ECLI:NL:RBROT:2018:11308

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 november 2018
Publicatiedatum
7 maart 2019
Zaaknummer
10/681023-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot gevangenisstraf voor verkrachting en feitelijke aanranding van minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 november 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verkrachting en feitelijke aanranding van twee minderjarige jongens. De verdachte, geboren in 1990, was ten tijde van de feiten 28 jaar oud en had een vertrouwensrelatie met de slachtoffers, die 13 en 7 jaar oud waren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de slachtoffers meermalen heeft misbruikt, waarbij hij gebruik maakte van zijn positie van vertrouwen. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, ondanks de ontkenning van de verdachte dat er sprake was van dwang. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van dertig maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast werden bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en een verbod op contact met de slachtoffers. De vorderingen van de benadeelde partijen werden toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot schadevergoeding voor zowel materiële als immateriële schade.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/681023-18
Datum uitspraak: 15 november 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Krimpen aan den IJssel,
raadsvrouw mr. M. Krabben-Tmim, advocaat te Rhenen.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 1 november 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M.L.M. Kuiper heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair (te weten verkrachting, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige en met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen, die mede bestaan uit het seksueel binnendringen in het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige) en 2 primair (te weten feitelijke aanranding van de eerbaarheid, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige en met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige) ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 32 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar en als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal melden bij de Reclassering Nederland, zich ambulant zal laten behandelen voor zijn (seksuele) problematiek, medewerking zal verlenen aan de toeleiding naar een vorm van begeleid/beschermd wonen en dat het de verdachte wordt verboden contact te (laten) leggen met [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] . Voorts vordert de officier van justitie de dadelijke uitvoerbaarheid van deze bijzondere voorwaarden.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van het onder 1 primair ten laste gelegde op het standpunt gesteld dat gelet op de feiten en omstandigheden zoals opgenomen in de processen-verbaal, niet bewezen kan worden dat de verdachte [naam slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan, dan wel verrichten, van seksuele handelingen. De verdachte dient dan ook te worden vrijgesproken van de onder feit 1 primair ten laste gelegde verkrachting.
Ten aanzien van het onder 2 primair ten laste gelegde heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat ook hier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is dat [naam slachtoffer 2] onder dwang seksuele dan wel ontuchtige handelingen heeft ondergaan dan wel heeft verricht bij de verdachte. De verdachte dient dan ook te worden vrijgesproken van de onder 2 primair ten laste gelegde feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
4.1.2.
Beoordeling
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte heeft bekend dat hij [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] heeft misbruikt. De verdachte heeft ontkend dat dit onder dwang is gebeurd.
Aan het begin van de ten laste gelegde periode was de verdachte 28 jaar oud. [naam slachtoffer 1] was toen 13 jaar oud en [naam slachtoffer 2] was 7 jaar oud. Er was dus een fors leeftijdsverschil tussen de verdachte en [naam slachtoffer 1] en tussen de verdachte en [naam slachtoffer 2] . De verdachte was een goede vriend van de familie. Er bestond dus een vertrouwensrelatie tussen de verdachte en [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] .
Uit de verklaringen van [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] blijkt wel degelijk van dwang van de zijde van de verdachte.
[naam slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij in het begin schrok van wat er gebeurde en van wat de verdachte deed, maar dat hij zich in de loop der tijd steeds meer tegen de verdachte is gaan verzetten. [naam slachtoffer 1] zei dan bijvoorbeeld dat hij het niet wilde, maar de verdachte ging gewoon door of pakte de arm van [naam slachtoffer 1] vast. De verdachte deed alles om zijn zin te krijgen, aldus [naam slachtoffer 1] .
De verdachte heeft heel vaak geprobeerd om de penis van [naam slachtoffer 1] en van [naam slachtoffer 2] aan te raken. Wanneer de verdachte zijn penis uit zijn broek haalde zei hij dingen als “moet je eens kijken”, “doe jij ook eens” of “haal je lul eens uit je boxer”. Wanneer het de verdachte lukte om aan [naam slachtoffer 1] zijn penis te zitten, dan kwam het ook voor dat [naam slachtoffer 1] de verdachte probeerde weg te duwen. Daarnaast heeft [naam slachtoffer 1] verklaard dat de verdachte ook wel eens kracht gebruikte om zijn zin te krijgen. Zo is het een keer gebeurd dat de verdachte met alle kracht de penis van [naam slachtoffer 1] aan wilde raken, [naam slachtoffer 1] zichzelf in de dekens rolde en het de verdachte vervolgens toch lukte om de penis van [naam slachtoffer 1] aan te raken Hiervoor moest hij ook de arm van [naam slachtoffer 1] wegduwen.
