In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 december 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Gemeenschap Essalam Moskee (SGEM) en de Stichting Moskee Essalam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de besluiten tot wijziging van de statuten van de Stichting in 1998 en 2005 nietig zijn, omdat deze niet zijn genomen conform de vereisten voor geldigheid. De rechtbank heeft SGEM ontvankelijk verklaard in haar vorderingen, ondanks de bezwaren van de Stichting over de ontvankelijkheid. De rechtbank heeft overwogen dat een stichting ook ideële belangen kan behartigen en dat SGEM voldoende belang heeft bij de vordering tot nietigheid van de besluiten.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de statutenwijzigingen niet rechtsgeldig zijn, omdat er geen bestuursvergaderingen zijn gehouden waarin de besluiten zijn genomen. De getuigenverklaringen hebben aangetoond dat de bestuursleden niet op de hoogte waren van de wijzigingen en dat de vereiste meerderheid niet is verkregen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de besluiten tot statutenwijziging nietig zijn, wat betekent dat de notariële akten van 1998 en 2005 geen rechtsgevolgen hebben. De rechtbank heeft de Stichting veroordeeld in de proceskosten en heeft de vorderingen van SGEM met betrekking tot de notariële akten afgewezen, omdat deze nietig zijn verklaard.
De rechtbank heeft benadrukt dat het belangrijk is om duidelijkheid te scheppen over de status van de bestuursbesluiten en heeft partijen aangemoedigd om buiten rechte tot oplossingen te komen. De uitspraak heeft gevolgen voor de rechtsgeldigheid van de besluiten van de Stichting en de positie van de betrokken bestuursleden.