Cézanne, 1 Corot en 1 Renoir. Verder de Fransche teekeningen van nà 1800, waarbij werken van Delacroix, Daumier, Millet, Courbet, Toulouse-Lautrec, Manet, Pisarro, Degas, Renoir, Cézanne, Ingres, Corot, Rodin, Puvis de Chavannes, Gericault, Prud'hon, Daubigny, Jongkind, Monet, Sisley, Seurat, Gauguin, Gavarni, van Gogh enz., benevens zijn rechten op het schilderij van Grünewald "De Kruisiging".
Hierdoor zou vermeden worden, dat delen der verzameling thans naar het buitenland gezonden zouden behoeven te worden, terwijl, naar het mij wil voorkomen, door het onderpand, als alle teekenen niet bedriegen, de te verstrekken som geld verre overtroffen wordt.
Men bereikt hiermede verder, dat men tot den aankoop der verzameling kan overgaan op het oogenblik dat dit convenant is en men op dit moment nog geen definitieve beslissing hoeft te nemen. Met andere woorden dat men gedurende enkele jaren gelegenheid heeft de verzameling Koenigs of die deelen daarvan die wenschelijk voorkomen, voor goed op te nemen in de collectie van het Museum Boymans.
Daar de Firma die oorspronkelijk de bedragen op onderpand der verzameling verstrekt had, geliquideerd zal worden, vermijdt men hiermede definitief, dat deze verzameling thans op andere wijze verkocht en eventueel misschien zelfs door veiling voor goed verspreid zoude worden, hetgeen op den duur wel eens geen denkbeeldig gevaar zou kunnen blijken te zijn, al zal men ook voorloopig trachten dit te voorkomen.
Ik meende deze uiteenzetting te moeten geven, daar men mijn tusschenkomst verzocht heeft en wensch geen andere rol te spelen dan die van den eerlijken makelaar, die behalve de zakelijke kant van deze transactie, én het belang van het Museum Boymans én dat van de verzameling Koenigs als dat van diens eigenaar, meent te kunnen dienen.'