Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding, tevens houdende de incidentele vordering tot voeging van 2 januari 2018;
- de akte overlegging producties van [naam bedrijf 1] , met producties;
- de incidentele conclusie van antwoord van [naam bedrijf 2] van 24 januari 2018, met producties;
- de incidentele conclusie van antwoord van [naam bedrijf 3] van 24 januari 2018, met producties;
- de pleitaantekeningen van mr. J.R.F. Dessing namens [naam bedrijf 1] , overgelegd tijdens het pleidooi op 17 oktober 2018;
- de pleitaantekeningen van mr. Evers voornoemd en mr. J.L.M. Wonders namens [naam bedrijf 2] , overgelegd tijdens het pleidooi op 17 oktober 2018.
2.Het geschil in de hoofdzaak
- de uitgifte van de aandelen in het kapitaal van [naam gedaagde 1] op 7 september 2017 aan [naam gedaagde 2] , en
- de uitgifte van de aandelen in het kapitaal van [naam gedaagde 1] op 20 oktober 2017 aan [naam gedaagde 2] , [naam bedrijf 4] en [naam bedrijf 5] ,
- [naam gedaagde 2] te veroordelen om een zodanig aantal aandelen in het kapitaal van [naam gedaagde 1] te leveren als waarop [naam eiseres] krachtens het uitgiftebesluit op 14 juli 2017 een voorkeursrecht had, tegen gelijktijdige betaling van de op 14 juli 2017 bepaalde emissiekoers, en
- [naam gedaagde 2] , [naam bedrijf 4] en [naam bedrijf 5] te veroordelen om een zodanig aantal aandelen in het kapitaal van [naam gedaagde 1] te leveren als waarop [naam eiseres] krachtens het uitgiftebesluit op 24 augustus 2017 een voorkeursrecht had, tegen gelijktijdige betaling van de op 24 augustus 2017 bepaalde emissiekoers,
3.Het geschil in het incident
4.De beoordeling in het incident
5.De beslissing
9 januari 2019voor conclusie van antwoord;