Ook is het voorgekomen dat de verdachte met kracht de hand van [naam slachtoffer 1] wegduwde, waarna hij met kracht de onderbroek van [naam slachtoffer 1] naar beneden deed en zo vrij was om te doen wat hij wilde. Het naar beneden trekken van de onderbroek is ook bij [naam slachtoffer 2] gebeurd. [naam slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij dit heeft gezien en zag dan aan het gezicht van [naam slachtoffer 2] dat hij het niet wilde, maar [naam slachtoffer 2] kon niet goed van zich afbijten.
Uit de verklaring van [naam slachtoffer 2] blijkt dat hij de verdachte wel eens probeerde weg te duwen, wanneer de verdachte aan hem wilde zitten. Als het wegduwen dan niet lukte, kon de verdachte toch doen wat hij wilde. Voorts heeft [naam slachtoffer 2] verklaard dat hij een keer, toen de verdachte hem aanraakte, naar het toilet is gelopen en de deur van het toilet op slot heeft gedaan, zodat de verdachte [naam slachtoffer 2] niet meer aan kon raken.
Uit het bovenstaande blijkt dat er sprake is geweest van verbale en non-verbale protesten van de zijde van [naam slachtoffer 1] en non-verbale protesten van de zijde van [naam slachtoffer 2] , waaraan de verdachte voorbij is gegaan. De hiervoor omschreven handelingen in combinatie met het forse leeftijdsverschil en de vertrouwensrelatie die bestond tussen de verdachte en [naam slachtoffer 1] en tussen de verdachte en [naam slachtoffer 2] maken dat er op verschillende momenten wel degelijk sprake is geweest van een situatie waarin [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] door geweld en andere feitelijkheden zijn gedwongen tot het ondergaan en het verrichten van seksuele handelingen. In het geval van [naam slachtoffer 1] bestonden deze seksuele handelingen mede uit het seksueel binnendringen van het lichaam. De ten laste gelegde verkrachting kan daarmee wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Nu de rechtbank het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen acht, komt zij niet toe aan het subsidiair ten laste gelegde.
Uit het voorgaande blijkt dat de verdachte [naam slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen. De ten laste gelegde feitelijke aanranding van de eerbaarheid kan dan ook wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
4.1.3.
Conclusie
De rechtbank acht het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op meer tijdstippen gelegen in de periode 01 januari 2014 tot en met 13 december 2017 te Gorinchem en te Leerdam, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [naam slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] 2000) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het (meermalen)
  • zich laten pijpen door die [naam slachtoffer 1] en;
  • pijpen van die [naam slachtoffer 1] en
  • tonen van zijn, verdachtes, geslachtsdeel aan die [naam slachtoffer 1] en
  • voelen en betasten van en wrijven over en knijpen in de (met kleding bedekte) penis van die [naam slachtoffer 1] en
  • (vervolgens) aftrekken van die [naam slachtoffer 1] en
  • zich laten aftrekken door die [naam slachtoffer 1] en
  • zich aftrekken in het bijzijn van die [naam slachtoffer 1] en daarbij (vervolgens) klaarkomen en
het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het
  • uittrekken/naar beneden trekken van de (onder)kleding van die [naam slachtoffer 1] en/of
  • (met kracht
  • toevoegen van de woorden "Moet je eens kijken" en/of "Doe jij ook eens" en/of "Haal je lul ook uit je boxer" en/of "Kijk mee", althans telkens woorden van gelijke aard of strekking, terwijl die [naam slachtoffer 1] in genoemde periode minderjarig was en aan zijn zorg of waakzaamheid was toevertrouwd;
2.
hij op meer tijdstippen gelegen in de periode 01 januari 2014 tot en met 13 december 2017 te Gorinchem en te Leerdam, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [naam slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] 2006) heeft gedwongen tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen, te weten het (meermalen)
  • tonen van zijn, verdachtes, geslachtsdeel aan die [naam slachtoffer 2] en
  • voelen en betasten van en wrijven over en knijpen in de (met kleding bedekte) penis en over het lichaam van die [naam slachtoffer 2] en
  • likken aan de penis van die [naam slachtoffer 2] en
  • door die [naam slachtoffer 2] laten likken aan zijn, verdachtes, penis en
  • zich aftrekken in het bijzijn van die [naam slachtoffer 2]
het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
  • uittrekken/naar beneden trekken van de (onder)kleding van die [naam slachtoffer 2] en/of
  • toevoegen van de woorden "Moet je eens kijken" en/of "Doe jij ook eens" en/of "Kijk mee", althans (telkens) woorden van gelijke aard of strekking,
terwijl die [naam slachtoffer 2] in genoemde periode minderjarig was en aan zijn zorg of waakzaamheid was toevertrouwd.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
verkrachting, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd;
2.
