ECLI:NL:RBROT:2018:11100

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 december 2018
Publicatiedatum
11 februari 2019
Zaaknummer
10/553626 / HA ZA 18-637
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erfdienstbaarheid en gebruik van gemeenschappelijke ruimtes door VVE

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, hebben eisers, wonende te Schiedam, een vordering ingesteld tegen de Vereniging van Eigenaren (VvE) van een appartementencomplex. De eisers vorderden onder andere een verklaring voor recht dat de VvE tekort is geschoten in haar verplichtingen, omdat zij zonder overleg de deurbel/intercom heeft gewijzigd en geen toegang meer verleent tot de inpandige brievenbus. De VvE heeft betwist dat er enige verplichting bestaat om de eisers toegang te verlenen tot de gemeenschappelijke ruimtes en heeft aangevoerd dat de afspraken die in het verleden zijn gemaakt, niet zijn overgegaan op de huidige eigenaren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een erfdienstbaarheid van voetpad bestaat, maar dat dit geen verplichting voor de VvE met zich meebrengt om de eisers toegang te verlenen tot de inpandige brievenbus of de intercom. De rechtbank heeft geoordeeld dat de VvE niet onrechtmatig heeft gehandeld en dat de vorderingen van de eisers worden afgewezen. De eisers worden als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
Zittingsplaats Rotterdam
zaaknummer / rolnummer: 10/553626 / HA ZA 18-637
Vonnis van 19 december 2018
in de zaak van

1.[eiser] ,

wonende te Schiedam,
eiser,
advocaat mr. J.G. Plet te Spijkenisse,
2. [eiseres],
wonende te Schiedam,
eiseres,
advocaat mr. J.G. Plet te Spijkenisse,
tegen
de vereniging
VERENIGING VAN EIGENAARS WONINGEN ZIJLSTRAAT TE SCHIEDAM,
gevestigd te Schiedam,
gedaagde,
advocaat mr. J. Groot Koerkamp te Zoetermeer.
Partijen zullen hierna “ [eiser] c.s”. en “de VvE” genoemd worden.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het exploot van dagvaarding d.d. 25 juni 2018 met producties;
  • de conclusie van antwoord met producties;
  • de bij brief d.d. 9 oktober 2018 zijdens de VvE nader overgelegde producties;
  • de bij brief d.d. 10 oktober 2018 zijdens [eiser] c.s. nader overgelegde productie;
  • het proces-verbaal van de op 25 oktober 2018 gehouden comparitie van partijen alsmede de daarbij door partijen overgelegde producties.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de in zoverre niet weersproken inhoud van de producties, staat tussen partijen het volgende vast.
2.1
De VvE is ten behoeve van de eigenaren van het appartementencomplex, plaatselijk bekend als Zijlstraat huisnummers [huisnummer 1] , [huisnummer 2] en [huisnummer 3] te Schiedam, bij akte van splitsing van 3 mei 1999 opgericht.
2.2
Bij akte van levering van 6 juli 2015 hebben [eiser] c.s. de eigendom verkregen van het achter het perceel van de VvE gelegen perceel met woning aan de [adres] in Schiedam, kadastraal bekend als Schiedam, sectie [sectie 1] nummer [nummer 1] (hierna: de woning).
2.3
Reeds voor het verkrijgen van de eigendom van het perceel met woning aan de [adres] door [eiser] c.s., is de doorgang naar [adres] , welke is gelegen onder het appartementencomplex, op enig moment afgesloten door een elektrische garagedeur.
2.4
In de notariële leveringsakte van de woning van [eiser] c.s. staat onder meer vermeld:

BIJZONDERE LASTEN EN BEPERKINGEN
Ten aanzien van met betrekking tot het verkochte bestaande bijzondere lasten en beperkingen van civielrechtelijke aard wordt verwezen naar een akte op zestien juli negentienhonderdzeven verleden dor W.A. van Dolder, destijds notaris te Rotterdam, van welke akte een afschrift is overgeschreven ten kantore van de Dienst voor het Kadaster en de Openbare Registers te Rotterdam in Register 4 op zestien juli negentienhonderdzeven in deel [deel] nummer [nummer 2] waarin onder meer het volgende voorkomt, woordelijk luidende:
3.
