ECLI:NL:RBROT:2017:9328

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 november 2017
Publicatiedatum
28 november 2017
Zaaknummer
10/741274-16 / vordering TUL VV: 11/500481-08
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bezit en vervaardiging van kinderporno met betrekking tot minderjarige

Op 22 november 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno. De verdachte, een man van 49 jaar, had meermalen foto's gemaakt van een jongen van (bijna) 16 jaar, waarbij seksuele gedragingen zichtbaar waren. De rechtbank oordeelde dat, ondanks de eventuele instemming van het slachtoffer, het vervaardigen van deze beelden in strijd was met sociaal-ethische normen, gezien het grote leeftijdsverschil. De verdachte was recidivist en bevond zich in proeftijd van een eerdere veroordeling. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 15 maanden, maar de rechtbank besloot tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden, met een proeftijd van 3 jaar, en een taakstraf van 150 uur. De rechtbank oordeelde dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet opgelegd kon worden vanwege de averechtse effecten op de verdachte's werk en relatie, en de noodzaak voor behandeling en toezicht door de reclassering. De rechtbank wees ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf af, omdat de verdachte zich aan de voorwaarden had gehouden. De in beslag genomen computer en andere apparaten werden onttrokken aan het verkeer, omdat ze gebruikt waren voor het plegen van de strafbare feiten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/741274-16
Parketnummer vordering TUL VV: 11/500481-08
Datum uitspraak: 22 november 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. J.J. Vermaat, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 8 november 2017.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A. Ekiz heeft gevorderd:
in de zaak met parketnummer 10/741274-16
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van voorarrest;
in de zaak met parketnummer 11/500481-08
- verlenging van de proeftijd van de bij het vonnis van de rechtbank Dordrecht d.d.
27 januari 2009 aan de verdachte voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de tijd van twee jaren.

4.Waardering van het bewijs

Bewijsverweren

Standpunt verdedigingTen aanzien van het onder 1 ten laste gelegde is aangevoerd dat er weliswaar wettig bewijs voorhanden is maar dat het de vraag is of de rechtbank ook de overtuiging kan krijgen dat met vervolging van dit feit het beoogde rechtsbelang wordt gediend, gelet op de ongedwongen sfeer waarin de foto’s zijn gemaakt, het feit dat het slachtoffer zelf ook naaktfoto’s aan de verdachte toezond, de gevorderde leeftijd van het slachtoffer en zijn bekendheid met het verleden van de verdachte. Van enige dwang of onvrijwilligheid is geen sprake geweest.
Ten aanzien van onder 2 ten laste gelegde is aangevoerd dat alleen het verwerven en niet het bezit van kinderporno kan worden bewezen.
Beoordeling
Voor zover de verdediging ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde heeft willen betogen dat geen bewezenverklaring voor het vervaardigen van kinderporno kan volgen, verwerpt de rechtbank dit verweer Door de verdachte is het geslachtsdeel van het slachtoffer meermalen op beeld vastgelegd. Gelet op het grote verschil in leeftijd tussen het slachtoffer en de verdachte (een jongen van (bijna) 16 jaar en een man van 49 jaar) is daarmee gehandeld in strijd met een sociaal-ethische norm. Kinderen, ook kinderen van (bijna) 16 jaar, dienen beschermd te worden tegen de schade die door het maken van dit soort opnamen kan ontstaan. De eventuele instemming van het (bijna) 16-jarige slachtoffer met de vervaardiging van de pornografische opnamen neemt in dit geval de schadelijke effecten ervan niet weg.
Ook het verweer ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde wordt verworpen. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte in de ten laste gelegde periode – in ieder geval op momenten – bewust kinderporno heeft gedownload, opgeslagen en daarover aldus beschikkingsmacht heeft gehad. Daaraan doet niet af, dat de verdachte de kinderporno later, volgens zijn verklaring meestal de volgende ochtend, heeft gewist/weggegooid.
Bewijs en bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave opgenomen van de wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan en op grond van de voor het bewijs redengevende inhoud van het vorenstaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze begaan dat:
1.
hij op
tijdstippenin de periode van 1 januari 2014 t/m 31 december 2015 te Rotterdam, in elk geval in Nederland, meermalen, afbeeldingen te weten foto's heeft vervaardigd,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [naam slachtoffer] ( [geboortedatum slachtoffer] 1999) was betrokken ,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [naam slachtoffer] , die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij, door het camerastandpunt, de uitsnede van de afbeeldingen nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen
van die [naam slachtoffer]in beeld gebracht worden
ende
afbeeldingenaldus een onmiskenbaar seksuele strekking
hebbenen
strekkentot seksuele prikkeling;
2.
hij op tijdstippen in de periode van 1 januari 2014 tot en met 27 januari 2016 te Rotterdam, afbeeldingen, te weten foto('s)
– heeft verworvenen gegevensdragers bevattende afbeeldingen)– in bezit
heeftgehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en
het met (een)vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het met (een) vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)foto's/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte zal daarvan
worden vrijgesproken. Met name wordt niet bewezen geacht dat de verdachte,
zoals onder 1 en 2 is tenlastegelegd, een gewoonte heeft gemaakt van het
vervaardigen respectievelijk het in bezit hebben van pornografisch materiaal. De rechtbank
volgt de verdediging daarin.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1. een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, meermalen gepleegd