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee ernstige strafbare feiten. Hij heeft hij zich meermalen schuldig gemaakt aan seksueel misbruik, waaronder verkrachting, van [naam slachtoffer 1] gedurende een periode van bijna drie jaar. Daarnaast heeft de verdachte zich meermalen schuldig gemaakt aan de feitelijke aanranding van de eerbaarheid van [naam slachtoffer 2] , eveneens gedurende een periode van bijna drie jaar. [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] waren in die periode minderjarig en aan de zorg en waakzaamheid van de verdachte toevertrouwd.
De verdachte heeft met zijn handelen bij herhaling ernstig misbruik gemaakt van twee minderjarige jongens en daarbij op grove wijze inbreuk gemaakt op zowel de lichamelijke als de geestelijke integriteit van de slachtoffers. Hij heeft daarbij misbruik gemaakt van het overwicht dat hij op deze jongens had en de vertrouwensrelatie die tussen hen bestond. Het is een feit van algemene bekendheid dat (minderjarige) slachtoffers van dit soort feiten vaak langdurige en ernstige psychische schade door deze gebeurtenissen ondervinden. Dit geldt ook voor de slachtoffers in deze zaak, waarin beide slachtoffers langere tijd psychologische behandeling nodig hebben gehad en in de toekomst nog nodig zullen hebben. Duidelijk is ook dat ook de omgeving van de slachtoffers hard is geraakt door de gebeurtenissen. De moeder van de slachtoffers heeft dit indringend weergegeven, zowel tijdens de zitting als in haar schriftelijke slachtofferverklaring.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 3 mei 2018, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 26 juli 2018. Dit rapport houdt het volgende in.
De verdachte heeft bekend de beide jongens te hebben misbruikt. Nadat hij door de moeder van de slachtoffers hiermee is geconfronteerd, heeft hij zich onder behandeling laten stellen van polikliniek De Waag te Utrecht. Daar heeft de verdachte vanaf januari 2018 tot aan zijn aanhouding een behandeling gevolgd. De verdere persoonlijke omstandigheden van de verdachte verlopen geenszins zonder de nodige problematiek, maar zijn volgens de rapporteur niet in verband te brengen met het ten laste gelegde. De verdachte zou gelet op zijn verstandelijke beperking niet zelfstandig kunnen wonen.
Het recidiverisico wordt ingeschat als in gemiddelde mate aanwezig.
De reclassering adviseert een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Hierbij worden de volgende bijzondere voorwaarden geadviseerd:
  • meldplicht;
  • ambulante behandelverplichting;
  • opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijk opvang;
  • contactverbod;
  • andere voorwaarden het gedrag betreffende (de verdachte wordt verplicht zich te onthouden van elke vorm van (seksueel) grensoverschrijdend contact met minderjarigen, in persoon dan wel anderszins).
Psychiater C.J.F. Kemperman heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 5 september 2018. Dit rapport houdt het volgende in.
De verdachte is lijdende aan een ziekelijke stoornis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, te weten een pedofilie en een andere gespecificeerde parafilie bij een lichte verstandelijke beperking. Dit was ook aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde en beïnvloedde de gedragskeuzes van de verdachte ten tijde van het ten laste gelegde. Zo werd de zelfcontrole van de verdachte beperkt door de pedofilie en parafilie (hij raakte opgewonden van kinderen) en door zijn licht verstandelijke beperking kon de verdachte zich niet goed inleven in anderen en kon hij de oorzaak-gevolg relaties niet goed overzien. De psychiater adviseert de verdachte het ten laste gelegde in een verminderde mate toe te rekenen.
Het recidiverisico zonder verbetering van de psychische gesteldheid zou als matig/hoog kunnen worden ingeschat. Het bestaan van een steunend netwerk (moeder, stiefvader en oma) en het gemotiveerd zijn voor een behandeling zijn beschermende factoren. Het niet hebben van een (seksuele) relatie kan van belang zijn voor de kans op recidive.
De psychiater adviseert een behandeling gericht op de pedofiele/efebofiele interesses van de verdachte en het toewerken naar een geschikte woonvorm met toezicht. Het advies is om dit als bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel op te leggen.