Ten nutte van de aan den verkooper behoorende percelen aan de Kethelstraat , kadastraal bekend gemeente Schiedam sectie [sectie 2] . nummers [nummer 3] , [nummer 4] , [nummer 5] en [nummer 6] , zal bestaan het recht van voetpad van en naar de gang uitkomende aan de Zijlstraat , ten laste van en over het voor uitpad bestemde gedeelte van voormeld perceel nummer [nummer 7] .
2.5
Bij brief d.d. 12 april 2016 berichten [eiser] c.s. aan de VvE het volgende:
“Op 12 januari 2016jl heb ik u een aangetekende brief gestuurd waarin ik aan u verzoek om als vertegenwoordiger van VVE van Zijlstraat concrete stappen te ondernemen om problemen die ik in dat brief aangeef op te lossen. Tot op heden is niets gebeurd.
Hieronder geef ik nogmaals kort aan wat ik van u VVE verwacht.
1. Deurbel en deursleutel probleem op te lossen.
a. De deurbel functioneert niet. De bewoners van het appartementencomplex vinden het waarschijnlijk goed dat het zo is, maar Ik in dit geval absoluut niet. Omdat jullie niet willen investeren en het probleem oplossen zie ik me genoodzaakt om gescheiden van jullie de deurbel aan de buitengevel te bevestigen.
b. Omdat ik de deursleutel kwijt ben kan ik daardoor niet toegang krijgen tot mijn brievenbus. Geen een van jullie in dat appartementencomplex kwam me tegemoet om een kopie van sleutel te verstrekken. Ik zie in dat geval mij genoodzaakt om een sleutelmaker in te schakelen voor het plaatsen van nieuwe slot. Uiteraard verstrek ik u en andere bewoners van het complex de kopie van sleutel. Ik zal de wijkagent vragen om bij het vervangen aanwezig te zijn. Mocht u niet binnen het termijn die ik onderin de brief aangeef, dan wordt dit uitgevoerd.
2. Verzoek om de kapotte lampen in de viaductconstructie in goede staat te onderhouden en zorgen ervoor dat ze ten alle tijden functioneren.
3. Het waterafvoer schoon houden en zorg ervoor te dragen dat het altijd ook zo blijft. De gevaren en irritaties heb ik in de eerste brief aan u duidelijk en uitgebreid uitgelegd.”

3.De vordering

3.1
[eiser] c.s. hebben bij dagvaarding gevorderd bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. te verklaren voor recht dat de VvE tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens [eiser] c.s., althans onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser] c.s., nu door de VvE of in opdracht van de VvE omstreeks mei 2016 zonder overleg met en instemming van [eiser] c.s. de deurbel/intercom is gewijzigd en er voor de woning van [eiser] c.s. geen deurbel en naamplaat aanwezig is en [eiser] c.s. geen toegang tot de brievenbus hebben waartoe de vorige bewoner(s) wel toegang had(den), hetgeen lijdt tot hinder aan de zijde van [eiser] c.s.;
II. de VvE te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] c.s. te betalen de schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf 18 november 2016, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, althans zodanige beslissing te nemen als de Rechtbank in goede justitie vermeent te behoren;
III. te bevelen dat de VvE verplicht is zonder kosten voor [eiser] c.s. om binnen twee weken na het in dezen te wijzen vonnis:
a. de intercom aan te passen en/of te vervangen, zodat [eiser] c.s. gebruik kunnen maken van een intercom/deurbel met duidelijk vermelding/naamplaat “ [adres] – familie [eiser] ”;
b. een sleutel van de voordeur van het appartementencomplex te verstrekken aan [eiser] c.s., zodat [eiser] c.s. toegang hebben tot de brievenbus;
c. afdoende belichting aan te brengen in de viaductconstructie en zorg te dragen voor het onderhoud hiervan;
d. zorg te dragen voor afdoende waterafvoer en het onderhoud hiervan, dit alles op verbeurte van een dwangsom van € 250,- per dag of een gedeelte daarvan, na betekening van het in deze te wijzen vonnis, indien de VvE met de naleving van voornoemde bevelen in gebreke is en blijft;
IV. de VvE te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] c.s. te betalen de buitengerechtelijke kosten voor een bedrag van € 907,50 inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, althans zodanig beslissing te nemen als de Rechtbank in goede justitie vermeent te behoren;
V. de VvE te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2
Aan de vordering hebben [eiser] c.s. - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende ten grondslag gelegd.
