In deze zaak heeft de kinderrechter op 20 november 2018 een beschikking gegeven met betrekking tot de spoeduithuisplaatsing van twee jonge kinderen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De zaak betreft een verzoek tot verlenging van de eerder gegeven spoedmachtiging tot uithuisplaatsing, die was verleend op 9 november 2018. De moeder van de kinderen betwist de stellingen van de gecertificeerde instelling (GI), die ernstige signalen heeft ontvangen over de vader en het zorgelijke gedrag van de kinderen. De GI heeft verklaard dat het schenden van veiligheidsafspraken aanleiding was voor het spoedverzoek, waarbij de ouders geen contact met elkaar mochten hebben vanwege eerder huiselijk geweld. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de vader niet is verschenen. De moeder heeft aangegeven dat ze de kinderen zo snel mogelijk weer thuis wil hebben, maar erkent de zorgen van de GI. De kinderrechter heeft besloten de spoeduithuisplaatsing te handhaven en de zaak aan te houden tot 3 december 2018, met de opdracht aan de GI om haar stellingen nader te onderbouwen. De kinderen blijven voorlopig in hun pleeggezinnen, waar zij veilig zijn. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.