Psycholoog M. van der Sluijs, onder supervisie van J. Yntema, heeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd 11 september 2018. Dit rapport houdt het volgende in.
Er kan worden gesteld dat er bij betrokkene sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van een ander gespecificeerde parafiele stoornis en daarnaast een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een licht verstandelijke beperking en trekken van een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis. Tot slot is er sprake van problemen verband houdend met justitiële maatregelen.
Ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde was sprake van bovengenoemde problematiek. Daarnaast beïnvloedde de ziekelijke stoornis en de gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte ten tijde van het ten laste gelegde.
Door zijn licht verstandelijke beperking en gebrekkige empathische vermogens heeft de verdachte niet stilgestaan bij de gevolgen van zijn gedrag voor de slachtoffers. Daarnaast blijkt de verdachte op psychoseksueel en sociaal-emotioneel gebied onderontwikkeld/onrijp. Voorts komt zowel vanuit onderhavig onderzoek als vanuit het testonderzoek bij De Waag naar voren dat er bij de verdachte sprake is van vermijdende en emotionele copingstrategieën. De psycholoog adviseert dan ook om het ten laste gelegde de verdachte in een verminderde mate toe te rekenen.
Het risico op recidive kan - indien er geen behandeling van betrokkene gaat plaatsvinden (gericht op zijn seksuele behoeften, gebrek aan intimiteit, zijn negatieve zelfbeeld, zijn sociaal-emotionele beperkingen en zijn beperkte oplossende vermogens) - op basis van bovenstaande als matig/hoog worden ingeschat.
Gelet op het bovenstaande lijkt voorzetting van een ambulante behandeling bij forensisch psychiatrische polikliniek De Waag en aanmelding bij een instantie waar de verdachte begeleid kan wonen geïndiceerd.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Nu de conclusies van de psychiater en psycholoog gedragen worden door hun bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare. Het ten laste gelegde wordt de verdachte dus in een verminderde mate toegerekend.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank weegt in het voordeel van de verdachte mee dat hij vanaf het begin volledige openheid van zaken heeft gegeven.
Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Anders dan is geadviseerd, ziet de rechtbank geen aanleiding de verdachte te verplichten zich te onthouden van elke vorm van (seksueel) grensoverschrijdend contact met minderjarigen, in persoon dan wel anderszins, nu dit een strafbaar feit betreft en daardoor al valt onder de algemene voorwaarde dat de verdachte geen strafbare feiten mag plegen.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zullen de op te leggen bijzondere voorwaarden, inhoudende een contactverbod, een meldplicht, ambulante behandelverplichting en opname in een instelling voor begeleid wonen/maatschappelijke opvang en het op te leggen reclasseringstoezicht, dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregelen

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam benadeelde 1] ter zake van het onder 1 primair ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 128,33 aan materiële schade en een vergoeding van € 5.000,- aan immateriële schade.
Voorts heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd [naam benadeelde 2] ter zake van het onder 2 primair ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 153,28 aan materiële schade en een vergoeding van € 5.000,- aan immateriële schade.
8.1.
Standpunt officier van justitie/verdediging
Zowel de officier van justitie als de verdediging hebben zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen in zijn geheel kunnen worden toegewezen. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
8.2.
Beoordeling
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partijen door de onder 1 primair en 2 primair bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt en dit door de verdachte niet is weersproken, zullen de vorderingen worden toegewezen.
Voorts is vast komen te staan dat aan de benadeelde partijen door de bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 5.000,-, zodat de vorderingen zullen worden toegewezen.
De benadeelde partijen hebben gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 13 december 2017.
Nu de vorderingen van de benadeelde partijen zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt tot op heden begroot op nihil.