3.3
Uit de notariële leveringsakte van de woning van [eiser] c.s. volgt dat er ten behoeve van de woning van [eiser] c.s. en ten laste van het perceel van de VvE een recht van voetpad bestaat van en naar de gang uitkomende op de Zijlstraat. De woning van [eiser] c.s. is enkel via deze gang bereikbaar. Reeds voor de oprichting van de VvE en de bouw van het appartementencomplex is er met de toenmalige perceeleigenaar en de projectontwikkelaar mondeling afgesproken dat de destijds eigenaar van de woning van [eiser] c.s. gebruik mocht maken van de intercom waarvan ook de VvE-leden gebruik maakten en welke is bevestigd aan de buitenzijde van het appartementencomplex. Tevens werd afgesproken dat de vorige eigenaar gebruik mocht maken van een inpandige brievenbus, welke was te bereiken via een toegangsdeur in het appartementencomplex. Aan voornoemde afspraken is gedurende lange periode (en aan meerdere opeenvolgende bewoners van de woning) ook uitvoering gegeven, waarbij aan de woningeigenaren een sleutel van de toegangsdeur tot het appartementencomplex werd verstrekt. Dat voornoemde afspraken zijn gemaakt blijkt onder meer uit de door [eiser] c.s. overgelegde verklaring van de heer [naam 1] , zijnde een vorige eigenaar van de woning van [eiser] c.s. Betwist wordt daarnaast, onder verwijzing naar de verklaring van de heer [naam 2] , dat van deze rechten op enig moment afstand zou zijn gedaan. Bij aankoop van de woning hebben [eiser] c.s. van de makelaar ook begrepen dat de intercom en de inpandige brievenbus bij de woning hoorden.
3.4
Door of in opdracht van de VvE is omstreeks mei 2016, zonder overleg met en instemming van [eiser] c.s., de deurbel/intercom verwijderd, met dien verstande dat voor de woning van [eiser] c.s. geen deurbel en naamplaat (meer) aanwezig is. Dit, terwijl voor die tijd voor de woning van [eiser] c.s. wel gebruik werd gemaakt van de deurbel/intercom. Daarnaast wordt op geen enkele wijze aangegeven wat de looprichting naar de woning van [eiser] c.s. is c.q. hoe de woning kan worden bereikt. Dientengevolge is de woning voor bezoekers van [eiser] c.s. niet (meer) naar behoren bereikbaar.
3.5
Daarnaast hebben [eiser] c.s. geen toegang tot de (inpandige) brievenbus waartoe de vorige bewoner(s) van de woning van [eiser] c.s. wel toegang had(den), omdat [eiser] c.s., ondanks gedane verzoeken daartoe, niet in het bezit worden gesteld van een sleutel van de voordeur van het appartementencomplex.