2.eendaadse samenloop van:

een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd
en
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft meermalen van een jongen van (bijna) 16 jaar oud kinderpornografische afbeeldingen gemaakt. De verdachte heeft door dit handelen inbreuk gemaakt op de privacy van de jongen en het vertrouwen beschaamd dat de jongen in hem had. De jongen was op een leeftijd dat hij de gevolgen van zijn eventuele instemming met het maken van de foto’s nog niet (in volle omvang) kon overzien. De verdachte heeft daarvan, als volwassene, misbruik gemaakt en zich niet bekommerd over mogelijke negatieve gevolgen van zijn handelen op de meer lange termijn.
Daarnaast heeft de verdachte op meerdere momenten kinderporno gedownload en de vervaardigde en verworven afbeeldingen in zijn bezit gehad op zijn computer, externe harddisk en een geheugenkaart. Met het voorhanden hebben van deze afbeeldingen heeft de verdachte (deels indirect) bijgedragen aan het toebrengen van grote psychische, emotionele en lichamelijke schade bij de kinderen die het betreft.
De verdachte heeft verklaard dat hij een en ander steeds heeft gedaan om de kick die het hem gaf om iets verkeerds te doen. Het zou niets te maken hebben met lustbeleving. De rechtbank vindt die verklaring van de verdachte onaannemelijk.
Uit een uittreksel uit de justitiële documentatie van 19 oktober 2017 blijkt dat de verdachte – naast na te noemen voorwaardelijke veroordeling van 27 januari 2009 waarvan de proeftijd nog loopt en waarvan de tenuitvoerlegging is gevorderd – nog twee maal eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 13 september 2016. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Betrokkene gaat de risico's niet uit de weg terwijl hij precies weet waar deze liggen. Ondanks de (ten tijde van de delicten afgeronde) lange en intensieve behandeling, waarbij hij zijn afspraken altijd goed is nagekomen, blijft betrokkene het contact met minderjarige potentiele slachtoffers opzoeken en brengt hij zichzelf in situaties waar hij zich niet moet bevinden (slachtoffer mee op de vrachtwagen nemen, alleen thuis ontvangen etc.)
De reclassering schat de recidivekans in als verhoogd, hoewel betrokkene nu een steunend netwerk om zich heen heeft. De reclassering acht het echter de moeite waard om de behandeling bij de Waag, waarmee de verdachte na zijn arrestatie weer is begonnen en die nu tevens is gericht op de inmiddels geconstateerde autismestoornis een kans te geven. Dit kan plaatsvinden binnen de eerder opgelegde voorwaardelijke veroordeling waarvan de proeftijd nog loopt. De reclassering adviseert om die voorwaardelijke straf niet ten uitvoer te leggen. Bij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf bestaat de kans dat de verdachte zijn baan verliest.
Psychiater dr. C.J.F. Kemperman heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 1 februari 2017. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Betrokkene is een sociaal wat beperkte man met parafilie, exclusief gericht op knapen. Er zijn ook kenmerken van een autisme spectrum stoornis. Die kenmerken kunnen ook worden gezien als voorkomend uit schizoïde trekken in de persoonlijkheid. Geadviseerd wordt betrokkene vanwege deze stoornissen het tenlastegelegde in een verminderde mate toe te rekenen. Betrokkene werd in het verleden meermalen veroordeeld voor ontucht en kreeg behandeling opgelegd. De recidivekans zonder verbetering van de psychische gesteldheid wordt als matig ingeschat. Er is een verband tussen de stoornissen en het tenlastegelegde waarin ook een patroon herkenbaar lijkt. Bovendien zijn de aanwezige stoornissen van duurzame aard, maar er lijkt wel een vermindering van de problematiek te zijn opgetreden, met nu (naar het lijkt) ook minder ernstige delicten dan in het verleden. Voorts is betrokkene een verstandshuwelijk aangegaan om eenzaamheid tegen te gaan en is hij gemotiveerd voor behandeling, hetgeen de recidivekans verkleint. Geadviseerd wordt de weer gestarte behandeling bij De Waag voort te zetten met aandacht voor de parafiele interesses en verbetering van de sociale vaardigheden. De behandeling kan worden opgelegd als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel onder verplicht reclasseringstoezicht.
