Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[gedaagde],
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 september 2018, met producties;
- de producties van [gedaagde] c.s.;
- de aanvullende producties van [eiser 1] c.s.;
- de mondelinge behandeling gehouden op 25 september 2018;
- de pleitnota van [eiser 1] c.s.
- de pleitnota van [gedaagde] c.s.
- de e-mail van 27 september 2018 van [eiser 1] c.s. en de e-mail van 1 oktober 2018 van [gedaagde] c.s.
2.De feiten
Tekenen en Retour PvZ”
Het Hof komt op gelijke wijze als de rechtbank tot het oordeel dat de correctie terecht is aangebracht. Dat de juridische eigendom bij [eiser 1] berust en dat deze volledig aansprakelijkheid is voor de verplichtingen welke voortvloeien uit de lening die Staal Bankiers onder hypothecair verband heeft verstrekt doet daaraan niet toe of af. Immers, dat laat onverlet dat de economische eigendom over meer partijen kan zijn verdeeld zoals het Hof door de Inspecteur aannemelijk gemaakt acht. Bij het vorenstaande heeft het Hof de presentatie die de Belastingdienst op 2 oktober 2013 heeft gegeven betrokken. Die presentatie heeft bij het Hof bijgedragen tot de overtuiging dat de feitelijke verhouding tussen de belanghebbende en [eiser 1] met betrekking tot het aandelenbezit in Holdrico/Coldrico - zij het in de vorm van economische eigendom - en de onroerende zaak strookt met hetgeen in de aanvankelijk overeengekomen participatieovereenkomst is vastgelegd. Het Hof hecht geen geloof aan de verklaring van belanghebbende dat deze afspraak nadien is geannuleerd.”
Het derde, vierde en achtste middel richten zich tegen de in de onderdelen 7.7 tot en met 7.24 van de uitspraak van het Hof weergegeven oordelen dat, kort samengevat, het geheel van de door belanghebbende verrichte werkzaamheden in verband met de hiervoor in 2.1.8 tot en met 2.1.10 omschreven transacties in fiscale zin een onderneming vormde die door belanghebbende werd gedreven met behulp van [eiser 1] als vaste vertegenwoordiger, en dat de hiervoor in 2.1.13 genoemde transactiewinst en huur- en rentebaten (voor de helft) moeten worden toegerekend aan belanghebbende. Het Hof heeft daarbij groot gewicht toegekend aan hetgeen [naam] heeft verklaard tijdens het hiervoor in 2.1.12 genoemde onderzoek. Volgens het Hof volgt daaruit dat [naam] weliswaar statutair bestuurder was van de verschillende rechtspersonen, maar dat hij feitelijk slechts de uitvoerder was van hetgeen belanghebbende hem opdroeg.
Enige tijd geleden heeft de fiscus een voorzet voor een schikking gedaan. Die heb ik in bijgaand memo kort toegelicht.”
een stuiting - mede namens Batavia - van de geldende verjaringstermijn als genoemd in artikel 3:307 BW en 3:310 BW.”
Ten aanzien van het laatste punt geldt dat ondergetekende (...)nietheeft erkend dat de inspecteur na 2006 van het onjuiste uitgangspunt dat [gedaagde] 50% economische eigenaar is van het pand. Tijdens dat onderhoud heeft ondergetekende enkel aangegeven dat [gedaagde] vanaf 2007 niet meer voor 50% van de huurinkomsten terzake het pand wordt aangeslagen. Niets meer en niets minder.”
- [gedaagde] recht heeft op 50% van de (netto) huuropbrengsten van het bedrijfspand op basis van een mondeling tussen [gedaagde] en [eiser 1] overeengekomen ‘fifty fifty afspraak’ op grond waarvan resultaten uit het samenwerkingsverband van deze partijen fiftyfifty zouden worden verdeeld.
- ‘
- “
- [gedaagde] zich subsidiair beroept op ongerechtvaardigde verrijking: [gedaagde] is een bedrag van € 529.861,- verschuldigd aan de belastingdienst aan inkomstenbelasting ter zake van de netto huurpenningen met betrekking tot het bedrijfspand over de jaren 2003 tot en met 2006, terwijl hij nooit huurpenningen heeft ontvangen en [eiser 1] c.s. juist wel huurpenningen heeft ontvangen maar daarover geen belasting heeft betaald.
- op onroerende zaken die gezamenlijk eigendom zijn van [eiser 1] en [eiser 2] ;
- op onroerende zaken die uitsluitend eigendom zijn van [eiser 1] ;
- derdenbeslag onder Itawaco, onder meer op de huurpenningen voor het bedrijfspand;
- derdenbeslag onder een drietal Nederlandse banken;
3.Het geschil
4.De beoordeling
980,00