Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
artikel 7:686a lid 3 BW
1.Het verloop van de procedure
- het op 31 augustus 2017 per fax ter griffie ontvangen verzoekschrift ex artikel 7:682 BW met nevenvorderingen, met producties;
- het op 28 september 2017 ter griffie ingekomen verweerschrift, met producties, tevens inhoudende een zelfstandig tegenverzoek ex artikel 7:686a lid 3 BW;
- de brief van [verzoeker] d.d. 28 september 2017 met daarbij gevoegd de producties 13 tot en met 18;
- de brief van [verzoeker] d.d. 2 oktober 2017, met daarbij gevoegd de producties 19 tot en met 21;
- de brief van Energo Projects d.d. 3 oktober 2017, met de daarbij gevoegde
Van het verhandelde ter zitting is door de griffier aantekening gehouden
2.De feiten
kanworden toegekend
“uitsluitend indien de winst dat toelaat, wat volledig en uitsluitend ter beoordeling van de algemene vergadering van aandeelhouders van de vennootschap staat”.Voor wat betreft de hoogte van de bonus is in dat artikel opgenomen dat gedurende het eerste jaar van het dienstverband de bonus maximaal gelijk is aan een fictieve dividenduitkering behorend bij een fictief bezit/eigendom van 5 procent van de aandelen in de vennootschap. Gedurende het tweede jaar van het dienstverband bedraagt dat percentage 10% en het derde jaar 20%.
[dochtervennootschap] de persoonlijke beheervennootschap van [grootaandeelhouder verweerder] . Hij is ook eindverantwoordelijke van Energo Projects en van diverse aan [dochtervennootschap] gelieerde bedrijven in Nederland en het buitenland, die opereren onder de paraplu van de Energo Group B.V.
“huur 2015 +Borg volgens huurovereenkomst”respectievelijk
“huurafrekening 2016 tot beëindiging”.
- Energo Projects bereid is de transitievergoeding van één maand salaris te betalen;
- Energo Projects overgaat tot het opstellen van een vaststellingsovereenkomst met daarin o.a. decharge voor het statutaire directeurschap van zowel Shipmonting B.V. en Energo Projects B.V. en de financiële afhandeling met betrekking tot de eindafrekening en transitievergoeding e.e.a conform hetgeen gesteld is in de arbeidsovereenkomst.
28 juli 2017 verstuurd heeft.
3.De verzoeken van [verzoeker] en de grondslagen daarvan
€ 35.200,- dat [verzoeker] van Energo Projects geleend heeft;
Die aanspraak correspondeert volgens [verzoeker] met een totaal bruto bedrag van € 12.320,-.
4.Het verweer alsmede het zelfstandig tegenverzoek van Energo Projects
af te wijzen en tevens van recht te verklaren dat zij bevoegd is tot verrekening alsmede [verzoeker] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 26.200,46, althans € 14.998,64, althans een bedrag dat de rechtbank redelijk voorkomt, vermeerderd met rente, met de veroordeling van [verzoeker] in de kosten van het geding.
Daartoe is door Energo Projects - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
5.De beoordeling van de verzoeken van [verzoeker]
Termijn indiening verzoek [verzoeker]
naasthet wettelijk recht op een transitievergoeding, dat dient ter compensatie van de gevolgen van het ontslag,
"verzet het stelsel van de Wwz zich niet ertegen dat met de gevolgen van het ontslag rekening wordt gehouden bij het bepalen van de omvang van de billijke vergoeding waarop de wet een werknemer aanspraak geeft omdat de werkgever van het ontslag als zodanig een ernstig verwijt kan worden gemaakt, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het de werkgever te maken verwijt",aldus de Hoge Raad in voormeld arrest. Immers, de aanspraak van de werknemer op loondoorbetaling bij een vernietigbaar ontslag kan niet geacht worden volledig te zijn gecompenseerd door de transitievergoeding en de bedoeling van de billijke vergoeding is nu juist dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.