3.6
De doorgang naar de woning van [eiser] c.s. staat regelmatig onder water wanneer het geregend heeft. Dit wordt veroorzaakt doordat de waterafvoer verstopt zit en doordat deze door de VvE niet goed wordt schoongehouden. De waterafvoer is in eigendom van de VvE en moet worden onderhouden door de VvE ten einde wateroverlast te voorkomen.
3.7
[eiser] hebben daarnaast aangevoerd dat door of in opdracht van de VvE de verlichting in de doorgang is verwijderd, hetgeen het zicht bemoeilijkt wanneer van de doorgang gebruik wordt gemaakt.
3.8
[eiser] c.s. hebben de VvE meermaals verzocht op voornoemde punten maatregelen te treffen, doch de VvE heeft hier geen gehoor aan willen geven. Voorgaande is voor [eiser] c.s. reden geweest om de onderhavige procedure te starten.
3.9
Op grond van de gemaakte afspraken en/of de wet en/of gewoonterecht en/of kwalitatieve rechten in de zin van artikel 6:251 BW of welke rechten dan ook, althans naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid is de VvE verplicht afspraken na te komen c.q. de rechten van [eiser] c.s. te respecteren. Nu de VvE tot op heden steeds niet aan de verzoeken van [eiser] c.s. heeft voldaan, is sprake van onrechtmatige daad althans, wanprestatie, althans misbruik van recht, althans is de handelswijze van de VvE naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, zodat de VvE gehouden is de door [eiser] c.s. geleden en nog te lijden schade te vergoeden. Omdat de woning van [eiser] c.s. voor bezoekers niet naar behoren bereikbaar is en [eiser] c.s. geen toegang hebben tot de brievenbus waartoe de vorige bewoner(s) wel toegang had(den) nu zij niet in het bezit worden gesteld van de sleutel van de toegangsdeur, hebben [eiser] c.s. bemerkt dat zij post, waaronder rekeningen, niet en/of niet tijdig heeft ontvangen, hetgeen heeft geleid tot (verhoging van) boetes, meerkosten en buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. Nu de schade van [eiser] c.s. thans niet kan worden vastgesteld, vorderen [eiser] c.s. in de onderhavige procedure de schade nader op te maken bij staat.
3.1
De VvE is ingevolge artikel 6:96 lid 6 BW gehouden de kosten ad € 907,05, die [eiser] c.s. hebben moeten maken om voldoening van hun vordering buiten rechte te verkrijgen, te vergoeden.

4.Het verweer

4.1
Het perceel van de VvE is belast met de erfdienstbaarheid van voetpad uit het jaar 1907. Betwist wordt door de VvE dat de door [eiser] c.s. genoemde erfdienstbaarheid uit 1996 ten laste van het perceel van de VvE is gevestigd. Het gebruik van de doorgang wordt overeenkomstig de erfdienstbaarheid van voetpad uit 1907 door de Vve geduld. De erfdienstbaarheid van voetpad zegt echter niets over het hebben van de door [eiser] c.s. gewenste voorzieningen op het perceel van de VvE en schept ook geen verplichting daartoe voor de VvE.
4.2
De Vve heeft met [eiser] c.s. nimmer afspraken gemaakt op grond waarvan de VvE verplicht zou zijn [eiser] c.s. voor het door hen voorgestane gebruik - anders dan uitoefening van de erfdienstbaarheid van voetpad - van het perceel van de VvE te laten maken. Als er al afspraken zijn gemaakt in het verleden met architecten en/of projectontwikkelaars, dan betwist de VvE het bestaan van deze afspraken bij gebrek aan wetenschap. Eventueel gemaakte afspraken gelden bovendien enkel tussen partijen en gesteld nog gebleken is dat deze afspraken op enigerlei wijze derdenwerking hebben. De VvE is hier dan ook niet aan gebonden en [eiser] c.s. kunnen zich daarop jegens de VvE niet beroepen.
