ECLI:NL:RBROT:2018:1137

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 februari 2018
Publicatiedatum
16 februari 2018
Zaaknummer
10/700589-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor openlijke geweldpleging door onvoldoende bewijs

Op 16 februari 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van openlijke geweldpleging. De zaak, geregistreerd onder parketnummer 10/700589-16, betreft een incident dat plaatsvond op 24 oktober 2016 in Rotterdam. Tijdens de zitting op 2 februari 2018 werd de tenlastelegging besproken, waarbij de officier van justitie, mr. L.C. Visser, een taakstraf van 150 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand eiste. De officier betoogde dat de verklaringen van de aangevers, die verwondingen hadden opgelopen, meer gewicht moesten krijgen dan die van de verdachte en medeverdachten, die geen letsel vertoonden.

De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De verklaringen van de betrokken partijen waren tegenstrijdig en er was geen duidelijkheid over de feitelijke gang van zaken tijdens de vechtpartij. Hierdoor kon niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan, wat leidde tot vrijspraak.

Daarnaast was er een benadeelde partij die schadevergoeding vorderde, maar deze werd niet-ontvankelijk verklaard omdat er aan de verdachte geen straf of maatregel was opgelegd. De rechtbank besloot dat beide partijen hun eigen kosten moesten dragen. Het vonnis werd uitgesproken door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar gemaakt op de datum van uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/700589-16
Datum uitspraak: 16 februari 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. H. Raza, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 2 februari 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. L.C. Visser heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 150 uur, te vervangen door 75 dagen hechtenis, alsmede een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand, met een proeftijd van 1 jaar.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
Aangevoerd is dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit. Hiertoe heeft de officier van justitie betoogd dat – daar waar de verklaringen van de bij de vechtpartij betrokken families tegengesteld zijn aan elkaar – er meer waarde kan worden gehecht aan de verklaringen van de beide aangevers in deze zaak ten aanzien van de hoeveelheid personen die aanwezig waren bij de vechtpartij. Hun beider verklaringen worden op dit punt ondersteund door de verklaringen van verdachte en de medeverdachten [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] , zoals deze bij de politie zijn afgelegd. Ook de omstandigheid dat beide aangevers diverse verwondingen hebben opgelopen bij de vechtpartij en hun auto’s onder de verf zaten, terwijl verdachte en zijn medeverdachten geen zichtbaar letsel hebben opgelopen, maakt volgens de officier van justitie dat meer waarde kan worden gehecht aan de verklaringen van aangevers.
4.1.2.
Beoordeling
De rechtbank overweegt dat op basis van dit dossier niet kan worden vastgesteld wat er feitelijk heeft plaatsgevonden op 24 oktober 2016 zodat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen is. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5.Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam benadeelde] , ter zake van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2.188,18 aan materiële schade en een vergoeding van € 1.500,- aan immateriële schade.
5.1.
Beoordeling
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu aan de verdachte geen straf of maatregel is opgelegd en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen toepassing heeft gevonden.
De rechtbank ziet in de omstandigheden van deze zaak aanleiding te bepalen dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten zullen dragen.
5.2.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.

6.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij [naam benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering;
bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W.H.J. Stemker Köster, voorzitter,
mr. I.W.M. Laurijssens en mr. A.A.T. Werner, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.Y. de Lange, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 24 oktober 2016
te Rotterdam, op of aan de openbare weg, de [plaats delict] , in elk geval op of
aan een openbare weg,
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2]
en/of tegen twee, althans een of meer (personen)auto('s) (Peugeot, kleur wit,
met kenteken [kentekennummer 1] en/of een Volkswagen Up, kleur wit, met kenteken [kentekennummer 2] ),
welk geweld bestond uit het
- ( met kracht) springen op/tegen die [naam slachtoffer 2] , tengevolge waarvan die [naam slachtoffer 2] ten val
kwam en/of
- meermalen, althans eenmaal (telkens) (met kracht) schoppen en/of slaan in
het gezicht en/of op het hoofd en/of in/tegen de rug, althans op het lichaam
van die [naam slachtoffer 1] en/of [naam slachtoffer 2] en/of
- meermalen, althans eenmaal, spuiten/sprayen met pepperspray
en/of verf,
althans met een
(bijtende)vloeistof in de ogen en/of op het lichaam van die [naam slachtoffer 1]
en/of die [naam slachtoffer 2] en/of op die Peugeot en/of die Volkswagen, althans op een of meer
personenauto('s) en/of
- ( met kracht) bijten in de hand van die [naam slachtoffer 2] .