8.3.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij [naam benadeelde 1] een schadevergoeding betalen van € 5128,33, vermeerderd met de wettelijke rente. De verdachte moet de benadeelde partij [naam benadeelde 2] een schadevergoeding betalen van € 5153,28, vermeerderd met de wettelijke rente.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 36f, 57, 242, 246 en 248 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 3 (drie) jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden:
  • de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
  • de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
  • de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling dit noodzakelijk vindt;
de veroordeelde zal zich onder ambulante behandeling stellen voor zijn gedrag in onderhavige kwestie en de hieraan ten grondslag liggende (seksuele) problematiek middels (de hervatting van) een/het zedendaderbehandeltraject bij polikliniek De Waag te Utrecht, of soortgelijke ambulante forensische zorg, waarbij hij zal zich houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven, gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering in overleg met de instelling/behandelaar verantwoord vindt;
de veroordeelde zal meewerken aan de toeleiding naar een voor zijn beperkingen geschikt geachte vorm van (begeleid/beschermd) wonen, of soortgelijke (al dan niet tijdelijke) woonvoorziening, zulks ter beoordeling van de reclassering, alhier te verblijven en zal zich houden aan de aanwijzingen die door of namens de directeur van die instelling worden gegeven, gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering in overleg met de directeur van die instelling verantwoord vindt;
de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact (laten) opnemen, zoeken of hebben met [naam benadeelde 1] en [naam benadeelde 2] , gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering verantwoord vindt;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de onder nummers 1, 2, 3 en 4 genoemde bijzondere voorwaarden en het aan genoemde reclasseringsinstelling opgedragen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde 1] , te betalen een bedrag van
€ 5.128,33 (zegge: vijfduizend honderdachtentwintig euro en drieëndertig cent), bestaande uit € 128,33 aan materiële schade en € 5.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 13 december 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen
€ 5.128,33(hoofdsom,
zegge: vijfduizend honderdachtentwintig euro en drieëndertig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 december 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 5.128,33 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60
(zestig) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde 2] , te betalen een bedrag van
€ 5.153,28 (zegge: vijfduizend honderddrieënvijftig euro en achtentwintig cent), bestaande uit € 153,28 aan materiële schade en € 5.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 13 december 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen
€ 5.153,28(hoofdsom,
zegge: vijfduizend honderddrieënvijftig euro en achtentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 december 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 5.153,28 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. I.W.M. Laurijssens, voorzitter,
en mrs. P. Putters en D.Y.A. van Meersbergen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.W.A. Sonneveld-de Raad, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode 01 januari 2014 tot en met 13 december 2017 te Gorinchem en/of te Leerdam, althans in Nederland, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [naam slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] 2000) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het (meermalen)
  • zich laten pijpen door die [naam slachtoffer 1] en/of;
  • pijpen van die [naam slachtoffer 1] en/of
  • tonen van zijn, verdachtes, geslachtsdeel aan die [naam slachtoffer 1] en/of
  • voelen en/of betasten van en/of wrijven over en/of knijpen in de (met kleding bedekte) penis van die [naam slachtoffer 1] en/of
  • (vervolgens) aftrekken van die [naam slachtoffer 1] en/of
  • zich laten aftrekken door die [naam slachtoffer 1] en/of
  • zich aftrekken in het bijzijn van die [naam slachtoffer 1] en/of daarbij (vervolgens) klaarkomen en/of
het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het
  • uittrekken/naar beneden trekken van de (onder)kleding van die [naam slachtoffer 1] en/of
  • (met) kracht vastpakken/vasthouden (bij (een) arm(en) van die [naam slachtoffer 1] en/of
  • toevoegen van de woorden "Moet je eens kijken" en/of "Doe jij ook eens" en/of "Haal je lul ook uit je boxer" en/of "Kijk mee", althans telkens woorden van gelijke aard of strekking,
terwijl die [naam slachtoffer 1] in of omstreeks genoemde periode minderjarig was en aan zijn zorg of waakzaamheid was toevertrouwd;
Subsidiair
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode 01 januari 2014 tot en met 13 december 2017 te Gorinchem en/of te Leerdam, althans in Nederland, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [naam slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] 2000) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het (meermalen)
  • tonen van zijn, verdachtes, geslachtsdeel aan die [naam slachtoffer 1] en/of
  • voelen en/of betasten van en/of wrijven over en/of knijpen in de (met kleding bedekte) penis van die [naam slachtoffer 1] en/of