4.3
Weliswaar heeft de VvE in het verleden - geheel onverplicht - gedoogd dat voormalige achterburen, zoals de heer [naam 1] , gebruik mochten maken van de inpandige brievenbus van het appartementencomplex van de VvE, doch dit betrof een persoonlijk recht dat is gegeven op basis van vertrouwen. Van (nu nog geldende) afspraken tussen de VvE en [eiser] c.s., is geen sprake. Uit de door de VvE overgelegde stukken volgt ook dat de eerder gemaakte afspraken zijn gewijzigd, in die zin dat er in plaats van toegang tot de inpandige brievenbus toestemming is verleend om een brievenbus aan de buitengevel van het appartementencomplex op te hangen. De VvE wenste een einde aan het gebruik (in het bijzonder van gebruik van (de entree van) het gebouw van de VvE) en heeft het verzoek van [eiser] c.s. tot afgifte van een sleutel voor de voordeur van het appartementencomplex en enkele andere door [eiser] c.s. gewenste aanpassingen aan de doorgang (brievenbus, naamschild en deurbel) geweigerd. Geheel onverplicht zijn door de VvE wel alternatieven aangeboden, waaronder het plaatsen van een eigen brievenbus en intercom op de buitengevel van het appartementencomplex. [eiser] c.s. wensen daarvan echter geen gebruik te maken.
4.4
Door [eiser] c.s. is op geen enkele wijze toegelicht op grond van welke wettelijke bepaling of welk gewoonterecht de VvE [eiser] c.s. zou moeten toelaten tot (de entree van) het gebouw van de VvE. Een dergelijke wettelijke bepaling, waarmee inbreuk gemaakt zou worden op het eigendomsrecht van de leden van de VvE bestaat niet, evenmin als een gewoonterecht met een vergelijkbare strekking.
4.5
Nu de VvE geen enkele overeenkomst heeft gesloten, kan tevens geen sprake zijn van een uit een overeenkomst voortvloeiend kwalitatief recht in de zin van artikel 6:251 BW.
Als er al sprake is geweest van een kwalitatief recht, dan is dit recht niet na het vertrek van de heer [naam 1] in 2002 of de heer [naam 3] in 2015, ten aanzien van wie de VvE een in het verleden dergelijk gebruik heeft gedoogd nu zij vertrouwen had in deze personen, overgegaan op [eiser] c.s. als nieuwe eigenaren van de woning.
4.6
De leden van de VvE hebben als gezamenlijke eigenaren van het perceel van de VvE het meest omvattende recht dat personen op een zaak kunnen hebben (artikel 5:1 BW). [eiser] c.s. hebben bij het door hen gedane beroep op de redelijkheid en billijkheid op geen enkele wijze duidelijk gemaakt waarom de leden van de VvE, afgezien van het recht op voetpad, enige inbreuk op dit recht zouden moeten dulden.
4.7
De VvE betwist dat er een noodzaak tot het verrichten van werkzaamheden/onderhoud aan de verlichting en waterafvoer in de doorgang bestaat. Een grondslag tot het ten aanzien daarvan door [eiser] c.s. gevorderde ontbreekt bovendien. De VvE bepaalt zelf wanneer zij werkzaamheden verricht aan haar eigendom. Nu de erfdienstbaarheid van voetpad zonder enig probleem door de doorgang van het appartementencomplex van de VvE kan worden uitgeoefend, is de VvE op geen enkele wijze verplicht werkzaamheden/onderhoud uit te voeren. In het geval er al werkzaamheden worden verricht, dan komt een deel van de kosten daarvan bovendien voor rekening van [eiser] c.s.
4.8
Nu de VvE geen inbreuk heeft gemaakt op een recht en/of onrechtmatig gehandeld heeft jegens [eiser] c.s., kan zij bij gebreke bij een grondslag ook niet veroordeeld worden tot de gevorderde schadevergoeding nader op te maken bij staat. Ten aanzien van de door [eiser] c.s. gestelde schade geldt daarnaast dat er geen causaal verband bestaat tussen niet ontvangen post en het niet hebben van een brievenbus in de entree van het gebouw van de VvE. Het is daarnaast de eigen schuld van [eiser] c.s. dat zij geen post ontvangen, nu zij zelf niet mee werken aan het door de VvE geboden alternatief. [eiser] c.s. voldoen daarmee ook niet aan hun schadebeperkingsplicht.