Psycholoog dr. R.A.R. Bullens heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd
9 februari 2017. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Er is en was ook ten tijde van de delicten bij betrokkene sprake is van een een pervasieve ontwikkelingsstoornis (autismespectrumstoornis) en van parafilie met seksuele voorkeur voor jongens in de puberteit. Deze stoornissen hebben het gedrag van betrokkene beïnvloed. Daarom wordt geadviseerd om betrokken ter zake van de feiten in een verminderde mate toerekeningsvatbaar te achten. Bij een voorwaardelijke dan wel kort(er) durende onvoorwaardelijke gevangenisstraf (eventueel een taakstraf) kan worden besloten tot voorzetting van de ambulante behandeling bij De Waag. Hoewel betrokkene eerder een dergelijke behandeling volledig heeft doorlopen, zijn nu - op basis van de diagnostiek - nieuwe inzichten ontstaan, waardoor een passender behandeling kan worden geboden, die ook is gericht op de autismespectrumstoornis. Zo kan een lager recidiverisico worden behaald. Er zijn inmiddels ook andere beschermende factoren die het recidiverisico beperken. Betrokkene is getrouwd (verstandshuwelijk), waardoor hij nu voor iemand kan zorgen, wat zijn leven meer zin geeft. Bovendien kan zijn vrouw nu zicht houden op wat hij thuis doet. Daarnaast heeft hij zijn werk. De behandeling van betrokkene kan plaatsvinden als bijzondere voorwaarde (gekoppeld aan een voorwaardelijk strafdeel met reclasseringscontact in de vorm van een meldplicht). Bij een langer durende gevangenisstraf, ten gevolge waarvan betrokkene zijn werk en wellicht ook zijn huwelijk zou kunnen kwijtraken, lijkt een beduidend intensievere behandeling op zijn plaats om het recidiverisico te beperken. Dit omdat dan twee zeer belangrijke zingevingfactoren - 'werk' en zorgen voor de ander - zouden wegvallen
.
Nu de conclusies van de psychiater en de psycholoog worden gedragen door de bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusie over en maakt die tot de hare. De verdachte wordt dus in verminderde mate toerekeningsvatbaar geacht.
Gelet op de aard en de ernst van de gepleegde delicten acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel onontkoombaar, mede gezien de straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd en nu de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Gelet echter op het relatief geringe aantal pornografische afbeeldingen dat de verdachte in zijn bezit heeft gehad, zijn verminderde toerekenbaarheid, de nieuwe inzichten rondom de geestesstoornis van de verdachte en mede gelet daarop het belang van verplichte voortzetting van de behandeling door De Waag en toezicht door de reclassering, alsmede het averechtse effect dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal hebben voor zijn baan en relatie en daarmee op de kans op recidive, zal de rechtbank die onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet aan de verdachte opleggen. Wel wordt een voorwaardelijke gevangenisstraf noodzakelijk geacht, waarbij de verdachte zich moet realiseren dat hem aldus een allerlaatste kans wordt gegeven. Daarnaast zal als onvoorwaardelijke straf een taakstraf worden opgelegd.
Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf zullen de bijzondere voorwaarden worden verbonden die voor een belangrijk deel gelijk zijn aan de voorwaarden die zijn verbonden aan de voorwaardelijke gevangenisstraf waartoe de verdachte bij na te noemen vonnis van de rechtbank te Dordrecht van 27 januari 2009 is veroordeeld. De verdachte zal zich moeten blijven houden aan de aanwijzingen van de reclassering en de opnieuw opgestarte behandeling bij De Waag voortzetten. De verdachte heeft op de zitting verklaard dat zijn contacten met De Waag inmiddels zijn of op korte termijn zullen worden teruggebracht tot 1 keer per 3 weken. Gelet op de indruk die de rechtbank op de zitting van de verdachte heeft gekregen, waarbij hij weinig gebrek aan inzicht heeft getoond, wordt de frequentie van die contacten als vrij laag ingeschat en wordt de officier van justitie in overweging gegeven hierover in contact de treden met De Waag en/of de reclassering.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen passend en geboden.
De eis van de officier van justitie komt, in de gegeven omstandigheden, te hoog voor.

