1STK personenauto, merk: Ford Mondeo, kleur: groen, nummer: [beslagnummer] ;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij, te betalen een bedrag van
€ 1.508,68 (zegge: eenduizendvijfhonderdenacht euro en achtenzestig cent),bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 oktober 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
wijst af het door de benadeelde partij meer of anders gevorderde;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 1.508,68(hoofdsom,
zegge: eenduizendvijfhonderdenacht euro en achtenzestig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 oktober 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
25 (vijfentwintig) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.A.M.J. Janssen-Timmermans, voorzitter,
en mr. R.J.A.M. Cooijmans en mr. I.W.M. Laurijssens, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.C. de Hooge, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
(primair)
hij op of omstreeks 14 oktober 2015 te Rotterdam als verkeersdeelnemer,
namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), zich zodanig
heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft
plaatsgevonden door met dat motorrijtuig zeer, althans aanmerkelijk,
onvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam en/of met aanmerkelijke
verwaarlozing van de te dezen geboden zorgvuldigheid te rijden op de voor het
openbaar verkeer openstaande weg, de Wolphaertsbocht ,
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen daar,
met een gemiddelde snelheid gelegen tussen 99 en 104 km/uur, zijnde een veel
hogere snelheid dan de ter plaatse geldende maximumsnelheid van 50 km/uur
heeft gereden,
en bovendien met een, gelet op de wegsituatie (te weten parallel en aan
weerszijden van de rijbaan gelegen parkeervakken en trottoirs en meerdere
voetgangersoversteekplaatsen en kruisingen), veel te hoge snelheid, heeft
gereden en/of
met die veel te hoge snelheid de kruising met de Clemensstraat is genaderd
en/of
zijn snelheid niet zodanig heeft aangepast dat hij in staat was zijn voertuig
voldoende af te remmen en/of tot stilstand te brengen binnen de afstand
waarover hij, verdachte, de weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
(aldus rijdende) niet tijdig heeft opgemerkt dat een fietser, die voor hem,
verdachte, van links kwam, die genoemde kruising (inmiddels) was opgereden
en/of
op het kruisingsvlak in botsing of aanrijding is gekomen met die fietser,
als gevolg waarvan die fietser (achtereenvolgens) op het voertuig van
verdachte is terechtgekomen, werd weggeworpen tegen een geparkeerde auto en op
het wegdek is gevallen,
waardoor die fietser, genaamd [naam slachtoffer] , werd gedood;
zulks terwijl de aanrijding (mede) is veroorzaakt doordat hij, verdachte, de
krachtens de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde maximumsnelheid in ernstige
mate heeft overschreden;
(subsidiair)
hij op of omstreeks 14 oktober 2015 te Rotterdam als bestuurder van een
motorrijtuig (personenauto), daarmee rijdende op de voor het openbaar verkeer
openstaande weg, de Wolphaertsbocht , zich zodanig heeft gedragen dat gevaar op
die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op
die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
welk gedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen daar,
met een gemiddelde snelheid gelegen tussen 99 en 104 km/uur, zijnde een veel
hogere snelheid dan de ter plaatse geldende maximumsnelheid van 50 km/uur
heeft gereden,
en bovendien met een, gelet op de wegsituatie (te weten parallel en aan
weerszijden van de rijbaan gelegen parkeervakken en trottoirs en meerdere
voetgangersoversteekplaatsen en kruisingen), veel te hoge snelheid, heeft
gereden en/of
met die veel te hoge snelheid de kruising met de Clemensstraat is genaderd
en/of
zijn snelheid niet zodanig heeft aangepast dat hij in staat was zijn voertuig
voldoende af te remmen en/of tot stilstand te brengen binnen de afstand
waarover hij, verdachte, de weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
(aldus rijdende) niet tijdig heeft opgemerkt dat een fietser, die voor hem,
verdachte, van links kwam, die genoemde kruising (inmiddels) was opgereden
en/of
op het kruisingsvlak in botsing of aanrijding is gekomen met die fietser;