5.De beoordeling

5.1
Vaststaat dat het perceel van de VvE in eigendom toebehoort van de VvE-leden. Uit artikel 5:1 lid 1 BW vloeit voort dat eigendom het meest omvattende recht is dat een persoon op een zaak kan hebben. Daarnaast bepaalt lid 2 van voornoemde bepaling dat het de eigenaar met uitsluiting van een ieder vrij staat van de zaak gebruik te maken, mits dit gebruik niet in strijd is met rechten van anderen en de op de wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven recht gegronde beperkingen daarbij in acht worden genomen.
5.2
Tussen partijen staat voorts vast dat er ten behoeve van de woning van [eiser] c.s. en ten laste van het perceel van de VvE een recht van voetpad bestaat van en naar de gang uitkomende op de Zijlstraat, welk recht voortvloeit uit de erfdienstbaarheid gevestigd in 1907. Dat [eiser] c.s. van dit recht van voetpad (ongestoord) gebruik kunnen maken is voorts niet in geschil. Vooropgesteld wordt dat uit de gevestigde erfdienstbaarheid geen verplichting voor de VvE voortvloeit om [eiser] c.s. toe te laten tot (de entree van) het gebouw van de VvE en gebruik te laten maken van de zich in het appartementencomplex bevindende inpandige brievenbus alsmede van de zich aan de buitenzijde van het appartementencomplex geplaatste intercom. Van een schriftelijk (en notarieel) vastgelegd recht waaraan [eiser] c.s. rechtsreeks aanspraken kunnen ontlenen, is dan ook geen sprake.
5.3
[eiser] c.s. hebben zich op het standpunt gesteld dat reeds voordat de VvE is opgericht tussen de heer [naam 1] , destijds eigenaar van het perceel van [eiser] c.s., en de projectontwikkelaar/architect mondeling is afgesproken dat er een inpandige brievenbus aan de brievenbussen van de appartementseigenaren zou worden toegevoegd en dat, ten einde daar toegang toe te kunnen krijgen, aan de heer [naam 1] een sleutel van de toegangsdeur van de hal van het appartementencomplex zou worden gegeven. Tevens zou er een bel voor [adres] worden geïntegreerd in de intercom van de appartementseigenaren welke is bevestigd aan de buitenzijde van het appartementencomplex. De VvE heeft voornoemde afspraak alsmede de gebondenheid daaraan betwist. Naar het oordeel van de rechter staat voldoende vast dat de door [eiser] c.s. gestelde afspraken zijn gemaakt. Voorgaande volgt allereerst uit de verklaring van de heer [naam 1] . Vast staat daarnaast dat er in het appartementencomplex een extra inpandige brievenbus is aangebracht alsmede dat de bel voor [adres] in het verleden in de intercom van de VvE was geïntegreerd, nu dit als zodanig door de VvE is erkend. Niet gebleken is echter dat de VvE-leden, op wiens eigendomsrecht met deze afspraken een inbreuk wordt gemaakt, betrokken zijn geweest bij het maken van deze afspraken en evenmin dat de projectontwikkelaar en architect gerechtigd waren de (toekomstige) VvE-leden daaraan te binden. Een akkoord van de VvE-leden met deze afspraken, bijvoorbeeld middels een vermelding in de splitsingsakte inhoudende dat de VvE-leden zich verplichten om een dergelijke inbreuk op hun eigendomsrecht te dulden, ontbreekt bovendien.