€ 57.000,- bruto, globaal overeenkomend met 6 maandsalarissen inclusief vakantietoeslag, naast de transitievergoeding, die hierna berekend zal worden, billijk. Daarbij heeft de rechtbank overwogen dat het voor [verzoeker] mogelijk moet zijn binnen een periode van circa 9 tot 12 maanden elders werk te vinden en rekening houdend met het feit dat [verzoeker] in die periode recht heeft op een WW-uitkering, zij het berekend naar het maximumdagloon dat aanzienlijk lager is dan 70 c.q. 75 % van het laatstverdiende salaris, compenseert bedoelde vergoeding samen met de hierna te berekenen transitievergoeding globaal het inkomstenverlies gedurende bedoelde periode van 9 tot 12 maanden maanden. Bij de toekenning van het hiervoor genoemde bedrag aan billijke vergoeding heeft de rechtbank tevens meegewogen dat een termijn van 6 maanden geldt als een periode waarbinnen een gemiddeld functioneringstraject kan worden doorlopen. Die termijn had Energo Projects minst genomen moeten doorlopen om te voorkomen dat [verzoeker] door het ontslag overvallen werd.
op basis van het functioneren van werknemer in de ruimste zin van het woord”.Uit die formulering blijkt derhalve dat Energo Projects een zekere beleidsvrijheid had om al dan niet een winstdeling toe te kennen.
[verzoeker] heeft van zijn kant tijdens de mondelinge behandeling gesteld dat mondeling nadere afspraken zijn gemaakt over de uitbetaling van de bonusuitkering toen [verzoeker] de lening met Energo Projects afsloot ten bedrage van € 32.500,- in verband met de aankoop van een perceel grond. Toen zijn - aldus [verzoeker] - concrete bedragen afgesproken die door Energo Projects aan hem zouden worden toegekend en die bedragen zouden worden afgeboekt op bedoelde lening.
€ 800,00 over 2014 en € 17.225,00 bruto over het jaar 2015.
€ 9.652,67 bruto, terwijl Energo Projects uitgaat van een bruto bedrag van € 9.151,97. Het verschil wordt veroorzaakt doordat [verzoeker] bij de berekening van de hoogte van de transitievergoeding rekening houdt met de hem toekomende bonusuitkering. Alvorens op dit punt definitief te beslissen zal de rechtbank de bewijslevering van [verzoeker] afwachten ten aanzien van de bonus/winstdeling.
€ 677,93. Derhalve in totaal een bedrag van € 9.151,98. Over de berekening van bedoeld bedrag zijn partijen het eens, zodat dat bedrag in de te wijzen eindbeschikking toegewezen zal worden. Ook dit bedrag zal nu nog niet worden toegewezen in het dictum van deze uitspraak, om te voorkomen dat sprake is van een deelbeschikking.
6.De beoordeling van de zelfstandige tegenverzoeken van Energo Projects6.1. Energo Projects heeft gevorderd voor recht te verklaren dat zij gerechtigd is haar vorderingen ter zake van de iPad mini, de espressomachine en de lening op [verzoeker] te verrekenen met hetgeen zij nog aan hem verschuldigd is. In het hierna volgende zal de rechtbank die drie verschillende vorderingen bespreken en daarbij tevens het verweer van [verzoeker] beoordelen.
€ 475,80. [verzoeker] heeft dat bedrag erkend, zodat tot dat bedrag verrekening zal worden toegestaan.
7.De beslissing
[verzoeker]toe tot het bewijs van zijn stelling dat met Energo Projects in afwijking van het bepaalde in artikel 4 van de arbeidsovereenkomst mondeling andersluidende afspraken zijn gemaakt ten aanzien van de uitbetaling van de bonus/winstdeling en dat Energo Projects zich daarbij onvoorwaardelijk heeft verplicht tot betaling van de door hem gevorderde bedragen van € 800,00 over 2014 en € 17.225,00 bruto over het jaar 2015:
[verzoeker]toe tot het bewijs van feiten en/of omstandigheden op grond waarvan geconcludeerd moet worden dat Energo Projects heeft ingestemd met de aanschaf van de espressomachine bij Het Kookpunt ter vervanging van de koffiemachine die [verzoeker] van huis heeft meegenomen ten behoeve van de onderneming;
Energo Projectstoe tot het bewijs van feiten en/of omstandigheden feiten op grond waarvan geconcludeerd moet worden dat het tegoed aan vakantiedagen per 30 juni 2017 60,12 uur bedraagt.
[verzoeker]en
Energo Projectszich uiterlijk op
14 november 2017schriftelijk dienen uit te laten of, en zo ja op welke wijze, zij voornoemd bewijs wensen te leveren;