In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 27 februari 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam minderjarige]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) heeft rapportages ingediend over de opvoedcapaciteiten van de ouders, waarbij de moeder en de vader elk inzage in elkaars rapport zijn onthouden. De kinderrechter heeft de rapportages van het Kennis- en Servicecentrum voor Diagnostiek (KSCD) meegewogen in zijn beslissing, ondanks bezwaren van de ouders over de werkwijze van het KSCD. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de opvoedcapaciteiten van de vader en de stiefmoeder niet in balans zijn met de ontwikkelingsbehoeften van [naam minderjarige]. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat [naam minderjarige] beter af is in een gezinshuis of vergelijkbare woonomgeving dan bij zijn ouders, en heeft de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 3 oktober 2018. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.