5.4
Uit de stellingen van de VvE kan wel worden afgeleid dat zij het de vorige eigenaren van het perceel van [eiser] c.s., waaronder de heer [naam 1] en de heer [naam 3] ,
(mondeling) heeft toegestaan van de inpandige brievenbus alsmede de intercom van de VvE gebruik te maken. Betwist wordt daarbij echter door de VvE dat deze afspraken op [eiser] c.s. zijn overgegaan. Met de VvE is de rechter van oordeel dat voornoemde afspraken een persoonlijk recht betreffen welke (op basis van vertrouwen is gegeven en) enkel konden worden ingeroepen door de vorige eigenaren met wie de VvE deze afspraken in het verleden heeft gemaakt, tenzij de VvE met de overgang van dit persoonlijk recht op [eiser] c.s. heeft ingestemd. Van een dergelijke instemming is niet gebleken. Dat het een persoonlijke recht betrof, welke door de VvE afhankelijk werd gesteld van het vertrouwen dat zij in de bewoner van het perceel waarop [eiser] c.s. thans wonen had, volgt onder meer uit de correspondentie met [naam 2] waaruit blijkt dat de VvE haar eerder gegeven toestemming om gebruik te maken van de inpandige brievenbus, heeft ingetrokken. Daarnaast geldt, dat de enkele omstandigheid dat door de makelaar aan [eiser] c.s. is medegedeeld dat de inpandige brievenbus alsmede de intercom bij de woning van [eiser] c.s. hoorden, nog niet maakt dat de VvE daaraan gebonden is.
5.5
Uit het voorgaande volgt dan ook dat ten aanzien van de inpandige brievenbus en de intercom van een tussen de VvE en [eiser] c.s. gemaakte afspraak waarop [eiser] c.s. zich kunnen beroepen geen sprake is. Door de VvE is aan [eiser] c.s. immers geen toestemming tot het gebruik daarvan verleend. Het aan de voormalige eigenaren van het perceel van [eiser] c,s, gegeven persoonlijke gebruiksrecht is daarnaast niet voor overgang vatbaar en kan dan ook niet als een kwalitatief recht worden aangemerkt dat op [eiser] c.s. is overgegaan. Door derden gedane mededelingen omtrent een gebruiksrecht kunnen de VvE niet binden. Van een uit de erfdienstbaarheid dan wel de wet voortvloeiend gebruiksrecht welke door de VvE gerespecteerd dient te worden, is evenmin gebleken. Op basis van welk gewoonterecht op de VvE een dergelijke verplichting zou rusten is door [eiser] c.s. bovendien niet nader toegelicht of geconcretiseerd. De rechter is voorts van oordeel dat de handelswijze van de VvE naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is. Daarbij wordt van belang geacht dat de VvE redelijke alternatieven aan [eiser] c.s. heeft aangeboden, waaronder het bevestigen van een eigen brievenbus en intercom op de buitengevel van het appartementencomplex van de VvE zodat [eiser] c.s., indien zij daarvan gebruik maken, gewoon bereikbaar zijn en post kunnen ontvangen en zij op dit punt ook niet in hun belangen worden geschaad.
5.6
Nu, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, niet is gebleken van een handelen van de VvE welke een inbreuk maakt op een recht, een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, is de door [eiser] c.s. primair gestelde onrechtmatige daad niet komen vast te staan. Aangezien van een overeenkomst tussen de VvE en [eiser] c.s. niet is gebleken, kan van de door [eiser] c.s. subsidiair gestelde tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst eveneens geen sprake zijn. De door [eiser] c.s. onder I gevorderde verklaring voor recht, inhoudende dat de VvE is tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens [eiser] c.s. althans dat zij onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser] c.s., wordt dan ook afgewezen. Hetzelfde geldt voor het onder III gevorderde, inhoudende om te bevelen dat de VvE verplicht is zonder kosten voor [eiser] c.s. de intercom aan te passen/vervangen, zodat [eiser] c.s. gebruik kunnen maken van een intercom met duidelijke naamplaat alsmede om een sleutel van de voordeur van het appartementencomplex te verstrekken aan [eiser] c.s., zodat [eiser] c.s. toegang hebben tot de brievenbus.
