Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de akte houdende vermeerdering van (grondslag van) eis, tevens akte houdende overlegging producties
- de (overigens) overgelegde producties
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Organik
- de pleitnota van Dow.
2.De feiten
discoveryheeft moeten overleggen. Dow heeft terecht opgemerkt dat Organik dit verweer eerder had kunnen en moeten voeren. Dow heeft ter onderbouwing van de gestelde schending van bedrijfsgeheimen al in eerste aanleg en bij haar memorie van grieven verwezen naar de conclusies van haar deskundige [persoon 3] op basis van de bedoelde lijst met 52 bedrijfsgeheimen. Op die bevindingen van [persoon 3] is Organik voorafgaand aan het tussenarrest ook uitgebreid ingegaan, maar Organik heeft in dat kader nooit het verweer gevoerd dat de lijst is opgesteld met kennis van het productieproces van Organik. Door het verweer pas nu, nadat het hof al heeft moeten beslissen over de gestelde schending van bedrijfsgeheimen, naar voren te brengen, handelt Organik in strijd met de goede procesorde en de tweeconclusieregel.
data review protocolworden gepasseerd omdat Organik dat protocol pas bij haar antwoord-akte naar voren heeft gebracht en Dow dus geen gelegenheid heeft gehad daarop te reageren.
3.Beslissing
opnieuw rechtdoende,
opnieuw rechtdoende,
opnieuw rechtdoende
allpotentially relevant documents
alldocuments, if there are any, which are relevant with respect to 3.3.5.a and c (17.1.2017)
one of Dow's 177 nonopaque emulsion polymersmentioned in Dow's Exhibit 13 confidential access to the relevant recipe (and not only to the trade secrets which just concern the production of opaque polymers) must be granted to me to substantiate the suspicion.
3.Het geschil
4.De beoordeling
klaarblijkelijkejuridische misslag, op grond van het volgende.
Organik had dit argument naar voren kunnen en moeten brengen voordat het hof het tussenarrest wees.” Het gerechtshof heeft daarbij toepassing gegeven aan de, door de eisen van een goede procesorde ingegeven en daarin besloten liggende, tweeconclusieregel. Deze regel houdt in dat zowel de grieven als de verweren moeten worden aangevoerd bij de eerste gelegenheid in appel en, voor appellant, in de memorie van grieven respectievelijk, voor geïntimeerde, in de memorie van antwoord. Een latere grief of later verweer is in beginsel tardief.
klaarblijkelijkis. Als nog bewijslevering nodig is, is van klaarblijkelijkheid per definitie geen sprake.
slechtsBDO dat recht heeft en [persoon 1] (a contrario) dus niet. Een dergelijk oordeel is niet gegeven en zou bovendien niet rijmen met het oordeel van het gerechtshof dat [persoon 1] de assistentie van BDO kan inroepen. De mogelijkheid om assistentie in te roepen zou zinledig worden als het betoog van Organik zou worden gevolgd. Aangenomen moet daarom worden dat ook [persoon 1] , zo nodig met assistentie van BDO, het recht heeft om voor de hand liggende variaties op zoektermen te hanteren. Deze deelvordering zal worden afgewezen.