8.Vordering tenuitvoerlegging

Bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Dordrecht van 27 januari 2009 is de verdachte ter zake van ontuchtige handelingen verricht met minderjarigen, meermalen gepleegd, veroordeeld voor zover van belang tot een gevangenisstraf van 2 jaren, waarvan een gedeelte groot 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 10 jaren.
De proeftijd is ingegaan op 11 februari 2009.
De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen feiten heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd.
In beginsel kan daarom de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf worden gelast. De rechtbank zal daartoe echter niet overgaan, om dezelfde redenen als waarom aan de verdachte ter zake van de bewezen feiten geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal worden opgelegd.
De vordering zal worden afgewezen, wat betekent dat de proeftijd die is verbonden aan die voorwaardelijke gevangenisstraf blijft doorlopen en ook de daaraan verbonden voorwaarden tot het einde van die proeftijd blijven gelden. Nu deze proeftijd nog loopt tot februari 2019 en bij deze uitspraak ook weer een proeftijd zal worden bepaald, wordt geen aanleiding gezien tot de door de officier van justitie gevorderde verlenging van de lopende proeftijd.

9.In beslag genomen voorwerpen

De in beslag genomen computer, externe harddisk en geheugenkaart waarop de onderhavige kinderpornografische bestanden zich bevinden zullen worden onttrokken aan het verkeer. Met behulp van deze voorwerpen zijn de bewezen feiten begaan en het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet. Ten aanzien van de andere (niet strafbare) privé-bestanden die op de computer, externe harddisk en geheugenkaart staan zal een last worden gegeven om kopieën van die bestanden aan de verdachte ter beschikking te stellen.
Het is aan het openbaar ministerie om te bepalen op welke wijze dit plaatsvindt.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c, 55, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
in de zaak met parketnummer 10/741274-16
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden,
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 3 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden:
  • de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
  • de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
stelt als bijzondere voorwaarden:
veroordeelde zal zich houden aan de voorschriften en aanwijzingen die hem door of namens de reclassering worden gegeven; de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen; de veroordeelde zal zich melden bij de reclassering zolang en frequent als de reclassering noodzakelijk vindt;
veroordeelde zal de ambulante behandeling bij De Waag of een soortgelijke instelling, voortzetten ook als de behandeling inhoudt het deelnemen aan groepstherapie en/of individuele behandeling, zulks zolang de reclassering die behandeling, in overleg met De Waag, noodzakelijk vindt;
veroordeelde zal zich controleerbaar opstellen ten aanzien van zijn sociale contacten;
veroordeelde zal niet zonder toestemming van de reclassering van adres wisselen;
veroordeelde zal geen minderjarigen ontvangen in zijn huis buiten aanwezigheid van een andere volwassene.
geeft aan Reclassering Nederlandopdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
142 (honderdtweeënveertig) uur taakstrafresteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
71 dagen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer de computer, externe harddisk en geheugenkaart van
de verdachte;
- gelast de afgifte aan de verdachte van een kopie van de (niet strafbare) privé bestanden op
de computer, externe harddisk en geheugenkaart.
in de zaak met parketnummer 11/500481-08
wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Dordrecht van 27 januari 2009 aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.K. Asscheman-Versluis, voorzitter,
en mrs. V.F. Milders en M..J.M. van Beckhoven, rechters,
in tegenwoordigheid van A.C. de Sain, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij (op een of meer tijddstippen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 t/m 31 december 2015 te Rotterdam en/of Dordrecht, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal (telkens) een of meer afbeelding(en) te weten foto's – en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) – heeft vervaardigd, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [naam slachtoffer] ( [geboortedatum slachtoffer] 1999) was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestond(en) uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [naam slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij die [naam slachtoffer] , althans deze persoon poseert in een omgeving en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij zijn leeftijd past/passen en/of waarbij die [naam slachtoffer] , althans deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die [naam slachtoffer] , althans deze persoon en/of de uitsnede van de afbeelding(en) foto's nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b Wetboek van Strafrecht)
2.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 27 januari 2016 te Rotterdam en/of Dordrecht, althans in Nederland meermalen, althans eenmaal, (telkens) afbeeldingen, te weten (een) foto('s) – en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en) – heeft verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
(o.a. bestandsnaam [naam bestand 1] )
en/of
het met (een) vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
en/of
het met (een) vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt
(o.a. bestandsnaam [naam bestand 2] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)foto's/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(o.a. bestandsnaam [naam bestand 3] )
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b Wetboek van Strafrecht)