  • (vervolgens) aftrekken van die [naam slachtoffer 1] en/of
  • zich laten aftrekken door die [naam slachtoffer 1] en/of
  • zich aftrekken in het bijzijn van die [naam slachtoffer 1] en/of daarbij (vervolgens) klaarkomen en/of
  • in de mond nemen van de penis van die [naam slachtoffer 1] en hem (vervolgens) pijpen,
het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
  • uittrekken/naar beneden trekken van de (onder)kleding van die [naam slachtoffer 1] en/of
  • (met) kracht vastpakken/vasthouden (bij (een) arm(en) van die [naam slachtoffer 1] en/of
  • toevoegen van de woorden "Moet je eens kijken" en/of "Doe jij ook eens" en/of "Kijk mee", althans woorden van gelijke aard of strekking, aan die [naam slachtoffer 1] en/of
  • weigeren te stoppen/doorgaan met bovengenoemde handeling(en) bij/in de nabijheid van die [naam slachtoffer 1] ondanks zijn (mondeling) verzet verweer,
terwijl die [naam slachtoffer 1] in of omstreeks genoemde periode minderjarig was en aan zijn zorg of waakzaamheid was toevertrouwd;
en/of
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode 01 januari 2014 tot en met 14 november 2016 te Gorinchem en/of te Leerdam, althans in Nederland, met iemand die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, te weten [naam slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] 2000), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden of mede bestonden uit het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
  • tonen van zijn, verdachtes, geslachtsdeel aan die [naam slachtoffer 1] en/of
  • voelen en/of betasten van en/of wrijven over en/of knijpen in de (met kleding bedekte) penis van die [naam slachtoffer 1] , en/of
  • (vervolgens) aftrekken van die [naam slachtoffer 1] ,
  • zich aftrekken in de nabijheid van die [naam slachtoffer 1] en/of daarbij (vervolgens) klaarkomen en/of
  • brengen van zijn, verdachtes, penis in de mond van die [naam slachtoffer 1] en zich (vervolgens) laten pijpen en/of
  • in de mond nemen van de penis van die [naam slachtoffer 1] en hem (vervolgens) pijpen,
terwijl die [naam slachtoffer 1] in of omstreeks genoemde periode minderjarig was en aan zijn zorg of waakzaamheid was toevertrouwd;
subsidiair
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode 01 januari 2014 tot en met 14 november 2016 te Gorinchem en/of te Leerdam, althans in Nederland, met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten [naam slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1] 2000), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, namelijk het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
  • tonen van zijn, verdachtes, geslachtsdeel aan die [naam slachtoffer 1] en/of
  • voelen en/of betasten van en/of wrijven over en/of knijpen in de (met kleding bedekte) penis van die [naam slachtoffer 1] , en/of
  • (vervolgens) aftrekken van die [naam slachtoffer 1] ,
  • zich aftrekken in de nabijheid van die [naam slachtoffer 1] en/of daarbij (vervolgens) klaarkomen en/of
  • in de mond nemen van de penis van die [naam slachtoffer 1] van de penis van die [naam slachtoffer 1] en hem (vervolgens) pijpen,
terwijl die [naam slachtoffer 1] in of omstreeks genoemde periode minderjarig was en aan zijn zorg of waakzaamheid was toevertrouwd;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode 01 januari 2014 tot en met 13 december 2017 te Gorinchem en/of te Leerdam, althans in Nederland door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [naam slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] 2006) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het (meermalen)
  • tonen van zijn, verdachtes, geslachtsdeel aan die [naam slachtoffer 2] en/of
  • voelen en/of betasten van en/of wrijven over en/of knijpen in de (met kleding bedekte) penis en/of over het lichaam van die [naam slachtoffer 2] en/of
  • likken aan de penis van die [naam slachtoffer 2] en/of
  • door die [naam slachtoffer 2] laten likken aan zijn, verdachtes, penis en/of
  • zich aftrekken in het bijzijn van die [naam slachtoffer 2] en/of daarbij (vervolgens) klaarkomen
het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
  • uittrekken/naar beneden trekken van de (onder)kleding van die [naam slachtoffer 2] en/of
  • die [naam slachtoffer 2] (met kracht) op bed duwen en/of geduwd houden en/of
  • toevoegen van de woorden "Moet je eens kijken" en/of "Doe jij ook eens" en/of "Kijk mee", althans (telkens) woorden van gelijke aard of strekking,
terwijl die [naam slachtoffer 2] in of omstreeks genoemde periode minderjarig was en aan zijn zorg of waakzaamheid was toevertrouwd;
Subsidiair
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode 01 januari 2014 tot en met 13 december 2017 te Gorinchem en/of te Leerdam, althans in Nederland, met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren, te weten [naam slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 2] 2006), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd, namelijk het meermalen, althans eenmaal, (telkens)
  • voelen en/of betasten van en/of wrijven over en/of knijpen in de (met kleding bedekte) penis van die [naam slachtoffer 2] , en/of
  • (vervolgens) aftrekken van die [naam slachtoffer 2] ,
  • zich aftrekken in de nabijheid van die [naam slachtoffer 2] en/of daarbij (vervolgens) klaarkomen,
terwijl die [naam slachtoffer 2] in of omstreeks genoemde periode minderjarig was en aan zijn zorg of waakzaamheid was toevertrouwd.