ECLI:NL:RBROT:2018:10175
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C. Snel - van den Hout
- M.G.L. de Vette
- M. de Rooij
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van noodbevelen in verband met de omgeving van het Turks consulaat en het centrumgebied in Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 december 2018 uitspraak gedaan over de noodbevelen die op 11 maart 2017 zijn afgegeven door de burgemeester van Rotterdam in verband met de vrees voor ernstige wanordelijkheden rondom het Turks consulaat. De rechtbank heeft de beroepen van eisers ongegrond verklaard, omdat de rechtbank van oordeel is dat de burgemeester in redelijkheid kon oordelen dat er sprake was van een ernstige vrees voor wanordelijkheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de noodbevelen op een juiste wijze zijn bekendgemaakt en dat er geen sprake was van schending van de subsidiariteits- en proportionaliteitsbeginselen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de rechten van de eisers, waaronder het recht op vrijheid van vergadering, in deze situatie mochten worden beperkt. De rechtbank heeft verder geconcludeerd dat er geen schending was van het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen, aangezien de eisers niet aanwezig waren voor consulaire werkzaamheden. De uitspraak bevestigt de bevoegdheid van de burgemeester om noodbevelen uit te vaardigen in situaties van dreigende wanordelijkheden.