5.7
Nu een rechtsgrond, op basis waarvan de VvE gehouden is [eiser] c.s. toegang te verlenen tot de inpandige brievenbus van de VvE ontbreekt, is een veroordeling tot schadevergoeding op te maken bij staat eveneens niet aan de orde. Daarbij komt dat het causaal verband tussen het niet hebben van toegang tot de inpandige brievenbus en de door [eiser] c.s. gestelde schade door de VvE gemotiveerd is betwist en, bij gebreke van iedere onderbouwing daarvan, in rechte ook niet is komen vast te staan. Vast staat daarnaast, dat indien [eiser] c.s. gebruik hadden gemaakt van een aan de buitenzijde van het appartementencomplex bevestigde brievenbus, zij in ieder geval post zouden hebben ontvangen. Het onder door [eiser] c.s. onder II gevorderde ligt dan ook eveneens voor afwijzing gereed.
5.8
[eiser] c.s. hebben gesteld dat de verlichting in de doorgang door of in opdracht van de VvE is verwijderd. Voorgaande is door de VvE gemotiveerd betwist en komt de rechter ook niet aannemelijk voor nu, naar de VvE zelf heeft gesteld, de VvE hier geen enkel belang bij heeft aangezien zij ook gebruik maakt van de doorgang, onder meer doordat de bergingen van het appartementencomplex zich aldaar bevinden. Dat de verlichting thans niet werkt en voor het aanbrengen daarvan dient te worden zorggedragen, is in rechte dan ook niet komen vast te staan. Daarnaast geldt dat, anders dan dat uit de gevestigde erfdienstbaarheid volgt dat de kosten van het onderhoud en het schoonhouden van het uitpad voor rekening van de eigenaren van het heersende en lijdende erf ieder voor de helft komt, een door [eiser] c.s. gestelde rechtens afdwingbare grond ten einde de VvE onderhoudswerkzaamheden aan de doorgang te laten uitvoeren, ontbreekt. In het geval al werkzaamheden aan de verlichting worden uitgevoerd, geldt daarnaast bovendien dat de kosten daarvan bij helfte voor rekening van [eiser] c.s. komen. Het onder III gevorderde, te weten om te bevelen aan de VvE zonder kosten voor [eiser] c.s. afdoende belichting aan te brengen in de doorgang en zorg te dragen voor het onderhoud daarvan, wordt op grond van het voorgaande afgewezen.
5.9
De VvE heeft daarnaast betwist dat, zoals door [eiser] c,s, is gesteld, er problemen zijn met de waterafvoer in de doorgang. Naast de omstandigheid dat de problemen met de waterafvoer in de onderhavige procedure niet zijn komen vast te staan, ontbreekt een door [eiser] c.s. gestelde deugdelijke grondslag tot het laten uitvoeren van de werkzaamheden door de VvE. Het onder III gevorderde, inhoudende om de VvE te bevelen zonder kosten voor [eiser] c.s. zorg te dragen voor afdoende waterafvoer en onderhoud daarvan op verbeurte van een dwangsom, wordt eveneens afgewezen.
5.1
Nu de vorderingen van [eiser] c.s. allen worden afgewezen, bestaat eveneens geen aanspraak op de door [eiser] c.s. gevorderde buitengerechtelijke kosten.
5.11
[eiser] c.s. worden als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.

6.De beslissing

De rechtbank
wijst de vorderingen van [eiser] c.s. af;
veroordeelt [eiser] c.s. in de proceskosten, tot aan deze uitspraak de zijde van de VvE begroot op € 1.086,- aan gemachtigdensalaris;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.M. van Breevoort en in het openbaar uitgesproken op
19 december 2018.
2243