3.2.Bij conclusie na tussenvonnis hebben [eisers] hun eis vermeerderd dan wel veranderd, zodanig dat deze thans luidt, bij vonnis:
''a. te verklaren voor recht dat de VvE toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen van artikel 5:126 BW, en artikel 8 van het splitsingsreglement en de splitsingsakte jegens [eisers] en/of onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eisers] op de gronden omschreven in de dagvaarding;
b. te verklaren voor recht dat EVG onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eisers] door een inbreuk te maken op de persoonlijke integriteit en het eigendomsrecht van [eisers] en door in strijd te handelen met verschillende wettelijke plichten zoals artikel 3 Asbestverwijderingsbesluit 2005, artikel 1:26 Bouwbesluit en de waarschuwingsplicht uit hoofde van artikel 7:754 BW;
c. te verklaren voor recht dat de VvE en EVG hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die [eisers] lijden en nog zullen lijden als gevolg van het handelen onder 1 [a] respectievelijk 2 [b];
d. de VvE en EVG hoofdelijk te veroordelen aan [eiser 1] en [eiseres 2] te betalen een schadevergoeding voor materiële schade van EUR 52.979,95 en een schadevergoeding voor immateriële schade van EUR 8.000,-, althans een door uw Rechtbank te bepalen schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 9 december 2014, althans de dag van dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
e. de VvE en EVG hoofdelijk te veroordelen aan [eiseres 3] te betalen een schadevergoeding voor materiële schade van EUR 22.229,11 en een schadevergoeding voor immateriële schade van EUR 4.000,-, althans een door uw Rechtbank te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 9 december 2014, althans de dag van dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
f. de VvE en EVG hoofdelijk te veroordelen aan [eiseres 4] te betalen een schadevergoeding voor materiële schade van EUR 16.911,00 en een schadevergoeding voor immateriële schade van EUR 4.000,-, althans een door uw Rechtbank te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 9 december 2014, althans de dag van dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
g. de VVE en EVG hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding aan [eisers] van het bedrag van alle overige door [eisers] geleden en nog te lijden schade, waaronder de overige schade als gevolg van de VvE-kosten, welke schade nader dient te worden opgemaakt bij staat en te worden vereffend volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 9 december 2014, althans de dag van dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
i. voor zover de voorwaardelijke vordering van de VvE wordt toegewezen, te verklaren voor recht dat EVG aansprakelijk is voor de door [eisers] geleden schade in verband met de vervangende huisvesting ter hoogte van het bedrag dat [eisers] uit hoofde van onverschuldigde betaling aan de VvE alsdan zullen moeten terugbetalen en EVG te veroordelen voornoemd bedrag bij wijze van schadevergoeding aan [eisers] te betalen, een en ander, voor zover de wet zulks toelaat, uitvoerbaar bij voorraad; en
j. de VvE en EVG hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de kosten van dit geding, te vermeerderen met de nakosten ten belope van EUR 131,-- zonder betekening, dan wel EUR 199,-- in het geval van betekening, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening van de (na-)kosten niet binnen die termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na-)kosten te rekenen vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis,
een en ander, voor zover de wet het toelaat, uitvoerbaar bij voorraad.'